Half round the world in 34 dagen

Versie 2010-05-13
Van D-Day +15 tot D-day + 34!


Je bent bezoeker:


De route was 3200 km lang

Deel III: De Zuid Oostkust van Australië



Dag 16:Woensdag 8 april 2009: Onderweg naar Sydney

Dat betekende dat wij een dag hadden overgeslagen in het vliegtuig

Dag 17: Donderdag 9 april  2009: Aankomst in Sydney

Want toen wij om half zeven boven Sydney vlogen en aanstalten maakten om te landen was het al donderdag terwijl wij dinsdag weggingen. De landing ging vrij soepel in tegenstelling tot sommige gedeelten van de vlucht waarbij wij met de gordel om  moesten blijven zitten.

De douaneformaliteiten waren iets minder streng als die van de V.S. maar je moest toch eerst een kaart invullen dat je geen zaden, grondsoorten en levende dieren naar Australië meenam. Een meisje en haar vriend hadden wel ingevuld dat ze tussen haar schoenzool profiel Amerikaanse grond had meegenomen. Daar wist de douanier eerst geen raad mee. Maar toen hij onder haar schoenen keek liet  hij haar toch door gaan.

Ik had wel een adres van het Apollo auto verhuur bedrijf maar geen goede kaart van de situatie. Bij de infobalie vertelden zij mij dat het alleen per taxi te bereiken was. Wij gingen eerst op een bankje dicht bij de taxistandplaats zitten omdat wij veronderstelden dat het kantoor van Apollo niet voor achten open zou zijn.

Tegen achten gingen wij dus in de rij bij de taxistandplaats staan en wij werden door de organisatrice in een taxi ingedeeld die volgens de taxichauffeur (een kleine man uit India van origine) al een uur had staan wachten. Hij mopperde ook dat deze rit niet zover was en hem dus niet veel zou opleveren. Hij mopperde weer dat de koffers zo zwaar waren en niet eens allebei achter in zijn kofferbak konden..

Maar uiteindelijk bracht hij ons toch bij Apollo en gingen wij ons inchecken.

Er was een klant voor ons maar van een andere medewerkster kreeg ik te horen dat het voor ons niet lang zou duren want wij hadden alles al van te voren laten regelen door WRC.

  Na wat formulieren ingevuld te hebben en de rijbewijzen van ons bekeken en genoteerd te hebben moesten wij een waarborg van 2000 dollar per creditcard afgeven dat teruggestort zou worden  indien de auto zou worden teruggebracht in Melbourne.

Toen kregen wij de auto. Het was weer een zilvergrijze. Dit keer een Toyota Camry. Volgens ons was hij bijna zo groot als de Scorpio. Ook een automaat.

Ik reed er zo mee weg maar moest toch even wennen aan het links rijden en de bediening van een nieuwe auto. Ik werd meteen in het diepe gegooid want Sydney is natuurlijk een miljoenenstad en het verkeer houdt geen rekening met Europeanen die het links rijden niet gewend zijn. Bovendien moesten wij het hotel zien te vinden. Het was midden in de stad maar het waren vaak één richting wegen. Dus toen José mij geen richting kon aangeven stopte ik bij een park waar het niet zo druk was en keek mee op de van Apollo meegekregen directory van de stad.. Omdat wij ook niet direct naar het hotel konden gaan om tien uur besloten wij om eerst naar Bondi Beach te gaan. Daar waren wij al dicht in de buurt. Maar eerst zag José een supermarkt  en dus moesten wij de auto ergens parkeren. Dat ging gelukkig ook vrij vlot want het was een minder drukke buurt. De supermarkt bleek een tankstation super te zijn, dus was het voor vele eetwaren te duur en veel dingen kon je juist niet krijgen.


Op weg naar Bondi Beach

Wij besloten de auto te laten staan en te voet naar Bondi Beach te lopen.

Het was nog een kwartiertje lopen  maar het weer was boven de twintig graden en de zon scheen volop. Onderweg  ernaar toe kwamen wij een supermarkt tegen en José  besloot daar nog wat inkopen te gaan doen voor  onze verdere reis.

Wij naderden Bondi Beach via de westkant en gingen eerst naar het mooie rotspad dat daar begint en verder naar het westen  gaat.


Apartementen met uitzicht op Bondi Beach

Bondi Beach deed ons denken aan Kuta Beach op Bali. Er waren veel sportievelingen die gingen surfen, joggen of zwemmen. Na wat over het strand gelopen te hebben gingen wij weer omhoog richting de auto. Maar eerst nog boodschappen gedaan in de Supermarkt.Een mix tussen Aldi en Lidl. Wat etenswaren en krachtvoer gekocht. Wat wij opmerkten was dat Australische wijn hier duur is.

Daarna de auto gekeerd en op weg naar het hotel. Omdat het moeilijk zoeken is en tegelijkertijd  heel erg druk . Was het geen wonder dat niet alles even vlekkeloos verliep.

Op de verkeerde rijbaan voorsorteren omdat wij te laat merkten dat wij links of rechts af moesten slaan was nog het minste. Maar toen ik een dubbel lange autobus op ons af zag denderen omdat hij net door oranje gereden was en ik aan het afslaan was en hem dus niet zag aankomen. Maar gelukkig waren de remmen van onze auto heel effectief en stonden wij meteen stil toen ik op de rem trapte. Hij ging dus vlak voor ons langs naar de overkant van de brede oversteekplaats.


Bondi Beach

Daarna aan een Australiër die bezig was een bestelauto te lossen gevraagd waar de Pittstreet was. De man legde het eerst uit op onze directory maar omdat hij daar niet goed mee overweg kon nam hij zijn eigen stadsplattegrond als voorbeeld. Toen hij begreep hoe hij het moest uitleggen tekende hij op onze directory de route met een balpen op. Dat gaf het volgende probleem dat José niet wist wat voor straat er onder te lezen was.

Na nog een keer fout te zijn gereden kwamen wij om half twee bij het hotel aan.

Het was een smalle hotelingang aan de drukke Pittstreet in het midden van het Centrum. De meeste gebouwen rondom waren van 30 of 40 verdiepingen.

In de lift zag ik later dat de onze 24 verdiepingen had.

Bij het inchecken  vertelde de deskmedewerkster dat er nog geen kamer vrij was. Maar na heen en weer gebel zij ze even later toch dat er een kamer voor ons al net klaar was. Wij kwamen dan ook  een beetje te vroeg aan.

De auto hadden wij voor het hotel gestopt om uit te laden. Wij vroegen waar hij gestald kon worden. Recht aan de overkant is een parkeergarage. Het kost 25 dollar per etmaal had ik inmiddels uit het gesprek van een hotelgast die ook incheckte gehoord. Na de keycard van het hotel te hebben ontvangen gingen wij de auto stallen aan de overkant. Omdat wij niet wisten waar de ingangen waren en alleen één ingang net achter ons hadden gezien, reden wij de auto iets achteruit om vervolgens met veel heen en weer gemanoeuvreer het binnen te loodsen . De eerste verdieping was vol. De tweede ook. De derde idem. Het ging zo door totdat wij bij de nde waren. Wij dachten eerst dat n=5 was maar dat bleek de volgende dag fout te zijn.  

Omdat wij de volgende dag door wilden rijden besloten wij direct na aankomst  naar buiten te gaan om de stad te bekijken en te ervaren. Maar eerst maakten wij de lunch klaar van wat we op de super hadden ingekocht.

Het was donderdag voor  Goede Vrijdag dus de hele  stad bruiste  nog even door voordat iedereen vier dagen met vakantie ging. Ze liepen bijna allemaal even hard. Alleen in New York liepen ze (in 1983) nog harder dan in Sydney vonden wij. Maar misschien kwam dat omdat wij 17 en 25 kg rugzakken met ons meetorsten toen.  

Maar in tegenstelling tot de V.S. waar veel mensen met loopproblemen nog over de straten strompelen is het in Australië te danken aan hun gezondere levensstijl. Veel sporten en beter brood eten.

Wij liepen dus naar buiten en gingen prompt de verkeerde richting op. Als je denkt dat de haven lager ligt  heb je het ook mis. Overal zijn heuvels. Dus daar kun je je niet op oriënteren. En op de zon kun je ook niet vertrouwen. Als het bewolkt is zie je door die hoge gebouwen ook niet goed waar hij opkomt en onder gaat. Logisch geredeneerd zou hij iets in het noorden staan. Maar de praktijk is moeilijker. José had een andere oplossing. Vraag het aan één van die vier miljoen Sydniers die moeten het bijna allemaal wel weten. Zo gezegd zo gedaan. Ik vroeg een jongeman waar de Harbour Bridge was. “Deze straat helemaal uitlopen en dan komt u er van zelf. Maar u kunt beter de bus nemen want het is wel een half uur lopen “, zei hij. Dat wimpelden wij af . Na een halve dag lopen kan dat halfuurtje er ook wel bij.


Pitt Street oversteken

Misschien had hij medelijden met die opa en oma met hun rugzakjes.

