FEITEN
Ton Muller lag vrijdag 20 augustus 1999 om 19:30 uur op de bank te luisteren
naar een CD. Hij hoorde zijn vrouw en dochter thuis komen van boodschappen doen.
Zijn dochter zei dat er een krat pils in de auto stond. Hij stond snel van
de bank op en liep naar de deur. Onderweg werd hij duizelig en viel flauw.
Hij kwam met zijn slaap op de tegels terecht en was de eerste anderhalf uur
niet meer bij kennis. Per ambulance werd hij naar het ziekenhuis vervoerd
waar hij door de dienstdoende arts werd onderzocht. Verder onderzoek zou na
het weekeinde gebeuren. Hij werd op de afdeling cardiologie ondergebracht waar
nog drie andere patienten lagen. Het was de eerste keer in zijn leven dat hij
in een ziekenhuis moest verblijven. Twee keer per dag kreeg Ton bezoek van vrouw,
dochter en zoon met verloofde. De eerste dagen had hij last van zware hoofdpijn.
Na het weekeinde was de hoofdpijn verminderd. De dienstdoende cardioloog
constateerde verlaagde bloeddruk bij snel opstaan en verder was alles normaal.
Hij gelaste een hartecho-onderzoek op maandagochtend en toen dat ook goed uitpakte een
ergonometrisch onderzoek (fietsen). Dat gebeurde op dinsdagochtend. De test was ook
goed uitgekomen. Voor zijn leeftijd, lengte en gewicht was zijn prestatie ruim boven
het gemiddelde. Het rapport was dinsdagmiddag nog niet bij de arts. Woensdagochtend
was het ook nog niet bij de cardioloog. Pas woensdagmiddag had de arts het
gelezen en vertelde hij dat Ton de volgende dag de Tilting-test zou moeten doen als
alles in gereedheid kon worden gebracht. De Tilting-test hield in dat iemand op een
bed werd vastgesnoerd en daarna snel met bed en al verticaal werd gekanteld.
Wel werd eerst een infuus in een arm verbonden en aan de andere arm een bloedrukmeter
in een slagader geprikt. Ook het hartritme werd via een monitor gevolgd.
Onder normale omstandigheden gebeurde er bij deze test niets zowel in liggende als in
staande toestand. Bij een toediening van een hartstimuleringsmiddel op isopreenbasis
gebeurde er eerst ook niets. Pas toen de dosis via het infuus opgevoerd werd viel Ton
in staande stand bijna weer flauw. De arts vertelde aan Ton dat hij een onschuldig manco
had en dat hij over zes weken weer moest worden onderzocht; poliklinisch.
Ton mocht naar huis.
Maak een zelfde verhaal over Ton maar dan hoe het over twintig jaar aan toe zal gaan en wat
de arts aan Ton zal adviseren om te gaan doen. Vertel het in je eigen denktrant!
Na inlevering van de opdrachten zal het creatiefste verhaal hieronder worden gepubliceerd!