Fietsrondje AAD

Fietsrondje Apeldoorn-Arnhem-Den Dolder

 

Juliana Toren

 

Wat je op zo’n tochtje tegenkomt en meemaakt vertelt Ton aan iedereen die het maar horen wil. Voor degenen die het alleen willen lezen heeft hij hier een reisverslagje gemaakt. En voor mensen die alleen foto’s willen bekijken heeft hij wat foto’s bijgevoegd. Voor oud Arnhem-ers heeft hij een speciaal afdaal verhaal. Voor de fietskenners heeft hij wat ervaringen vastgelegd. Kortom, voor ieder wat wils.

 

Voorbereiding

Vorig jaar, in 2009,  reed hij een rondje Arnhem-Amersfoort-DenDolder. Door een wegomleiding moest hij twintig km verder  fietsen Toen dacht hij daarna dat het leuk zou zijn om een rondje via Apeldoorn naar Arnhem te fietsen en langs de Rijn weer terug naar Den Dolder. Het zou hooguit vijftien km verder zijn want het rondje Arnhem-Amersfoort-Den Dolder was 140 km.

Hij moest van te voren wel eerst wat oefenen en zorgen dat zijn fiets (ik dus) en hijzelf in goede conditie verkeren. Bovendien moest hij een dag uitkiezen die niet te warm of te koud zal zijn en het moest niet te hard waaien of regenen. Tussen 15 en 16 graden Celsius zou prima zijn en tot windkracht 4 zou het nog gaan.

Na een paar rondjes met de plaatselijke fietsclub gereden te hebben van ieder 30 km ging hij met José en familie rondjes rijden van 50 en 60 km. Zelf heeft hij een paar rondjes van 70 en 90 km geoefend. Hij heeft ook leeftijdgenoten gevraagd of ze met hem mee wilden oefenen maar als het boven de 100 km uitkwam deden zij niet mee.

Zijn fiets “Bikey” (weer ik dus) was de laatste tijd weer krakkemikkig geworden want vaak door het bos rijden op MTB-routes is voor de aandrijving minder gunstig.

Na een paar jaar trouwe dienst waren de tanden van mijn voorblad versleten en ook mijn ketting was niet meer nieuw. Mijn achtertandwiel was ook niet meer de oude.

 

Zo kreeg zijn ros (ik) een opknapbeurt bij de fietsenmaker in Zeist.

Maar die had het in de zomer heel erg druk. Hij moest meer dan een week wachten. In die tussentijd kreeg hij een leenfiets, een trekking model. Daarmee heeft hij een rit gemaakt van 90 km.

 

Een leen trekking fiets

 

Het was een lichte fiets die toch zwaar beladen kon worden. Zijn MTB (ik) was zwaarder.

Hij vond zijn MTB (mij) toch prettiger rijden, vooral in de bochten. De trekkingfiets was te hoog, het had ook 28 “-wielen, zijn MTB (ik) 26”-wielen en dikkere banden.

Na een keer te vergeefs naar de fietsenmaker gefietst te hebben omdat op die woensdag zijn fiets (ik) nog niet klaar was kon hij hem (mij) op de daaropvolgende zaterdag ophalen.

Maar bij controle bleek dat zij de kettingbeschermer  er niet op hadden gezet omdat het een ander type blad was.

Omdat Bilthoven dichterbij was dan Zeist ging hij bij de fietswinkel in dat dorp een kettingbeschermer kopen toen hij met de auto was.

Thuisgekomen bleek die niet te passen. Dus ging hij diezelfde dag terug fietsen en vroeg om een ander die wel zou passen. Maar die hadden ze niet. Dus ging hij verder naar De Bilt waar hij een andere fietsenmaker wist. Maar die was met vakantie. Aan een collega fietser die hij tegen kwam vroeg hij waar hij een fietsenmaker kon vinden. In de winkelstraat hier voor ons, zei die. En gelukkig had die een chaindisk die paste.

 

Eindelijk een chaindisk die paste

En zo was het wachten op de gunstige dag om te starten.

 

 

 

Den Dolder-Apeldoorn

Die dag brak aan op 30 juli 2010.

Vroeg in de ochtend, om 8 uur, vertrok Ton (met mij) van Den Dolder via  het pad langs het spoor richting Amersfoort. Het was heel stil op het fietspad.