Wij liepen dus de aangeduide richting op. Onderweg kwamen wij heel veel dingen tegen. Wij liepen door een soort China Town met heel veel Chinese winkels en andere grote gebouwen. Te veel indrukken om in een keer vast te leggen. Wat José opviel was dat de meesten goed gebouwd en goed gekleed waren. Niet zoals de dikkerds in de V.S.


Onder de Sydney Harbour Bridge genietend van het uitzicht

Na een half uur waren wij bij The Rocks, de originele oude wijk van Sydney. De weg liep verder door naar de Harbour Bridge, een brok oude techniek met veel staal en klinknagels. Wij maakten veel foto’s van de brug van alle kanten maar wij bleven aan de zuidwest kant. Wij zagen veel rondvaartboten heen en weer varen en sightseeing bussen onder de brug stoppen. Wij liepen een half uurtje bij de brug en fotografeerden de Opera House van de overkant van de inham. De inham was de aanlegstijger van veel Ferries en rondvaartboten. Aan de walkant waren de hoogste gebouwen van Sydney, 40 tot 50 verdiepingen hoog.


Nu onder de brug door gezien


Opera House dichterbij gehaald

Wij liepen om de inham waar veel restaurants met terrasjes waren naar de Opera House, een subliem stukje architectuur en technische hoogstandjes. Op een van de foto’s die ik maakte is de grootte van de gebruikte tegels die als dakbedekking werd gebruikt , te zien.


Harbour Bridge waar we geweest waren

Het gebouw deed mij denken aan de Aula van de TU Delft, maar dan veel en veel mooier.   


Harbour Bridge vanuit een andere hoek

Een van de wolkenkrabbers had een buitenkant van spiegelend glas. Het was zo spiegelend dat een ander hoog gebouw erin weerkaatst werd. Het gaf een speciaal effect. Net of het andere gebouw door termieten werd aangevreten.


Zo ziet het er van dichtbij uit

De terugweg  liepen wij langs een parallelweg. Maar daar waren te weinig winkels. José wilde liever langs die andere straat. Dus staken wij een paar blokken over en kwamen wij op de winkelstraat uit maar dan aan de andere kant.


Moeilijke betonbekisting

Dicht bij ons hotel Ibis zagen wij een monorail tram op ongeveer 10 m boven de grond ons tegemoet komen. Geen tramrails op de grond maar je moet wel even wennen als er om de vijf minuten een tram vlak voor je raam voorbij rijdt.


Sydney Center op de achtergrond

Wij liepen langs een Thaïs restaurant dat naast het hotel was gevestigd. Dat bracht ons op het idee om ’s avonds daar te gaan eten.


Monorail boven de straat

Na het douchen gingen wij er naar toe. Het was er flink druk. Maar gelukkig hadden ze op de verdieping nog plaats. Het was er net als in de tropen, hel verlicht en naar Europese begrippen  kaal en sober. Maar wij zijn nu in Australië en hier gelden dus andere normen. Het restaurant werd bezocht door jongelui die druk met elkaar zaten te praten of af en toe met een mobieltje tegen het oor luid zaten te spreken want aan geluiddemping doen zij er niet.


Een trein voor je raam twee hoog

Wij bestelden nr 28 en ik nr 31. José kreeg witte rijst met een groente vleesgerecht en ik kreeg groente vleesgerecht met witte rijst apart.


In de avond naar Saap Thai

Ze waren beide gepeperd (pedes) en bovendien kreeg ik er nog twee trosjes zwarte peper erbij. Gelukkig herkende ik ze wel dus een branderige keel werd mij bespaard. Maar om de hete smaak te verdrijven dronk ik een palm sap. Het smaakte flauw zoet.

In tegenstelling tot de Indonesische keuken waar praktisch alles gaar gekookt wordt is de groente knapperig half gaar gewokt.

Buiten was de temperatuur  nog aangenaam om rond te wandelen  maar helaas hebben wij van Sydney by night niet veel kunnen meemaken door de jetlag.

Omdat wij nog last hadden van deze jetlag gingen wij toch direct naar bed om uit te rusten

Dag 18: Vrijdag 10 april  2009: van Sydney naar Port Macquarie

Wij besloten deze dag wat vroeger dan de officiële uitchecktijd van elf uur te vertrekken. Na afgerekend te hebben aan de balie zou ik de auto uit de garage ophalen en José zou op de bagage letten want de baliemedewerker wilde geen verantwoording nemen om op de bagage te letten. Waarschijnlijk uit eerdere slechte ervaring.

Ik kreeg twee insteekkaarten mee voor de garage slagboom . Ze nummerde de kaarten want bij de een kreeg je het bedrag dat je verschuldigd was te zien en met de ander werd het gereduceerd tot het bedrag dat je bij het hotel per etmaal ervoor moest betalen

Maar eerst kreeg ik de kwitantie dat ik de avond tevoren ook nog Internet voor een half uur had gebruikt dat was het minimum. Ik had nog mailtjes verstuurd en deze blog geupload.

Omdat het Goede Vrijdag was waren de winkels gesloten en  de lift uit de garage die in de winkelgalerij was ook. Ik ging dus maar te voet de garage in en zag dat het per verdieping in tweeën was ingedeeld.

Een helft voor het publiek en de andere helft voor vaste klanten, die kregen ook vaste plaatsen toegewezen, te zien aan de kentekenborden  op de vloer.

Ik dacht dat de auto op de vijfde verdieping aan het eind van de etage stond maar hoe ik ook keek hij was er niet. Er spookten al vreemde gedachten door mijn hoofd. Zou de auto na de eerste dag al gestolen zijn?

Ik zocht een verdieping lager maar daar was hij ook niet. Wel kwam ik een Aziatische vrouw tegen, waarschijnlijk een toerist, die vroeg of er nog een lift was naar boven.

I k zei dat ik dat niet wist want ik was naar beneden komen lopen.

Toen nog een verdieping lager de 7de verdieping dus, maar daar evenmin. Nog lager  de achtste verdieping en daar vond ik een zilvergrijze Camry met de kentekens die op de sleutelhanger stonden. Ik was natuurlijk opgelucht. En  reed meteen volgens de bordjes exit naar buiten totdat ik bij de slagboom kwam. Ik stopte kaart nr 1 in de sleuf en zag  $ 83 op het scherm staan. Toen kaart nr 2 , ik kon niet lezen wat er na kwam want toen ging de slagboom omhoog en ik gaf gas en was meteen buiten. Ik kwam  ergens aan de andere zijkant van het blok uit, dus als ik een keer links zou rijden zou ik voor het hotel kunnen komen. Dat klopte. Ik stopte achter de taxi die daar op klanten wachtte  en ging naar José toe. Die zei dat zij duizend angsten had uitgestaan en niet wist waar ik gebleven was..


Na 3 uur in de file eindelijk de ruimte

Maar na het inladen van de koffers reed ik richting Harbour Bridge. Midden in de stad was het nog niet zo druk. En konden wij nog normaal rijden. Ik stond natuurlijk een paar keer verkeerd gesorteerd en moest dus naar een andere lane maar gelukkig namen de meesten het sportief op. Slechts enkelen toeterden als ik van baan ging veranderen bij een rood stoplicht.

In tegenstelling tot de VS waar ze het stoplicht aan de overkant hebben en Nederland waar ze het stoplicht voor het kruispunt hebben en soms ook nog wel aan de zijkant, hebben ze hier het stoplicht aan de overkant maar ook voor het kruispunt. En ook veel verkeersregels zijn beter geregeld dan in Nederland. Hier krijg je van te voren al een bord dat je je snelheid van 100 naar 80 of van 80 naar 60 of 40 moet bijstellen.


Af en toe een rivier over

Na een kwartier waren wij over de brug en gingen noordoostwaarts richting New Castle Het was de nationale hoofdweg maar doordat iedereen met caravans en boten trailers en vakantiebagage  ook op die weg wilden schoot het niet op. De eerste 100 km deden wij drie uur over en de volgende twee honderd km nog eens drie uur.


Brede straat voor de hostel

Tegen vijven kwamen wij in Port MacQuarie aan. Een mooie badplaats met een geschiedenis. Aan de rand van de stad vroegen wij aan een oud paar of wij in Port Mc Quarie waren.. Yes , zeiden zij en wezen hoe wij naar de City moesten rijden. José had in het boek van Elly en Piet over Australië gelezen dat er een hostel in de Church street was. Die was na enig vragen aan voorbijgangers en aan overburen in de Church street gauw gevonden.

Wij vroegen of er nog een kamer voor twee was maar uit de uiteenzetting die de Hostelhoudster ons gaf was gauw duidelijk dat dit niet het geval was. Ik sliep in kamer C en José in kamer D. En daarna bleek dat José in een kamer voor 6 personen zat en ik in een kamer voor 4. En pas later bleek dat het gemengde kamers waren en dat er stapelbedden waren.


De gemeenschappelijke ruimte van de hostel

Maar ja in ziekenhuizen waren er ook al gemengde kamers. Maar hier hadden ze geen gordijntjes. Wij namen eerst nog een douche voordat wij de omgeving gingen verkennen. Wij parkeerden de auto bij het uitzichtpunt  dat over de ingang van de haven uitkeek. Het was al donker dus zagen wij alles bij maanlicht want dat licht werd door de zee gereflecteerd. Het gaf een bijzonder effect. De rimpelige zee met de contouren van de rotsen aan landzijde. Hoe het er bij daglicht er uit zou zien zouden wij pas de volgende dag ervaren.

