Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is

(Artikel in het beleggersblad "Beter beleggen")

Door ir. A.J. Muller , senior kennismanagement consultant, ALL WELL Thinkware

Inleiding

Met het in de titel genoemde spreekwoord kunt u zich enigzins voorstellen dat iedereen anders is en bepaalde zaken dus ook door zijn of haar eigen bril ziet. Met deze wijsheid in mijn achterhoofd heb ik mij in het voorjaar van 1998 aangesloten bij een beleggings-studieclub in Goes, Zeeland. Ik had de bedoeling om in mijn vrije tijd wat warm te draaien voor de toekomst wanneer ik nog meer vrije tijd zou krijgen. Zo zoetjesaan zag ik mijn leeftijdgenoten zich ook met andere zaken bezig houden.

Ik had geen noemenswaardige ervaring in beleggen, behalve dat ik ooit wat aandelen had gekocht en dat in mijn portefeuille (bij de Bank) had laten liggen.

Hoe is het gedrag van de particuliere belegger en wat zijn de verschillen met de werkwijze van de institutionele belegger? In mijn situatie was het zo dat ik mezelf bij de club mocht introduceren en wat van mijn achtergronden kon vertellen en welke bedoelingen ik had om mij bij de club aan te sluiten.

Daar ik weinig ervaring had in beleggen zou ik twee keer de avond bijeenkomst kunnen bijwonen en daarna kon men tot een beslissing komen of ik tot de club toegelaten zou worden.

In de tussenliggende tijd verzamelde ik via verschillende media en specifieke bronnen alles wat ik maar relevant oordeelde over beleggen in het algemeen.

Na twee maanden werd ik tot mijn verrassing door de nieuwe voorzitter tijdens de avondbijeenkomst gevraagd om als secretaris van de club te willen functioneren. Na enkele seconden aarzeling aanvaarde ik de benoeming en sprak ik de hoop uit dat ik de club met wat ik (op andere terreinen) weet misschien een dienst kon bewijzen.

Nu na ongeveer een half jaar heb ik binnen het clubbestuur een nieuwe lijn mogen helpen opzetten waarbij verschillende facilitaire zaken belicht zullen worden. Het faciliteren, of wel gemakkelijker maken van samenwerking binnen bepaalde werkgroepen is volgens sommige goeroes essentieel voor succes.

Ik volg hier een combinatie van verschillende methoden en wel die methoden die bewijsbaar resultaat geven.

In dit artikel zal ik de denkvoorkeuren van mensen in het algemeen en specifiek van beleggers belichten.

Denkvoorkeuren

Het is de verdienste van Ned Herrmann (89, 96) geweest dat bewezen kan worden dat niet alleen een linker en rechter hersenhelft van onze hersenschors verantwoordelijk is voor bepaalde denkwijzen en dus gedragingen van ons, maar dat ook het dieper liggende limbisch hersenstel daar ook toe bij draagt. Hij heeft zijn werk gestoeld op de bevindingen van de Nobelprijs winnaar, Dr. Robert Sperry. Ned Herrmann schat in dat 30 % van ons gedrag genetisch is dus bij onze geboorte overgeërfd is. De resterende 70 % komt voor rekening van onze vorming. Het blijkt dat dogmatisch gevormde mensen op latere leeftijd moeilijk zijn om te scholen. In Oost Europa kunnen wij er genoeg bewijzen van terugvinden.

Zoals wij ons nu gedragen maken wij voornamelijk gebruik van de vier hersenonderdelen met hun fysiologische onderlinge verbondenheid. Om onze fysieke toestand niet te hoeven meten, wat overigens wel kan maar omslachtig, tijdrovend en duur is, heeft hij een model gebouwd waarmee men deze denkvoorkeuren van mensen kan bepalen. Hiertoe heeft hij een vragenlijst samengesteld die de uitkomst bepaalt van onze denkvoorkeuren.

Uit honderdduizenden bepalingen zowel in de Verenigde Staten als in West Europa is eenduidig komen vast te staan dat er mensen zijn die voornamelijk met één hersenonderdeel (5%), met twee (58%), met drie (34%) of met vier hersenonderdelen (3%) denken. Deze vier hersenonderdelen heeft hij in zijn model de vier kwadranten genoemd. A, linksboven voor Ratio en Analyse. B, linksonder voor Orde en Organisatie. C, rechtsonder voor Emotie en het Aanvoelen. D, rechtsboven voor Innovatie en Chaos.

Dit gebeurt in werkelijkheid dus ook A in onze linker hersenschors, B in ons linker lymbisch hersendeel, C in ons rechter lymbisch hersendeel en D in onze rechter hersenschors.

Zie ook de volgende figuur.

Denkvoorkeurenprofiel naar NED HERRMANN


Uit de figuur kunnen wij opmerken dat een assenkruis als twee diagonalen door de kwadranten lopen en dat vier concentrische cirkels de mate waarin men zijn denkvoorkeur gebruikt, aangegeven. Waarbij men de grenswaarden 33, 66, 100 en 140 kan onderscheiden.

Ook ingetekend is een profielscore van een persoon die meer innovatief en rationeel dan emotioneel en geordend denkt.

Een score in een bepaald kwadrant tussen 33 en 66 is neutraal, noch afwijzend noch voorkeur gevend. Indien men boven de 100 scoort is men in dat kwadrant zeer dominant aanwezig en kan men het niet voor de omgeving verborgen houden. Een score hoger dan 70 is reeds dominant, terwijl men bij een lagere score dan 33 die denkwijze afwijst.

Het blijkt ook dat de denkvoorkeuren van vakspecialisten duidelijk anders liggen dan die van managers of die van grote organisatie directeuren.