 

Het was nog stil op het fietspad

 

Het viel hem op dat hij niemand inhaalde. Wel kwam hij zo nu en dan fietsers tegen die zich naar hun werk haastten. Dat dacht hij tenminste, zij hadden ongeveer de zelfde snelheid als hij. (ik!)

 

Wel werd hij (ik niet) om de vijf minuten opgeschrikt door treinen die hem van beide richtingen voorbij kwamen met snelheden die 6 maal de zijne (mijne!!) waren.

 

Om de vijf minuten een trein

 

Ton had zijn camera al om zijn  nek hangen en maakte zo nu en dan foto’s van de weg en de omgeving links en rechts van hem.

Hij miste net de puinberg waar hij twee weken tevoren twee mooie foto’s van had gemaakt.

 

Het bleek dat de voorzijde al half afgegraven was en nu nog steiler was. Heel gevaarlijk voor spelende kinderen dus.

Hij ging de provinciale weg bij Soestduinen over, net toen de spoorweg overgang dicht ging. Hij kon (met mij) tussen de afremmende auto’s snel aan de overkant komen.

Toen hij even verderop de slagbomen van de parallelweg langs het spoor aan de rechterzijde voorbij fietste kwam de sneltrein langs.

Even later dook hij naar beneden omdat de weg daar een splitsing maakte waar je ook onder het spoor door kon rijden met de fiets.

 

Een wielrenner ging door de tunnel

Hij zag een wielrenner die hem tegemoet kwam dat ook doen.

Het fietspad ging daarna door het bos en daar haalde Ton (dank zij mij) de eerste fietser in. Een leeftijdgenoot die evenals hij al vroeg aan het fietsen was.

Niet lang daarna reed hij langs de dierentuin die er nog stil en verlaten bij lag. Zouden de dieren al ontbeten hebben, vroeg hij zich af. In ieder geval hoefden de brontosaurussen en andere dino’s niet te eten, want die waren versteend.

Bij de provinciale weg sloeg Ton rechtsaf over het spoor en volgde de route via het station. Hij kwam nog langs verschillende schoolgebouwen die nu natuurlijk in vakantietijd, er verlaten bij lagen. Langs het station sloeg hij even daarna de weg in die voor fietsers het kortste was, richting het centrum.

Hij ging over de spoorweg die lager gelegen  de weg kruiste. Pas later op de foto die hij maakte zag Ton dat er ook een  fietspad langs het spoor liep.

 

Er liep een fietspad langs het spoor

 

Vlak voordat hij de ringweg bereikte zag hij een fietser voor hem die ook een Rohloff versnellingsnaaf  op zijn trekkingfiets had. Maar voordat hij hem kon inhalen gingen ze uit elkaar, de man ging rechtdoor en Ton ging de ringweg op in antikloksgewijze richting.

 

Een tijd ging het goed tot hij bij een opgebroken stuk fietspad aankwam. Hij reed  eerst over de berm maar dat ging ook over in rul zand.

Toen ging hij maar naar de overkant en reed toen op een weg die uitkwam op een andere weg en die kwam weer uit onder de snelweg bij Hoevelaken. Wij gingen onder de weg door.

Hij zag dat de bewolking toenam maar voorlopig had hij het nog warm genoeg met zijn vest aan.

 

De bewolking nam toe

 

Het fietspad ging nog een paar tunneltjes door en splitste zich verschillende malen.

Als ik Apeldoorn aanhoud zal het wel goed zijn, dacht Ton.

Toen wees een blauw bord naar Apeldoorn en daar moet ik heen dacht hij maar even later zag hij dat de weg  de snelweg opging en dat het dus voor auto’s bedoeld was.

Hij keerde terug en zag een jonge vrouw op de fiets naar hem kijken en zij sloeg linksaf. Ton keek eerst naar de borden en  zag hij dat hij ook die kant op moest rijden om in Hoevelaken te komen. Toen hij haar passeerde zei hij tegen haar dat hij eerst dacht dat hij nog in een auto reed.

Voor hoevelaken reed hij naar de overkant van de weg om in het dorp op de rechterkant van de weg te kunnen rijden.