Wij parkeerden  de auto voor de hostel want de straat was wel 20 m breed  en gingen daarna de stad in om wat te eten. Bij de kleine Mc Donald hadden ze geen slaatje wel bij een andere fastfood tent.

Wij bestelden allebei de zelfde salade met dezelfde dressing en werden zelfs aan een tafeltje bediend als nr 14.

Wij gingen verder wandelen langs alle etalages en kwamen veel Makelaars kantoren tegen. De huizenprijzen zijn ongeveer de helft als die van onze omgeving, is mijn inschatting. Hiermee bedoel ik de uiterlijke kenmerken. Of ze kwalitatief ook aan onze normen voldoen is nog de vraag.

 De rest van de avond keken wij samen met andere hostelgasten in de huiskamer naar de Australische Rugbywedstrijden. Het is een sport niet voor watjes maar voor Aussies.

Toen ik in bed wilde stappen zag ik dat er op een bovenbed aan de overkant een dame in bed lag. Ik zei hello tegen haar en ging mij omkleden in pyama en  klom daarna in bed. Na eerst de twee lakens en de deken goed getrokken te hebben natuurlijk.

Dag 19: Zaterdag 11 april  2009: van Port Macquarie naar Lismore


Zonsopgang

De nacht heb ik niet goed geslapen. Dit kwam waarschijnlijk omdat ik het te warm had in mijn pyama. Ik moest twee keer naar het toilet en bij de eerste keer om twee uur vergiste ik mij in de ijzeren sporten van de ladder en viel van een meter hoogte meteen op de grond. Zonder om te vallen. De tweede keer om vier uur ging het beter. Maar om zes uur werd ik weer wakker en besloot om op te staan.


Subtropen in de ochtend

Om kwart voor zeven was de zon al op en ik ook. Ik ging foto’s nemen van de hostel en de omgeving. Daarna ging ik naar het strand, een minuut of vijf lopen.

Er waren al een paar mensen op die ook aan het fotograferen waren.


Ontbijten in de veranda

Ik zag dat er een kanon op de plek waar wij de avond tevoren waren onder een afdakje stond. Het had een historische betekenis. Het beschermde de haven.

De bank waar je op kon zitten en naar zee kon kijken was door een Duits dorp geschonken.

Behalve jeugdige backpackers waren er ook moeders met schoolkinderen in de hostel en ook een paar oudere mensen van middelbare leeftijd. Wij waren beslist de oudsten.


De hostel van voor gezien

Tegen kwart voor negen was José ook wakker en ik gaf haar de handdoek.

Nadien aten wij en checkten wij uit.

Wij gingen weer naar de plek aan het strand waar ik ’s morgens ook al geweest was.

Niet lang daarna gingen wij verder naar Coffs Harbour.


Appartementen met uitzicht op zee te koop

Het bleek ook een toeristisch plaatsje te zijn. Wij gingen dicht  bij het strand de auto parkeren en liepen even het strand op. Er waren surfers met hun sport bezig.

Wij bleven niet lang. Na een lunch die wij zelfs klaarmaakten gingen wij verder. Maar het weer werd slechter. Het ging regenen. Tot overmaat van ramp gingen wij naar een plaatsje Byron Bay waar met Pasen een festival werd gehouden. Honderd duizenden mensen gingen er heen. Tot ver in de omtrek waren de wegen tjokkevol en de motels en hotels idem ditto.

Wij reden eerst stapvoets met de file mee tot wij het dorp uit waren en besloten toen om terug te gaan naar Ballina waar wij motels nog vakant zagen. Dat was dus vijf en dertig km terug. Wij vroegen onderweg ook aan een campinghouder of er nog een cabin beschikbaar was. Maar alleen als je een tent had kon je daar staan. Dus gingen wij verder naar een motel. Maar een Schots doedelzak gezelschap was ons net voor.


Bij Coffs Harbour

Wij hoorden hun doedelzak geluid wel maar dat was het enige leuke aan hun. Zij hadden dus ons onderkomen weggefloten. Maar de hotelhoudster wist ons te vertellen dat er een dertig km van de kust, in Lismore genoeg hotels en motels te vinden zullen zijn. Dus gingen wij in het pikkedonker een smalle weg in op weg naar die stad. Het regende pijpestelen en ergens zaten wij opeens in de wolken. En ook het verkeer van voor was erg hinderlijk want de wegen waren smal en de auto was erg breed. José zei dat ik te vaak te veel aan de kant reed. Dan zei ik weer dat ik dat liever had dan tegen een tegenligger aan te botsen. En van de lokale rijders van achteren hadden wij ook last. Als ik te langzaam reed kleefden zij aan onze bumper en werd ik door hun koplamp ook verblind en als ik harder reed zei José weer dat ik veel te hard reed terwijl  ik de bochten in de weg niet kende.

Eindelijk bereikten wij nog steeds in de stromende regen de stad Lismore en aan de rand vroeg ik aan een  benzinepomphouder waar de motels te vinden waren. Bij de eerste rotonde aan de linkerkant.

Terwijl ik terugliep naar de auto zag ik dat er op een tiental meters afstand van ons brandweerlieden op het dak van een huis bezig waren. Was er brand geweest of moest er iemand van het dak gehaald worden? Ik weet het tot nu toe nog niet.

Wij reden dus naar de eerste rotonde en zagen daar een Motel. Maar wij waren de ingang al voorbij gereden. Dus keerden wij bij de volgende rotonde en gingen bij het motel vragen wat zij aan te bieden hadden. Veel te duur vonden wij. Wij gingen naar de volgende even verder op. Die was nog duurder. Wij besloten aan een andere benzine pomphouder te vragen of hij nog meer motels wist en waar die te vinden waren. Maar voordat wij dat konden doen reed ik eerst met het linker voorwiel in een kuil en daarna volgde het achterwiel. En wij hoorden een harde klap. Het chassis was tegen de rand van de kuil gekomen. In het donker waren de kuilen niet te zien. De koplampen schijnen er overheen en alles was zwart. Zodat je geen kuil kon zien. Gelukkig was er niets beschadigd.

Even later zagen wij  motel Anza en die bleek het voordeligst te zijn.

Bij het per creditcard betalen duurde het heel lang voordat  het geaccepteerd werd. Een tweede creditcard gaf meer snelheid maar toen wisten wij niet of er een of twee keer betaald was. Dat zou de volgende ochtend wel blijken. Voor de zekerheid had ik hun e-mailadres opgeschreven. Ze wisten ons te vertellen en op een scherm laten zien dat er een regenzone, twee keer zo groot als Nederland  van het noorden naar het zuiden trok. En het waait hier bijna niet dus zouden wij enkele dagen in de regen rijden. Niet lang daarna konden wij onze kamer betrekken. Jammer genoeg niet op de begane grond.


Bij Byron Bay

Het was een verademing om weer een kamer voor ons alleen te hebben.

Na een  lekkere douche gingen we onze alternatieve maaltijd nuttigen: noten, spinaziechips en wijn.

Tevreden gingen wij toch vroeg naar bed. Hoewel het een gehorige kamer was sliepen wij toch goed die nacht.

 

Dag 20: Zondag 12 april 2009: van Lismore naar Armidale

In de ochtend het zelfde ritueel , douchen, ontbijten, blog schrijven/lezen , koffers pakken en uitchecken. Het motel had een zwembad in het midden van de parkeerplaats. Wij laadden de koffers, tassen en rugzakken in de auto en checkten uit.


Onderweg boodschappen doen

Volgens de receptioniste was er maar één keer betaald..


Door rijden maar en niet stoppen

Wij tankten eerst de auto vol unleaded en gingen toen op weg naar het binnenland..

Wij zagen dat Lismore een redelijk grote stad was met een universiteit. De wegen waren ruim bemeten en op iedere grote kruising was er wel een roundabout.


Door rijden in de herfstregen

Al gauw waren wij buiten de stad en zagen wij wat voor wegen het eigenlijk waren waar wij de vorige avond in het donker en in de regen hadden gereden.

Het was tamelijk goed geasfalteerd maar aan de rand waren er vaak kuilen doordat de ondergrond door de zware regens soms was weggespoeld. De borden met flooding area gaven niet voor niets aan dat je beekjes en grote plassen op je weg kan tegenkomen. Wij hadden wel ABS op de Camry maar of het zou helpen als je al aan het aqua planen bent daar ben ik niet zo zeker van.


Vier sterren hotel met zelfbediening

De bochtige weg ging door drie nationale parken waarvan wij in een ervan tien meter te voet hadden betreden om een boomtoilet op te zoeken. Het was redelijk druk met Pasen. Allemaal recreanten met bootjes en tenten op, aan of in de auto. Ook oldtimers werden van stal gehaald. Wij werden achtervolgd door een oude Morris Oxford uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Hoewel hij helling op niet zo goed meer kon optrekken hield hij ons zeker bij. Want in het scheidingsgebergte ging het 32 km met bochten door de bossen. Toen wij dus even stopten hoorden wij de Morris met veel lawaai en veel geschakel langs ons heen rijden. Overal zag je borden met kangoeroes , koala beertjes en schoolkinderen. Gelukkig was het vakantie dus waren er geen doodgereden kinderen langs de weg. Wel zag José twee dode kangoeroes, de één zo groot als Tiga, onze vroegere hazewind, was nog puntgaaf.