Van verschillende beroepsgroepen heeft men nu duidelijke scoringsprofielen kunnen maken. Of uw denkvoorkeur strookt met het door u gekozen beroep kunt u via deze methode snel te weten komen.

Dat deze methode zeer geschikt is om onderlinge communicatie en verstandhoudingen tussen mensen binnen organisaties in kaart te brengen en naar aanleiding daarvan adequaat te reageren heeft u inmiddels ook al vermoed.

Het blijkt dus dat mensen die een bepaalde denkvoorkeur in een bepaald kwadrant als voorkeur hebben zich goed verstaanbaar kunnen maken t.o.v. hun soortgenoten in hun eigen kwadrant. (A-A, B-B, C-C, D-D). Of om bij ons vogeltje te blijven. Soort zoekt soort. Een langs één willekeurige zijde van het vierkant optredende verschil in denkvoorkeur geeft een ja-knik effect met het gevaar dat men langs elkaar heen loopt omdat men elkaar niet goed begrijpt. (A-D, A-B, B-C, C-D). Het geeft een complementair effect wanneer men zich in het tegenovergestelde kwadrant bevindt van de andere partij. (A-C, B-D). In deze situatie kan het voorkomen dat men de ander niet begrijpt. Niet kan begrijpen of niet wil begrijpen.

Degenen die alle kwadranten van hun denkvermogen even gemakkelijk kunnen inzetten overzien de algehele situatie ook veel beter. Zo iemand was Thomas Jefferson,

allrounder ( A-B-C-D). Winston Churchill was de geordende innovator (B-D) Terwijl Margaret Thatcher de geordende Iron Lady is. (B)

De belegger

Na het bovenstaande gelezen te hebben zult u zich afvragen hoe het met de belegger zijn denkstijl zal zijn. U zult het wel begrepen hebben dat de professionele belegger, dus iemand die de bezittingen in effecten van anderen beheert, voornamelijk rationele eigenschappen dient te hebben. (A) Hij zal ook geordend te werk moeten kunnen gaan om een goed beheer te kunnen uitvoeren.(B) Bovendien zal hij ook wat van de innoverende methoden moeten durven gebruiken anders houdt hij het ook niet meer bij (D).

Maar als particuliere belegger bent u als u het al vanaf het eerste uur doet waarschijnlijk ook een rationeel persoon. Maar zoals het CBS in een persbericht heeft doen uitgeven: " … het aantal particuliere huishoudens die effecten bezitten begin 1998 is tot 15 % van het totale aantal huishoudens gestegen. De gezamelijke waarde van hun effectenbezit bedroeg begin 1996 om en nabij een tiende biljoen euro. De waarde van de effecten in beheer bij de institutionele beleggers bedroeg toen 0,5 biljoen euro……"

Hieruit kunnen we inschatten dat, nu anno 1998 bijna ten einde is, waarschijnlijk ongeveer 16% huishoudens beleggen, dit zijn ongeveer achthonderduizend huishoudens. Uit zo’n grote populatie voornamelijk nieuwkomers van de laatste jaren 90 kan men weer concluderen dat het een diverse populatie beleggers moet zijn. Niet alleen in leeftijd en inkomen maar ook qua denkvoorkeuren en ervaring.

Met de methode van Ned Herrmann kunt u van uzelf een gedegen plaatje schieten voordat u zich op een voor u onbekend terrein begeeft.

Afhankelijk van de uitkomst kunt u dan de voor u meest effectieve weg bewandelen.

De methode van Ned Herrmann geeft aan hoe uw denkvoorkeur is, het zegt niets over uw verdere karaktertypering zoals vasthoudendheid, eigenwijsheid of uw andere persoonlijke eigenschappen zoals uw IQ of uw hoogtevrees. Het geeft wel aan welke denkwijze u volgt als u iets snel moet oplossen. Bijvoorbeeld gebruikt u dan juist A-D (uw intellect) of juist (B-C) uw instincten?

Als belegger kunt u zich misschien beter als een professional gedragen maar als dat voor u niet haalbaar is komt in het onderstaande mijn advies voor de vier afzonderlijke kwadrant-typen, indien u dus één van de vier denkwijzen prefereert.

A- type, rationele, particuliere belegger

U bent rationeel. Zorg wel dat u ook geordend te werk gaat en doe af en toe vernieuwende ideeën op bij uw club of andere bronnen van kennis.

B- type, geordende, particuliere belegger

Uw zin voor orde moet niet ten koste van de efficiency gaan.

Maak gebruik van nieuwe informatie- en kennisbronnen.

Maak ook eens gebruik van uw sociale netwerk.

Evalueer na een jaar of u nog meer methoden moet volgen.

Beslis dan welke richting u de komende tijd op moet gaan.

C- type, sociale, particuliere belegger

Wees op uw hoede voor al te mooie geruchten, controleer via andere bronnen of de geruchten op waarheid berusten. Het is vaak zo dat geruchten elkaar tegenspreken. Dit komt omdat situaties geen statische situaties zijn.

Probeer met een veilige methode wat winsten te behalen. Sluit u aan bij een studieclub waar men serieus u diverse methoden kan uitleggen.

D-type, creatieve, particuliere belegger

Zeven sloten zijn soms te wijd om in één keer genomen te worden , probeer het eens met één tegelijk. Kies de methoden die voor de beoogde doelstellingen het meest in aanmerking komen. Soms kan een combinatie van methoden de oplossing zijn!

Indien u toch nog vragen heeft kunt u zich bij de redactie vervoegen voor mijn adres of anders kunt u mij via e-mail bereiken