Hoevelaken, een dorp met lage gebouwen

 

Het bleek een dorp te zijn met lage bebouwing waar de winkelstraat waar Ton doorheen reed bijna net zo te zijn als in het dorp Woudenberg die hij beter kende. Er waren verschillende winkels van bloemenwinkels tot specialisten in witgoed en bruingoed. Hij was er redelijk snel door heen gefietst en had van de meeste gebouwen een foto genomen.

Na het dorp volgde een rechte weg naar Voorthuizen. Af en toe kwam er een bus of ander vervoermiddel langs en was het tamelijk rustig op de provinciale weg.

 

Af en toe kwam er een bus langs

 

Alleen in de verte zag hij auto’s op de snelweg voortrazen.

Hij zag nog verschillende zwarte kliko’s langs de weg staan maar hij merkte op dat die wel een meter van de rand van de weg af stonden.

In Den Dolder staan ze maar 50 cm van de weg af dacht hij, maar daar rijden de auto’s maar met 30 km/h langs en niet met 80 km/h.

 

De kliko’s stonden wel een meter van de weg

 

Even later zag hij de oranje gekleurde eenpersoons vuilophaalwagen zijn werk uitvoeren. Maar omdat de volgende kliko verder weg stond was de wagen al snel uit het zicht verdwenen.

 

Ton fietste door Voorthuizen dat er heel anders uitzag dan het vorige dorp. De hoofdstraat was veel breder en gaf een ruimere aanblik.

 

De hoofdstraat van Voorthuizen gaf een ruime aanblik

 

En ze hebben meer fietsrekken dan fietsen in het dorp

 

Ton volgde de fietsroute naar Apeldoorn; maar soms splitste de weg in verschillende richtingen en moest hij toch op de borden letten waar hij naar toe moest rijden.

Vlak voor een splitsing hoorde hij vlak achter hem een schreeuw van iemand en van schrik gaf hij ook een nog hardere schreeuw terug.

Hij was zo in gedachten verzonken door het landschap dat hij te veel naar links ging rijden.

Een stoere vrouwelijke MTB-berijder kon door haar geschreeuw een botsing net vermijden want Ton ging ogenblikkelijk naar rechts.

Met een behoorlijke snelheid stoof zij hem voorbij en Ton dacht dat hij die berin op wielen niet meer zou inhalen. Zij maakte zo’n massieve indruk op hem dat hij daar niet meer aan dacht om het te doen. Bij de splitsing was zij al in de verte verdwenen.

 

De berin verdween aan rechter zijde

 

Na de splitsing volgde een route door een glooiend gebied dat zich verder uitstrekte tot voorbij Apeldoorn: de Veluwe dus

 

Hier begon het glooiend landschap

 

Voorbij Stroe werd het steeds heuvelachtiger. Ton besloot het kleine voorblad te gebruiken zodat hij lichter kon fietsen.

Hij viel door het transpireren ook nog af in gewicht. En nadat hij een sanitaire stop had gemaakt was hij toch een half kilo lichter, schatte hij.

 

Ton moest zo nodig

 

Hij werd toch door veel wielrenners ingehaald ondanks zijn lichtere versnelling.

Toen zag hij een gewone fietser van een zijweg het fietspad oprijden en een hele poos kon hij hem op de zelfde afstand achter hem, hem bij houden.

Maar toen de weg  nog steiler werd moest hij toch achter blijven.

Gelukkig werd het hoogste punt van de weg naar Apeldoorn bereikt en daarna ging het naar beneden.

Daar kon hij in zijn hoogste versnelling rijden zodat hij verschillende fietsers kon inhalen.

 

Naar beneden kon Ton fietsers inhalen

 

Niet lang daarna kwam hij bij een splitsing, hij koos de richting Het Loo en Juliana Toren. Het was daar heel druk op het fietspad waar families met veel kinderen op weg waren van de verschillende parkeerplaatsen naar de ingang van het pretpark Juliana Toren.

 

Het was er heel druk op de weg naar de ingang van de Juliana Toren

 

En ook bij de ingang was het vol auto’s niemand kon daar parkeren , maar ze werden wel naar andere parkeerplaatsen verwezen.

 

Maar er waren wel bewakers

 

Het fietspad ging weer omlaag en Ton zag dat hij (ik) 36 km/h reed.

 

Ton reed 36 km/h

 

Al gauw zag hij een kruispunt met stoplichten voor zich en een dame die voor hem fietste.