Wij reden daarna, na het hoogste punt op 885 m , naar het andere rivierengebied.


Vier sterren hotel uit vergane glorie dagen

Via Glenn Innes, kwamen wij weldra in Armidale een historische stad met de meeste oude gebouwen van de streek. Wij keken uit naar motels en gingen bij een paar navraag doen wat zij aan konden bieden. Plotseling zagen wij een oud bruin vier sterren hotel. Wij stopten en vroegen wat het koste. 50 dollar zei de bardame. Mogen wij de kamer zien vroegen wij weer. Het bleek een soort familie hostel te zijn. Op onze kamer waren bedden voor vijf personen. Onder een van de stapelbedden was een twee persoonsbed. Wij nemen hem. Dus ook de douches en toiletten op de gang.


Vier sterren hotel uit vergane glorie dagen

In de avond gingen wij bij Mc Donald een Taco Salade eten en daar gratis Wifi-internetten en mailen. Het was er druk bij de Mac. Om half tien kwamen wij bij het hotel terug maar alle ingangen waren gesloten. Dus tikten wij met de sleutel tegen de ruit en werden zo binnengelaten. Er waren nog een handvol mensen achter de bar.


Nog een laatste pose op het balkon van het vier sterren hotel uit vergane glorie dagen

 

Dag 21: Maandag 13 april 2009: van Armidale naar Dubbo

In de avond tikte ik nog wat verder in de blog tot wij om kwart voor elf naar bed gingen.


Pas op de Koalabeertjes!

Er was geen TV op de kamer dus moesten wij ons zelf vermaken. We planden dat wij de weg naar Tamworth zouden nemen zo’n 100 km verder op en daar tanken en naar het weerbericht vragen.

Wij maakten nog foto’s van het hotel, een vergane glorie 4 sterren hotel. Nu is het een vervallen familie hotel voor bijna backpackers. Onze kamer had vijf slaapplaatsen. José wilde persé een foto van haar op het balkon hebben. Ze kreeg er drie. Toen ik later het hotel door de baringang binnenging was de hotellier binnen. Hij vroeg mij waarvoor de foto’s waren. Wij zijn toeristen uit Holland en hebben hier geslapen zei ik. Hij knikte en ging weer verder met zijn werk. Achter de bar was een klant een pilsje aan het drinken , om half tien ’s morgens. Wij brachten eerst de tassen en de doos met proviand naar de auto. Daarna de koffers en terwijl ik dat deed wilde ik de sleutels teruggeven maar de hotellier was ergens anders aan het werk. Na heen en weer gezoek vond ik hem in de feestzaal waar hij met opruimwerkzaamheden bezig was. Ik zei dat ik wilde uitchecken en dus de sleutels wilde teruggeven. Het is Ok zei hij en wij gingen het hotel uit.


Als je hier woont is een Jeep hebben verplicht!

Wij besloten eerst naar de wegwijzers in het centrum van de stad te rijden en Tamworth  op te zoeken.


Pas op de vrachtauto's!

Die vonden wij gauw en in de grauwe regen gingen wij richting Tamworth. De streek was heuvelachtig met hier en daar bossen en soms graslanden die er geel uitzagen.

Bij Tamworth wist de pomphouder niet wat voor weer het zou worden en een in de rij wachtende klant ook niet. Dus besloten wij niet naar de Blauwe Bergen bij Sydney te gaan omdat het glad en gevaarlijk zou zijn om op glibberpaadjes op de kliffen te gaan lopen.


Zoals deze!

De regen werd soms nog erger en  vaak waren de twee  baans wegen vol met plassen in de wielsporen. Eén keer was ik niet alert genoeg en voelde ik de auto naar links trekken omdat het linker wiel in een plas reed. Het rechter wiel trok dus harder en daardoor ging de auto naar links. Mijn reactie was meteen corrigeren, maar dat gaf een overshoot tot gevolg zodat ik naar rechts ging en voor een derde deel op de andere weghelft belandde. Gelukkig was daar geen verkeer. En bij de snelheid van 85 km/uur ging dat met de Camry zonder problemen met de vering. Ik herstelde de richting van de auto wat voorzichtiger zodat hij op onze helft weer goed reed.

In het vervolg lette ik goed op waar de plassen waren en als er voor ons auto’s reden kon je goed zien waar de plassen waren als die er het eerst overheen reden.


In Dubbo is dit een oud gebouw

Wij reden de hele dag door de regen en José ging uit verveling alle soorten van verkeersborden proberen op de foto vast te leggen. Ze had al alle soorten gefotografeerd behalve de koala beertjes. Dus toen er weer een voor ons opdook en er geen auto’s achter ons waren stopte ik en kon zij een mooie foto ervan maken. Wij stopten om de twee uur bij de rest areas en gingen naar de restrooms. Et was soms een RVS toiletpot met een heel diep gat erin. Het werd nooit schoongemaakt zo te zien maar er was ook geen kraan in de buurt.

Na Coonarabrabran was er zelfs geen toilet, je moest het maar ergens in de bush doen.


Op vakantie nemen ze hun tweede huis, camper en boot mee!

Er was dan ook niemand die stopte. Toch waren er telkens nog veel borden te lezen met de slogan: Stop, revive, survive! Nou dat wist ik maar al te goed!

Later, een honderd km voor Dubbo kwamen we in een vlakte terecht waar de wegen recht liepen. Ze schroefden de max snelheid op naar 110 km/uur. Dat betekende dat bijna iedereen 120 km/uur reed. En als je een rij vrachtauto’s van de andere kant tegemoet reed moet  je  dus rekenen op een verschil van 240 km/uur zodat  alle water dat van boven en van beneden komt omhoog gestoven werd. Je moest de ruitenwisser dan op de allerhoogste snelheid brengen.

Voor vier uur kwamen wij in Dubbo aan, José had in Australia Footprints al gelezen dat er daar veel hotelaccomodatie te vinden zou zijn. Van Backpacker hostels via b&b tot superdeluxe hotels en motels. Ik zag een tourist info bord staan. Daar ging ik heen en vroeg welke motels er waren tegen welke prijzen. De medewerkster gaf mij een overzicht van alle beschikbare overnachting accomodaties. Een bladzijde met een kalender waar rode en groene plaatsen waren en een bladzijde met een kaart en nr van de hotels en de prijzen. Wij kozen voor nr 31 en 32 . Wij stopten bij 32, Western Motel voor 69 dollar maar de lobby was rommelig. De volgende was Formula 1 Motel en zag er schoon uit. Bob had er ervaring mee. En inderdaad was de ruimte overal net aan. Ken Net, zouden sommigen zeggen.

Wij installeerden ons en gingen over de brug naar de stad. Toen kwam de zon even van uit de wolken er onder uit schijnen. Het was bijna half zes.

Dat gaf een vreemde lichtval. Die heb ik op de foto kunnen vangen.


Toen scheen de zon even weer door de wolken!

Wij liepen langs de Mac en zagen vijf zwijnen met de koppen naar beneden achter een pickup hangen. Op de pickup lagen twee (jacht)honden. Even later zagen wij de jager naar de Mac lopen. Ik maakte foto’s van alle drie.

Toen liepen wij langs Red Rooster, de concurrent er naast. Vonden wij maar niks. Daarna naar de tent er naast. Pizza Hut. Dat vond ik ook niks , geen groenten. Dus terug naar de Mac. De zwijnen waren weg. Wij bestelden onze salades en liepen daarna in het donker naar het hotel. Voor het slapen gaan keken wij nog even TV.


Vijf zwijnen voor Mc Donalds!

Maar ik was te moe om nog verder de blog bij te werken.

 

Dag 22: Dinsdag 14 april 2009: van Dubbo naar Canberra


Moderne kerk in Dubbo

Het was in de ochtend nog niet helemaal droog bij het wegrijden. Maar na een paar honderd km rijden werd de bewolking minder grijs.

Af en toe kwam er een  stukje blauwe lucht boven ons.

Wij gingen bij Bathurst van de grote weg af en kwamen op een secundaire weg richting Cowra. Een heel goed te berijden weg  erv waren wel is waar bijna geen inhaal banen maar de weg was breed genoeg om in te halen of ingehaald te worden.

José zei dat ik al een echte links rijder was geworden.


Een oudere pastorie

Bij Bathurst volgden wij eerst een ringweg maar die liep dood op een industrieterrein. Toen maar via het centrum naar  Cowra. Daar waren wij even de weg kwijt en ik vroeg bij een fietswinkel de weg naar Canberra via Cockren. De oude winkelier moest eerst nog leesbril halen om op de kaart te kijken waar wij heen moesten. Hij zei dat wij eerst over de brug moesten en daarna linksaf. En inderdaad zagen wij Canberra 180 km al staan.


De jongelieden konden thuis voordrinken!

Na een uur of twee naderden wij de stad en José had een overzicht kaart van het Formula 1 Hotel in Canberra waar wij naar toe moesten. We konden langs de hoofdweg gaan, linksom. Of via de stadsroute, rechtsom. Ik stond in de drukte voor een stoplicht en moest noodgedwongen de stadsroute nemen. Maar dat ging goed en na 4 km waren  wij bij het hotel en chekten ons in.

Daarna gingen wij voordat het donker werd per auto nog de stad in. Bij het info center kregen wij uitleg over musea en welke hotelaccomodaties er waren. Wij hadden al de goedkoopste.


Wilde Kakatoe in Dubbo

In de avond keken wij TV en praten nog wat na.

 

Dag 23: Woensdag 15 april 2009: Nog een dag in Canberra

In de ochtend hadden wij  nog een nacht bijgeboekt.


National History Museum of Australia: parkeerplaats

Daarna gingen wij de kaart bestuderen die wij van het toerist info bureau gekregen hadden.


National History Museum of Australia : ingang naar de tentoonstellingen

Wij besloten naar het Australian Museum te gaan en daar de auto te parkeren.


National History Museum of Australia : bekend diertje

Het lag in de buurt van het parlements gebouw en downtown Canberra beide plaatsen wilden wij ook bezoeken.


National History Museum of Australia : zo kwamwn ze Australië binnen

Omdat wij gisteren de route ook al hadden gereden was het vrij eenvoudig om er naar toe te rijden. Bovendien  zagen wij bewegwijzeringsborden naar het museum.


National History Museum of Australia: ... en bleven ze ongestoord leven, tot ........

Het parkeerterrein was al voor 95% vol. Maar na enig zoeken vonden wij toch een plekje in het midden. Het was een heel bijzonder gebouw waar het museum in gevestigd was. Het was een heel lang gebouw met drie etages. Via de grote ingangslobby  waar je uitgelegd kreeg hoe je de rondgang kon doen kreeg je nog via een speciale info film te zien wat je allemaal nog te wachten staat.


National History Museum of Australia: ze zich moesten bewapenen of .....

De hele geschiedenis van Australië werd vanaf het ontstaan van het continent via de originele bewoners en de kolonisten tot de moderne Australiër aan ons voorgeschoteld.


National History Museum of Australia : met kraaltjes gingen handelen......

Dat konden wij dus aan de hand van foto’s, tekeningen en opschriften zien en lezen.


National History Museum of Australia: en nog betere wapens gingen gebruiken, maar het hielp niet......

Ik maakte zoveel mogelijk foto’s zonder flits. De meesten lukten wel maar als ik José erbij wilde hebben moest ik haar toch waarschuwen dat zij zich niet moest bewegen want de belichtingstijd was soms 0,5 seconde.


National History Museum of Australia : toen was er weer de uitgang

Het duurde meer dan twee uur om alles te bezichtigen. Wij wisten nu meer hoe het allemaal gegaan is in Australië.


Op weg naar het nieuwe Parlements gebouw

Toen wij het gebouw uit waren moesten wij nog van het schiereiland af. Wij volgden een voetpad dat langs het meer ging. Aan een Aziatisch meisje vroeg ik of je over de brug kon lopen. Ze zei dat je bij het parkeerterrein naar de weg waar de auto’s reden toe moest gaan. Dat deden wij en kwamen inderdaad op de weg die naar het parlementsgebouw  ging. Er liep ook een smal trottoir langs. Als er een brede auto over de weg zou rijden dan spring ik wel op het muurtje zei ik tegen José. Maar gelukkig kwam er geen enkele auto van die kant.


Eucalyptus vrouwtje

Van de vlag die hoog boven het parlementsgebouw wapperde maakte ik steeds foto’s.


Het Parlementsgebouw op de achtergrond bij windkracht 8

Na Amerika wilde ik ook de Australische vlag op de foto hebben. Ik had geluk want het waaide heel hard, windkracht 7 of  8 schat ik. De vlag wapperde dus kaarsrecht maar sloeg soms bijna dubbel. Na een paar keer had  ik wel een goede vlagfoto.


De vooringang van het parlementsgebouw

Wij zagen dat het gebouw van een kant tot helemaal tot bij het dak was begrensd door een grashelling. Zoals de nieuwe bibliotheek van de TU Delft ongeveer.


Toen waren wij binnen na een grondige visitatie

Ik vroeg aan een paar jongelui die op en neer jogden op de helling of je daar ook naar het gebouw kon gaan. Volgens José zeiden zij dat de ingang beneden was dus gingen wij naar de ingang. Daar werden de bezoekers grondig gevisiteerd met Rhöntgen apparatuur en een half dozijn bewakers. Ik had mijn zakmes die ik bij mij had meteen al afgegeven maar door het Rhöntgenapparaat werd in José’s rugzak een puntig voorwerp gedetecteerd. Het bleek de schaar te zijn in het EHBO tasje. Maar zij dachten dat het een aardappel schilmesje was.


Prachtig groen marmer binnen

Die zochten zij dus nog maar die werd natuurlijk niet gevonden. Het blijkt dus dat de Aussies betere apparatuur hadden dan de Amerikanen.


Wit marmer buiten

Toen wij eenmaal binnen waren zagen wij de mooi strakke zalen die wel uit mooi blauwe marmersoorten opgebouwd was. De mooi witte trappen ook van marmer. De blinkend gelakte visgraat parketvloer. Je kon zien dat er een dikke laag lak overheen zat. Wij liepen door alle zalen en balkons en maakten foto’s van veel mooie schilderijen.


Mooie gordijnen

Eenmaal buiten gekomen bleek de wind nog harder te waaien. Het was wel bijna windkracht 9 af en toe. Wij liepen naar het oude parlementsgebouw toe en zagen het verschil tussen het oude en het nieuwe gebouw.


Publieke tribune

Op een bankje bij de Parliaments Gardens dronken wij wat en aten wat meegebracht voedsel.


Blinkende vloeren

Daarna gingen wij verder richting Downtown. Het was een half uur lopen .


Nog meer marmer buiten


Parlementariers zetels

Wij kwamen eerst langs kantoorgebouwen en later langs restaurants en winkels .


De Senaat


Oude Premiers

Wij zagen een buitensportwinkel: Kathmandu. José zocht al lang een nieuw jack voor de wandelingen. Ze vond er een en kocht die.  Het was iets geler dan mijn jack


Bij The Queen

Van daaruit was het drie kwartier lopen naar de auto. Die stond niet meer zo ingeklemd want iedereen was nu op weg naar huis. Het was even zoeken hoe wij naar onze hoofdweg konden komen. Na een keer te ver doorgereden te zijn reden wij de ronde route weer een keer over en kwamen zo op de goede weg naar het hotel. Onderweg had José nog een brood en een fles wijn bij Woolworth gekocht.


Australian Flag with Blue Ensign

Bij het hotel waren alle parkeerplaatsen  in de buurt vol zodat wij wat verder de auto lieten staan.


Nieuwe jas

 

Dag 24: Donderdag 16 april  2009: van Canberra naar Thredbo Village

In de ochtend hadden wij nog een currybakje over van de vorige dag  toen wij langs de eetstalletjes onder aan de trap van de passage in Canberra City waren geweest.
Daar gingen wij eerst langs de Mac maar dat was een kleintje zonder salades en waarschijnlijk zonder Internet. Toen gingen wij een stalletje verder dat was een tent die wij niet zo fijn vonden. Toen langs een paar waar een paar garnalen mooi stonden te pronken om gegeten te worden. Maar de prijs was te hoog. Toen weer verder langs een paar vleestenten, maar ze hadden geen groenten. Dus maar een paar stalletjes verder bij een curry Chinees. Die had verschillende bakken klaar voor 4  dollar. En als je er drie tegelijk nam was het maar 10 dollar. Je kon kiezen tussen mihun en rijst als ondergrond en verder had je mogelijkheden zoals babi panggang en chop choi met rijst.


Restaurant Plaza

Dus kochten wij er drie die nog warm waren en aten er twee op aan de eettafeltjes die regelmatig door iemand schoongemaakt werd.

Het was een eetkelder onder de passage die je met een roltrap kon bereiken onder het winkelcentrum. Het was groot genoeg om ongeveer vijftien restaurantjes te herbergen met in het midden van de U vormige kelder de tafels met stoelen. Ik schat dat er 200 zitplaatsen waren. Maar slechts ongeveer 20 % was bezet.

Naderhand dronken wij wat van de Mac want bij de andere tenten hadden ze alleen flessen in een glazen koelkast.

Die plasticbak met koude curryrijst en wat vlees en groenten deed ik dus in de wasbak en liet de warmwaterkraan er overheen stromen tot de wasbak vol was. De bak had een deksel die hermetisch sloot zodat er geen water in kon komen. De temperatuur van het water was zeker veertig graden want ik kon mijn hand er maar net onder houden.

Maar na een kwartier was het eten slechts lauw warm. Ik vroeg of José er ook zin in had. Nou nee,zei ze want ze is niet gewend om zo vroeg in de ochtend rijst te eten. Dus zette ik mijn tanden er maar in en begon het met een lepel naar binnen te werken. Maar de temperatuur van het eten was toch nog lager dan mijn lichaamstemperatuur want het bleef ergens in mijn slokdarm steken. Het hielp niet of ik er een paar slokken warm water er over heen goot. Dus maar de weg terug  laten gaan maar niet in het bakje maar door de gootsteen.