Aan haar vroeg hij waar hij de naald kon vinden. Daar bij dat kruispunt aan de linkerzijde , zei die dame.

En inderdaad toen hij voor het stoplicht moest stoppen zag hij De Naald al aan de overkant staan.

Bij De Naald aangekomen maakte hij foto’s van de omgeving en van zijn fiets (ik dus) met De Naald op de achtergrond.

Hij kon zich nu beter voorstellen hoe de gebeurtenis op Koninginnedag van 2009 plaats gevonden had.

 

Van de botsing is nu niets meer te zien

 

Daar ergens kwam de Swift vandaan

 

Na verschillende foto’s van de rampplek gemaakt te hebben ging Ton tien minuten op een bankje uitrusten en wat drinken.

 

Achter de blikvanger ging Ton op het bankje tien minuten rusten

 

Net nadat Ton tien minuten gerust had zag hij dat het stoplicht op groen ging. Hij sprong snel op de fiets (mij) en kon net de overkant bereiken voordat hij overreden zou worden.

De wijk waar hij doorheen reed was vol met bomen zodat hij dacht dat het een oudere wijk was. Ook de bebouwing gaf hem de indruk dat het van voor de oorlog moest zijn.

 

Apeldoorn-Arnhem

Hij reed door Apeldoorn en ging in de richting van Beekbergen. Hij volgde de fietsborden die hem met een boog rond Apeldoorn loodste.

Hij reed eerst samen met een ouder paar op electrische fietsen. Maar hij ging sneller. Bij de rand van Apeldoorn kwam hij een overweg tegen die net dicht ging. Een mooie gelegenheid om de trein te fotograferen dacht Ton.

 

Daar gingen de slagbomen net dicht

 

En na 17 seconden was de trein er dus

 

Een poosje later kwam hij via een industrie terrein waar de bekende DHZ zaak een vestiging had.

 

Ton had toen niets nodig

 

Het was heuvel op en af naar Beekbergen maar het was meer op dan af.

 

De terrasjes waren niet altijd horizontaal

 

Het tempo daalde ook  flink want behalve de stijging was aan de wapperende vlaggen te zien dat de wind van voren kwam.

Ton volgde de route langs de Oude Arnhemseweg want hij wilde de Woeste Hoeve nog een keer zien.

En na nog een keer in het bos te zijn gestopt en door het Ecoduct te zijn gereden kwam hij langs het bekende restaurant De Woeste Hoeve.

 

Even nog een stop in het bos voor De Woeste Hoeve

 

Vlak voor De Woeste Hoeve gingen de snelweg en de Oude Arnhemseweg onder het Ecoduct door.

 

Ecoduct boven de Oude Arnhemseweg

 

Ton dacht dat het aan de linkerkant zou staan maar het stond rechts

 

Weerzien met Restaurant De Woeste Hoeve

 

Even later ging het fietspad het bos in en kwam uit op knooppunt nr 85. Daar stonden een man en een vrouw van in de veertig met fietsen met volle bepakking. De vrouw groette hem maar de man was met zijn voorkant in de struiken en was kennelijk daar nog bezig.

 

Ton stopte heel even bij knooppunt 85 om wat te drinken

 

De twee fietsers gingen eerder weg en nadat Ton wat foto’s gemaakt had ging hij hen achterna.

De weg ging over een bospad en hier en daar was het nogal rul. Na een paar honderd meter kwam een splitsing naar links en die volgde hij want hij koos voor de richting Arnhem. Hij zag de twee fietsers voor hem uit fietsen maar soms verloor hij hen uit het oog omdat het pad steeg en zij over de top heen waren. Net nadat hij hen na twee km bijna had ingehaald was er weer een splitsing. En bij de kaart bij knooppunt 85 had hij gezien dat hij linksaf moest en zij gingen rechtdoor.

 

Soms waren de twee fietsers over de heuveltop verdwenen

 

Na een paar honderd meter kwam hij via een tunnel onder de snelweg op de parallelweg van Terlet naar Arnhem.

Die weg kende hij omdat hij er vaker had gefietst.

 

Daar was de voor Ton bekende weg

 

Die weg ging langs Terlet en kwam uit in de buurt van het knooppunt Waterberg in Arnhem noord. Daar was ook de ingang van het golfterrein. Tot daar ging het grotendeels bergafwaarts maar nog steeds met tegenwind. Daarna ging de weg onder de snelweg door. Toen moest hij kiezen voor richting Rozendaal of Arnhem. Hij koos voor Arnhem en moest toen de weg over en een heuvel op.