José had ondertussen al gezien dat bij de receptie van zo’n Formula1 hotel ook een magnetron  aanwezig was. Dus heb ik het deksel van de bak uit de prullenbak opgevist en er weer opgedaan en was ik naar beneden gegaan. Ik vroeg de receptioniste of ik mijn eten warm mocht maken. Maar natuurlijk , zei ze. Zij keek naar de TV. Ik zag dat ze naar een programma keek over dieren. Ze hadden een vreemd soort Australisch dier ergens gevonden dat  verzorgd moest worden. Ik vroeg wat voor dier het was. Het is een wombat zei ze. Ik zoek het wel op wat het is dacht ik. (En tussen deze regels door heb ik het bij Wikipedia gelezen en ook aan José laten zien) Ze gaf mij een A4tje waar op stond  hoeveel seconden nr1, nr 2, nr 3 enz was op het paneel van de magnetron. Ik probeerde eerst met nr 3 = 30 seconden, het was nog niet warm genoeg. Toen maar nog een keer nr 3 en het was net goed. Ik keerde weer terug naar de kamer 218 waar ik met de nieuwe keycard de deur open deed. Daar gleed dus bij een goede temperatuur het eten wel zonder problemen naar de plaats waar ik het nodig vond. Mijn maag dus.

Wij moesten nog wat vocht voor de bergwandeling kopen  en benzine tanken. Maar omdat wij de vorige dag al vier keer langs de wijk Dirkson zijn gereden wisten wij natuurlijk dat daar Woolworth gevestigd was en dat ervoor een grote parkeerplaats was. Terwijl José de  boodschappen deed was ik de Camry aan het bewaken dicht bij een paal waarop te lezen stond “Pay here”. Maar omdat ik verwachtte dat José in ijltempo de boodschappen kon doen en omdat zij ook de portemonnaie in de hand had kon ik de tickets niet betalen.

Na wat langere tijd kwam zij toch met de boodschappen aangelopen. Ze had in een lange rij gestaan voor de kassa.


Ons onderkomen bij Jimmy

Bij de hoofdweg naar het zuiden was er een  bewegwijzering naar Cooma, een plaats  zo’n honderd km voor onze eindbestemming. De weg  ging om Canberra heen. Dus namen wij die weg en reden in anderhalf uur naar Cooma. Daar bezochten wij een tourist info bureau en vroegen of er nog plaats was in Thredbo Village in de YHA hostel. Maar telefonisch waren die niet te bereiken omdat het net twaalf uur was.


Zonneterras op de bovenverdieping

Dus reden  wij er maar naar toe. De weg was eerst vrij normaal zoals het in Australië goed te berijden was maar na een km of vijftig werd het steiler en mocht je maar 65 km /uur rijden. Maar haarspeldbochten kennen ze hier niet Wij reden langs een paar stuwmeren en kwamen na een paar km bij de ingang van het Natuurpark. Het kostte 18 dollar per etmaal. Dus waren wij 36 dollar kwijt. Je kreeg een vignet en die moest je op de rechteronderzijde van de voorruit plakken. Gelukkig waren het maar twee stroken die je aan weerzijden van het stuk papier kon vrijmaken waaronder een soort kleefstrook zat die je tegen de ruit kon drukken. Je moest het bij aankomst in het dorp wel op de voorruit plakken zei ze toen.


Biedt plaats aan wel 30 personen

Wij gebruikten de kaart van het info centrum in Cooma om bij de YHA te komen. Het was inderdaad moeilijk parkeren want de de wegen waren heel steil, zo’n 18 % schat ik. Maar in z’n low gear had de Camry er geen moeite mee.


Met uitzicht op de skipistes

Wij konden de wagen ergens net parkeren waar ze met een verbouwing van een hotel bezig waren. Wij liepen naar de plek waar de juffrouw van het info bureau het op de kaart met een viltstift had roodgemaakt. Daar zagen wij de Hostel, herkenbaar aan het YHA logo. Maar er was niemand. De deur was op slot. Wij liepen om het gebouw heen en zagen een paar kinderen. Ik zei:  hi, tegen hen en lachte. Maar zij zeiden niets terug en bleven spelen. Wij gingen in de bagage kluis ruimte zitten , er waren twee oude banken daar. Even later kwam Kris de hostelhoudster er aan. Ze vroeg of wij geboekt hadden. Alles is vol, maar ze wist er een paar bevriende hotelhouders die niet te duur waren. Die zou ze bellen om kwart over twee. Wij gingen dus eerst het dorp bekijken. Het was een vakantiedorp dat vijftig jaar geleden gebouwd werd voor ski-ers en wandelaars bleek later. Nu komen allerlei andere toeristen erop af zoals MTB-ers, langlaufers en natuurgenieters. Het had bijna alleen maar hotels, familie hotels, en vakantiehuizen.Wij liepen langs de hoofdstraat en zagen ergens een supermarkt. Die liepen wij binnen om eerst te bekijken wat wij allemaal konden kopen voor de volgende dagen en voor de tocht naar de Mount Kosciuszko.


En wandelbossen

Wij liepen daarna nog het Info Bureau in en vroegen hoe je naar de Mount Kosciuszko kon komen. Je neemt de lift en dan is het nog zes km van de top zei ze. Maar kun je het dan van beneden niet beklimmen. Dat is te ver zei ze. Ze gaf ons een boekje waar op twee badzijden te zien was hoe de routes in een panoramische foto eruitzag.


Die brandschade hebben opgelopen


Een ruime moderne keuken

Wij zullen het moeten bekijken wat de mogelijkheden voor ons zullen zijn. Te lang onderweg zijn is uitgesloten omdat het in het dorp gauw donker zal worden vanwege de ligging in een dal. De beste optie is om met de lift omhoog te gaan en de 12 km heen en terugroute naar de top te nemen. Als wij nog tijd over hebben kunnen wij ergens ook nog een extra wandeling maken. Met die gedachten in ons hoofd gingen wij naar Chris de hostelhoudster terug.


Met eettafels voor 30 man

Die belde een paar keer met collega’s en toen zei zij dat er een mogelijkheid was bij een collega in de buurt. Wij moesten maar er naar toe gaan en bekijken wat wij er van vonden. Het bleek de Happy Wanderers Lodge te zijn even hoger gelegen dan het YHA Hostel, Wij maakten kennis met Jimmy die liet ons verschillende kamers zien op verschillende verdiepingen. Uiteindelijk kozen wij voor een kamer met twee eenpersoonsbedden  en een badkamer recht tegenover. Maar omdat er verder niemand  verderop in de gang logeerde konden wij het beschouwen als een suite.


Met de Express kun je naar boven

Wij moesten  voor deze kamer 60 dollar betalen. Zes dollar duurder dan in het YHA maar meer luxe. Hij zei dat de auto achter de lodge kon worden geparkeerd maar dat de weg ernaar toe ingewikkeld was. Wij moesten de straat af rijden tot de eerste straat rechts en dan weer rechts onder een gebouw door en dan zouden wij achter de lodge komen. Hij zou ondertussen de kamer schoonmaken en van schoon beddegoed voorzien. Wij waren in vijf minuten achter de lodge en hij was nog noiet klaar, Maar eer wij de auto uitgeladen hadden was hij zover.


Dat duurt een kwartier

Hij liet ons de huiskamer, de ruime keuken en het gebruik van alle apparatuur zien. Het was een luxe familie hostel waar 33 mensen konden verblijven.


Zo zie je hoe het gebouwd is

Op het moment dat wij daar aankwamen was de lodge reeds bewoond door een familie uit Adelaide. Een echtpaar met twee zonen van 15 en 11 jaar.


Wij zijn bijna boven

Dag 25: Vrijdag 17 april  2009: Van Thredbo Village naar de Mount Kosciuszko

Objectief beleefd:  


Harde wind en koud

In de ochtend, na het ontbijt gingen wij om kwart voor negen naar beneden naar de lift. Het was 1300 m boven zee. Daar waren ook al wandelaars aanwezig die ook naar boven wilden. Na een kaartje te hebben gekocht voor de Mount Kosciusko Express gingen wij met deze stoeltjeslift naar boven. Het was twee graden maar er waaide een windkracht zes. Gevoelstemperatuur  min tien graden. Wij hadden ons dik aangekleed.


Wij kiezen voor de summit

Na ongeveer tien minuten  waren wij boven 1900 m boven zee We wandelden eerst over een breed betonklinkerpad dat naderhand overging in een soort betonijzeren pad maar met fijne mazen. Het was er tamelijk  druk. Het pad liep meestal flauw omhoog. De top van de berg is 2200 m boven zee. De weg er naar toe is 6 km lang. In anderhalf uur waren wij bij de top. De wind is gaan liggen en de zon scheen aan de wolkenloze hemel. Wij waren met ongeveer 50 mensen rondom de top aan het uitrusten en onze lunch aan het verorberen. Na een kwartier gingen wij in een uur en tien minuten weer terug naar het einde van de lift. Daar zagen wij een ander pad, de Dead Horse Gap Track .Die volgden wij een drie kwartier en genoten op het eind van de stilte om ons heen. Om kwart over twee keerden wij terug en waren vijf voor drie bij de lift. Onderweg naar beneden zagen wij veel MTB’ers naar boven komen met de lift en de 600 m naar beneden  afdalen.