 

Afdaling langs Park Sonsbeek

Maar voordat hij over het viaduct van de Schelmseweg kon fietsen moest hij de oprit naar die weg van de Apeldoornseweg oversteken. En daar reden de auto’s met 80 km/h naar beneden de Schelmseweg op.

Het duurde een paar minuten voor hij over kon steken. Maar toen kwam hij langs het benzine station, waar hij de vorige keer te vergeefs plakmiddelen voor zijn fiets wilde kopen, want die hadden ze niet.

De weg ging nog over een paar honderd meter wat omhoog en vanaf dat hoogste punt wist Ton kon je tot het centrum naar beneden suizen. Op de kaart is het ongeveer 2,5 km. En als je de foto’s bekijkt deed hij (dank zij mij) dat in vijf minuten. Een gemiddelde van 30 km/h dus.

 

Hier was het hoogste punt

 

Die snelheid haalde Ton hier niet

 

Dit was boven de Wagnerlaan

 

In de verte de koepels boven de Cattepoelseweg

 

Die steeds dichterbij komen

 

En steeds dichterbij

 

Zo ziet het er van nog dichterbij uit

 

Daar flitst de Cattepoelseweg onder ons voorbij

 

En hier zijn wij er net overheen

 

Na de bushalte komt de splitsing met de Sonsbeekseweg

 

Wij naderen de splitsing

 

Toen kwam een stuk van de Apeldoornseweg waar Ton toch twee handen aan mijn stuur moest houden . Dat was het stuk voor de Sonsbeekseweg na de bushalte hiervoor op de foto.

 

Dit is na de Sonsbeekseweg met in de verte het spoorwegviaduct

 

Ogenschijnlijk rustig op straat

 

Maar haaibaai-oudjes zien geen haaien-tanden

 

En nog meer obstakels en versmallingen van het pad

 

De Jansbuitensingel is nabij

 

Daar is de Jansbuitensingel om de hoek

 

Arnhem-Den Dolder

 

Ton nam een twintig minuten rust en ging op een bankje zitten bij de fonteinen.

Hij keek om zich heen en zag een man ook op een bankje zitten, meer naar de kant van de Velpersingel.

Aan de overkant zag hij een man met een BMI van 40 die het moeilijk had met lopen.

Hij keek ook naar de oosterse fontein en vroeg zich af of het een geschenk was geweest van een oosters land.

Een jong stel liep met de fietsen in hun hand over het paadje voor hem.

Hij zag aan de overkant ook verschillende trolleybussen rijden maar ook gewone bussen.

Hij keek naar de ketting van zijn fiets (naar mijn ketting) en zag dat die slap hing.

 

Ton zag dat mijn ketting slap was bij gebruik van het kleine voorblad


Na wat gedronken en zijn noodrantsoen te hebben genuttigd stapte hij weer op mij om 13:30 uur.

 

Zou het een geschenk zijn van een oosters land?

 

Toen hij bij de Jansbuitensingel op de fiets stapte reed hij achter een jongen en een meisje aan die op oude fietsen reden.

Het waren studenten dacht hij. De een met een zware rugzak op de rug , het meisje met een tas op de bagagedrager.

Haar fiets gaf een krakerig geluid bij iedere trap met haar rechterbeen die zij deed.

Ton stopte achter hen voor het rode stoplicht. Toen zij weer reden bleef Ton achter hen rijden tegen de wind in.

Bovendien wisten zij precies hoe je moest rijden op het stuk voor het station.

Daar moest je op een rare manier midden op de weg gaan fietsen richting het vroegere St. Elisabeth Gasthuis.

De weg ging omhoog en je kon merken dat zij met z’n beiden nog niet zoveel jaren geleefd hadden als Ton.

Hij hield hen niet meer bij.

Maar toen zij boven gekomen waren zag Ton dat de weg daarna omlaag ging en dat er wegwerkzaamheden gepleegd waren en dat de weg nu vol met kuilen zat.

Nu kan ik ze toch voor zijn, dacht hij, en zette zijn (mijn!!) hogere versnellingen in. En met zijn (mijn!) vastere wegligging kon hij (kunnen wij) met hogere snelheid tussen de kuilen door laveren.