Jammer dat je er niet mocht fietsen

In de avond waren de andere gasten uit Adelaide later dan wij pas thuis. Ondertussen hadden wij een interessant gesprek met Jimmy, de manager van de Happy Wanderers Lodge. In de avond hadden de Australische gasten uit Adelaide onze notebook nog gebruikt om via Google map de route naar hun thuis te bepalen.


Want de weg was zelfs geschikt voor een rollator

 

Onze subjectieve beleving van de tocht::


Daar ergens is de top

Ik had die nacht niet goed geslapen. José bijna helemaal niet. Ik had uit voorzorg het kompas, de thermometer, de zaklantaarn  en mijn hartslagmeter  apart gelegd.


Kom ik aan mijn tax?

De vorige avond hadden de Australiers uit Adelaide ons gewaarschuwd om goed gekleed de tocht aan te vangen. Vanwege de te verwachten koude wind. Ik had een dik vest onder mijn jack en José een dikke trui onder haar Kathmandu jack.


Aan alles is gedacht


Zelfs aan de plantjes

Na het ontbijt en de rugzakken geladen te hebben met proviand en drinken gingen wij met onze bergschoenen aan op weg richting  liftstation. José dacht aan de vorige tocht in de Grand Canyon. Ze maakte zich zorgen om mijn longen. Ze wilde dat wij geen twee fototoestellen meenamen. Ik zei dat ik nu mijn hartslagmeter goed in de gaten zal houden. En bovendien is de stijging maar 300 m op 6 km. Bij de Grand Canyon  was de stijging  1545 m op 11 km, dat was twee maal zo steil en ver. En de totale hoogte was vijf maal zo hoog. Pas toen zij zag dat het maar een wandeling met een flauwe helling was sloeg haar bezorgdheid om in teleurstelling.


Zou het droog blijven?

Bij het begin van de wandeling was mijn hartslag 124 en dat is 73 % van mijn reserve, want die is 148-60=88. Bij een steiler stuk liep het op tot 135 dat is dus 85%.

Bij 142 zei ik dat het mijn maximum was:  93%.


Blue skies, old girl smiling at me!

Zo kon ik op mijn tempo de wandeling doen. Wat voor José een kuierwandeling was.

Bij het laatste stuk kon ik nog wat versnellen omdat ik wist dat over een paar tientallen meters de top bereikt zou worden, de meter gaf 147 aan dat is dus 99%.


Dit was het dus!

Maar wij werden door een jonger  stel ingehaald.

Had ik  bij de Grand Canyon deze methode aangehouden dan zou waarschijnlijk het resultaat  beter zijn geweest. Ik liet mij daar over mijn limiet heen lopen omdat ik niet van begin af aan op de teller heb gekeken en dat wreekt zich.

Voortaan zal ik deze methode aanhouden met in achtneming van andere veiligheids maatregelen zoals zaklamp, mobieltje en voldoende water en eten.


En de wolken bleven ver weg

Omdat wij vrij vroeg al bij het station aankwamen namen wij nog een kijkje op het Dead Horse Gap track. Het was achteraf een route naar het dorp, maar dat wisten wij toen niet. In tegenstelling tot de brede geplaveide route naar de Mount Kosciesko was dit een echt smal bergpaadje dat niet was aangegeven maar dat wel zichtbaar was tussen het gras en de grote rotsblokken die overal lagen. Wij genoten van de stilte en de mooie natuur..


Zodadelijk terug dus naar beneden

Pas bij het bereiken van het liftstation zagen wij dat de Dead Horse Gap Track een 10 km lange afdaling  naar het dorp was. Dat hadden wij wel kunnen doen voordat het donker zou worden. Maar helaas wisten wij dat niet want op het kaartje werd het niet zo vermeld.


Maar eerst even uitrusten en eten op het hoogste puntje van Australië

Vijf voor drie kwamen wij terug bij het station. Daar was een MTB-er die aanstalten maakte om naar beneden te gaan. Later zagen wij meerdere collega’s van hem naar boven en naar beneden gaan. Naar boven gingen zij mee met de stoeltjes (bankjes)lift.


Nog even poseren voor de foto

Wij zagen ook een 4-WD auto de helling op rijden onder ons.


Nu met een ander wolkje op de achtergrond

In de lodge aangekomen kwam Jimmy uitgebreid met ons praten. Hij kwam oorspronkelijk uit Queensland. Hij heeft drie kinderen, een dochter van dertig die bijna een baby kreeg, een zoon van 26 en een van 23. De laatste was even bij hem op bezoek in de lodge. Hij vertelde nadat ik vroeg hoe oud de lodge was dat het oorspronkelijk 50 jaar geleden door een wandelclub was opgericht nadien ook door skiïers werd gesponsord en daarna ook voor buitenstaanders ter gebruik werd aangeboden. Vier jaar geleden werd het grondig gerenoveerd. Het is nu een comfortabele lodge geworden. Hij vond ons inspirerend dat wij op onze leeftijd nog zover van huis zoveel deden. Hij was bezig een boek te schrijven. Misschien een auto biografie.Ik zei dat ik ook website’s had o.a. over onze belevenissen.


Dus ook maar zelf op de foto

Hij heeft ons zijn e-mailadres gegeven. Ik heb hem toen direct gemaild, want ik had  internet toegang van hem gekregen.


Tot slot maar beiden op de foto

In de avond kwamen de Aussies uit Adelaide terug. Zij hadden een lange wandeling naar Charlotte pass gemaakt. Ze vroegen ook of zij op onze notebook mochten kijken


Dit was een deel van de Dead Horse Gap Track

naar Google maps. Wij vroegen hun wat de beste route was om in Melbourne te komen. Je kunt uit drie routes kiezen. Je kunt naar het noorden gaan en de freeway pakken en onderweg een wijnstreek bezoeken. Je kunt terug keren naar Cooma en dan de route langs de kust volgen of je kunt van Jendabyn direct een smallere weg nemen en dan kom je ook op de weg langs de kust uit. Wij zeiden dat wij er een nachtje over wilden slapen. In de avond heb ik getracht om wat foto’s naar Bob en Judi te mailen maar dat lukte niet.


Weer terug bij de lift


Met de telelens is de auto te herkennen, links van de bomen, onder de muren bij de afslag achterin


Zo kan het ook


Laatste blik van boven naar het dorp

Dag 26: Zaterdag 18 april  2009: Thredbo Village naar  Lake  Entrance

In de ochtend gingen wij eerst ontbijten en pakten wij daarna onze koffers in.

Wij sjouwden ze daarna de trap omhoog naar de auto. Toen wij de auto aan het beladen waren zag ik een beambte de auto’s controleren op hun vignet. Hij liep onze auto voorbij maar bij de auto van een jong stel dat net bij de lodge was aangekomen stopte hij en noteerde dat zij geen vignet hadden.


Vaarwel Thredbo Village

Wij gingen het dorp in om met de wereldpas dollars uit de muur te trekken. Maar bij de automaat stond de ABNAMRObank er niet op.

Wij vroegen aan de winkel juffrouw aan de overkant waar wij dan wel terecht konden.

“Bij het hotel kunnen zij U aan dollars helpen”. Na enig zoeken vonden wij het hotel. En daar werden wij snel aan dollars geholpen.

Ik had nog snel drie keer achter elkaar naar Bob en Judi een mail gestuurd met als bijlage 1  foto. Want het duurde de dag tevoren te lang om drie foto’s tegelijk te sturen . Dan verbrak de host de verbinding en kon ik alles opnieuw inloggen enz.

Ik schreef ook nog in het Guestbook dat wij het een fijne lodge vonden. Toen wij de auto aan het keren waren en weg wilden rijden zagen wij het jonge stel bij hun auto met de bon in de hand staan discussiëren.

Wij reden heel rustig het dorp uit om alles nog even in ons op te nemen. Het is een mooi dorp voor wandelaars waar veel wandelingen in de mooie omgeving mogelijk zijn.

Wij reden bij mooi weer via Jindabyne langs de meren naar Cooma. Daar namen wij de weg naar het zuiden, langs de kust.

De weg ging grotendeels naar beneden maar toch waren er kustgebergten die 1000 m hoog waren voordat wij werkelijk aan de kust waren. Eerst ging de weg door droge weidevlakten maar dichter bij de kust had je bossen. En natuurlijk werd dat door de Aussies als natuurpark bestempeld.


Levende Wombats hebben wij niet gezien, wel twee dode

Dicht bij Lake Entrance zagen wij een bord met de naam van het dorp erop langs de kant van de weg staan. Even verderop volgde een bord met Bakooma erop. Wij dachten dus dat wij het dorp al voorbijgereden waren, dus keerden wij om. Maar het bleek een verwijzingsbord te zijn . Dus reden wij verder. Het was er niet erg druk dus als je maar rustig wachtte kon je wel ergens keren en de andere kant op rijden.