Hij haalde hen (dank zij mij) in en toen was de weg weer goed geasfalteerd en het daalde gelukkig nog. Zo kon hij (konden wij) hen voor blijven tot bij Oosterhout maar toen ging hij (gingen wij) naar beneden naar de weg langs het Drielse veer.

Daar haalde hij (haalden wij) twee oudere mensen in die 18,5 km/h reden zonder electro hulp.

Maar toen Ton naar de borden moest kijken haalden zij hem (ons) bijna in.

Ton had die route die langs kasteel Doorwerth ging nog nooit met de fiets gereden.

Elke keer als zijn (mijn) snelheid wat zakte omdat hij een foto nam kwamen de oudjes hem weer bijna inhalen.

Tot het fietspad ineens de dijk opging met een steile klim van meer dan 10 % . Toen raakte Ton hen eindelijk kwijt.

De  tocht ging verder door Renkum via het oude bejaardentehuis voor Indische mensen en ging verder richting Wageningen.

Daar stond Ton weer bij een stoplicht te wachten en naast hem stond een stel van in de veertig ook.

Toen het licht groen werd zei Ton dat het nu groen was en was zoals gewoonlijk als eerste aan de overkant.

Maar omdat de weg een helling op ging werd hij (werden wij) toch door het stel dat op fietsvakantie was ingehaald.

Maar niet lang daarna haalde Ton (haalden wij) hen weer in omdat zij de weg kwijt waren.

Vlak bij Wageningen haalden zij Ton (ons) weer in en Ton vroeg of zij nog ver moesten. Wasz, zei de dame terug. Of u nog ver moet zei hij toen in het Duits want hij begreep meteen dat hij met Duitsers te doen had. Weten wij nog niet, zei ze weer. Ton vertelde dat hij richting Zeist ging maar in Rhenen ging pauzeren.

Zij volgden de lange afstandsfietsroute 4B maar wisten nog niet tot waar. Ton vertelde dat hij er 100 km er op heeft zitten, zij nog maar de helft, zei ze weer.

Later waren zij de weg weer kwijt en toen stopte Ton en haalde zijn fietskaart: de Gelderse rivieren erbij.

Ze waren net Wageningen gepasseerd en de weg ging om de Grebbeberg heen. Ton wees hun de weg en weldra waren zij weer uit het zicht.

Toen hij (wij) weer alleen over een dijk fietste(n) en de wind tegen had(den) hoorde hij plotseling goede middag tegen hem zeggen. Het bleek een oud stel te zijn met een electrofiets met een volle accu die hem(ons) inhaalde. Zij reden 22 km/h, hij (wij) 17 km/h.

Maar hij (wij) haalde(n) een hardloper in die time-de hij op 12,5 km/h. Toch een goede snelheid, zei de man.

Bij de Grebbeberg kon je linksom of rechts om. Hij koos voor linksom langs het water, dat was vlakker.

Hij (wij) kwam(en) bij de brug uit en ging(en) onder de brug door naar boven.

De brug bij Rhenen


Maar hij (wij) moest(en) toch nog een helling op om bij de brasserie te komen.Daar kwam hij aan om 15:15 uur.

Daar zat hij eerst naast een parasol maar toen de zon uit het wolkendek kwam verhuisde hij naar een plaats met parasol.

Hij had de bestelling al opgegeven: broodje gezond en bier.

Toen vroeg de ober: wit?

Nee bruin brood en wit bier, zei Ton.

O, dan wordt het Hoegaarde, zei de ober.

Dat is prima, zei Ton.

En hij liet het hem goed smaken want het noodransoen was toch niet krachtig genoeg om hem de laatste veertig km te helpen overbruggen.

Hij maakte nog een foto van de kerktoren van Rhenen en belde via zijn mobiel naar zijn dochter's winkel dat hij net Rhenen zou verlaten en over twee uur wel in Zeist zou zijn.

Voor hij vertrok ging hij nog even naar het toilet. Daar stond op de deur: Indien u geen consumptie gebruikt kost toiletgebruik: 30 cent.

 

Hij bleef tot 16:05 uur

 

De verdere tocht verliep zonder bijzonderheden.

Om 18:23 was Ton thuis.

 


Terug naar Bikey's homepage