Wij kwamen door het langgerekte dorp aan de rand van een lagune en zagen aan landzijde de winkels en motels in rijen voorbij gaan. José zei dat ik niet zo hard moest  rijden maar ik reed al vrij langzaam en de rij auto’s achter mij groeide maar steeds verder.


De zon stond al laag toen wij er aan kwamen

Uiteindelijk waren we weer buiten het dorp en zagen we een tourist info kantoor aan de rechterkant op een zijweg. Gelukkig was die goed te bereiken. Wij vroegen welke motels er waren en de oudere dame achter de balie begon met prijzen op te noemen die van weinig concurentie getuigen. Wij hadden al gezien dat er voor 65 dollar al een motel zich aanbood. Wij gingen dus  de weg terug en gingen motelshoppen. Bij 90 dollar zeiden wij natuurlijk nee. En bij een soort camping park was de ene al volgeboekt en de buurman was niet aanwezig. Dus gingen we verder terug naar die van 65 dollar. We mochten er eerst naar gaan kijken. De kamer zag er schoon uit . dus namen wij hem.


Maar gaf toch nog voldoende licht voor een mooie foto

De auto konden wij direct voor de deur parkeren en nadat wij alles uitgeladen hadden gingen wij een wandeling langs de landzijde strand van de lagune maken.. de zon brak die dag eindelijk door en het was in de zon aangenaam. Wij zagen mensen langs het strand wandelen. Het was uit het seizoen dus niet al te druk. Plotseling zagen wij in het zonlicht een bruidspaar voor een foto poseren. De bruid was in het wit en de bruidegom in het zwart. En de getuigen hadden rode gewaden aan. Het was een fraai gezicht. Ik heb van ver een foto gemaakt. We zagen verderop een brug die het land met de landtong van de lagune verbond. Het was een oude voetgangersbrug. Ze waren nu ook een nieuwe brug er naast aan het bouwen, van beton. Maar het was pas voor 90% klaar. Links van de brug was er een waterfiets verhuurbedrijf gevestigd. Er was maar 1 waterfiets verhuurd van de ongeveer 30 die er nog lagen. Aan het einde van de brug  gingen wij een duin op en vanaf de top zagen wij de oceaan met de grote branding golven. José was meteen weg van het water en op blote voeten rende ze  over het strand naar de waterlijn om pootje te baden. Ze werd wel door een paar hoge golven teruggedreven het strand op. Wij genoten van het mooie strand en de hoge golven die door de zon van rechts achter werden beschenen. Dat zijn wij in Nederland niet gewend daar verdwijnt de zon juist in de golven.


Een strandfoto


Een gekke foto

Wij maakten foto’s van ons twee met de Canon en konden in het klapschermpje van tevoren beter zien of het zal lukken.

Daarna liepen wij een poosje langs de weg naar de haven waar ook de coastguard gevestigd was. Ze hadden 1 bootje.

Verderop waren kleine jachtjes en vissersboten.


Een avondbloem foto

In de avond maakten wij onze eigen maaltijd. José zou het voorgebakken vleesgerecht opwarmen en ik zou een blik witte bonen openen en opwarmen. Zij had gezien dat er heel heet water uit de kraan kwam. Die liet ze in de wasbak stromen en daarna dompelde zij het vleesgerecht dat in een plastic zak zat in het water. Ik goot de inhoud van het blik in een aluminium pan en liet het zo diep mogelijk in het hete water zakken zonder dat het over de rand er in stroomde en roerde de inhoud flink. Toen het vlees redelijk warm was mengden wij de twee bij elkaar en José at het van een bord. Ik at het vanuit de pan die in het warme water lag. Terwijl het eten van José steeds kouder werd was die van mij steeds warmer aan het worden. Nog nooit eerder heb ik dat ervaren. Met een volle maag gingen wij die avond naar bed.

Dag 27: Zondag 19 april  2009: Van Lake Entrance Naar Melbourne

’s Ochtends om half acht kregen wij het ontbijt door het doorgeefluik toegeschoven. Ik had om corn flakes, een glas jus d’orange en wat brood gevraagd . José vroeg om Bran , brood en jus d ‘orange . Wij kregen het allemaal keurig bij de prijs inbegrepen.

Wij aten het ontbijt dus met smaak op en bij het uitchecken complementeerden wij de schoonmaakster dat wij het een goed motel vonden. Dat wist zij al. Waarschijnlijk hoorde zij ook bij de familie die het motel runde.

Kort daarop verleten wij Lake Entrance  en reden wij zuidwaarts langs de highway richting Melbourne.

Een highway heeft meer voorzieningen dan een gewone road hebben wij gemerkt. Ten eerste heb je dan meer inhaal banen en ook meerdere rest areas. En de breedte van de weg is ook een paar cm breder. Maar je hebt een uitloop naar de zijkant van asfalt zodat de fietsers wat meer ruimte hebben  om te fietsen en de vrachtauto’s dus beter kunnen ontwijken.

Het was een vrij vlak gebied met toch veel bossen. Wij naderden  Melbourne steeds meer. Toen wij startten was de afstand zo’n 300 km maar gaandeweg slonk de afstand toch steeds meer.. Op een gegeven moment konden wij kiezen voor een M road of een gewone road. Wij kozen voor de gewone road omdat wij dachten dat de M-road een tolweg zou zijn. Dus gingen wij een gewone road op en kwamen in een zuidelijker gedeelte van Victoria terecht. Wij zagen daar hele stukken bos zwart geblakerd waren en ergens was het bos zelfs tot zwarte boomstronkjes gereduceerd.


Verbrande struiken onder de bomen

Daarna kwamen wij weer op de vierbaansweg  Wij waren in Frankrijk met onze camper al gewend geraakt om tolwegen te omzeilen. Dus gingen wij ergens toen wij eerst bij Koo Wee Rup hadden gepauzeerd van deze  snelweg af omdat die over zou gaan in een tolweg..


Eerst naar links oversteken dan naar rechts aan de overzijde optrekken

Maar eerst  pauzeerden wij daar en ik beklom het uitzichtpunt en maakte foto’s van de omgeving. Bij een info bord waren foto’s van het ontstaan van het dorp dat uit een moerassige omgeving werd blootgelegd met stoomgemalen. In de 19e eeuw was het nog een moeras. Het parkeerterrein was aan de rechterzijde van de vierbaansweg (vier rijstroken). Om daar te komen moest je de rechterstrook van  je rijbaan op en via een korte afremstrook op het midden van de vier rijstroken even wachten tot er een mogelijkheid is om over te steken. Dat ging allemaal gelukkig goed. En bij het terugkeren moest je dus eerst naar rechts kijken en daarna zorgen dat je op de midden strook kon invoegen met het verkeer dat met 100 km/uur voorbij schoot. Je hebt dan ongeveer 10 seconden de tijd. Maar de Camry haalde het met gemak.

Toen de weg later dreigde in een tolweg over te gaan besloten wij weer van de weg af te gaan en een gewone road te nemen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Het bleek dat de bewegwijzering naar alle andere plaatsen verwezen behalve Melbourne.


Op de rotonde gebeurde het

Wij dachten eerst om een uur in Melbourne te kunnen aankomen. Maar als het zo door ging haalden wij het niet. Toen wij op een rotonde eindelijk het bordje Melbourne naar rechts zagen waren wij natuurlijk blij. Ik was op de linker rijstrook van de rotonde met twee rijstroken, aan het rijden. Ik zou in Nederland niets hoeven te doen om de rotonde te volgen. Ik heb echter gemerkt dat de Aussies de clignoteur naar rechts laten verwijzen als ze de rotonde willen volgen. Dus dat deed ik toen heel snel. Plotseling hoorden wij een klap en werden wij door een achterligger net bij de rechterzijde van de integraalbumper gepakt.

Dat was dan op de allerlaatste dag van onze reis door Australië dat wij pech kregen.

Wij stapten uit en een stoere jongeman van Indiase origine met zonnebril kwam heel boos op ons af. Hij vroeg of ik een rijbewijs had. Die liet ik  hem zien. Hij pakte het uit mijn hand en wilde het niet meer teruggeven. Hij was blijkbaar heel erg van streek. Zijn auto een Ford Falcon van 2001 zag er wel nog goed uit. En bij de botsing had hij aan de likerkant van zijn voorbumper slechts een paar zwarte strepen en krassen eraan over gehouden. Onze auto had iets meer deukjes opgelopen maar het viel allemaal wel mee. Maar over onderhands de schade regelen voelde hij niet veel voor omdat hij niet wist wat het zou kosten om de krassen weg te krijgen.


Zo was de schade aan de bumper

Dus belde hij eerst zijn vriendje per mobiel op. Die kwam even later. Toen belde hij zijn verzekering  en daar sprak hij meer dan een half uur mee. Hij vroeg ook of ik het autoverhuurbedrijf  kon bellen. Ik heb wel een mobiel maar die werkt hier niet zei ik. Dus belde hij het nummer dat ik hem liet zien van het autoverhuurbedrijf Apollo.

Maar die mensen waren niet te bereiken.

Hij belde weer met zijn verzekering en die wilde natuurlijk de schade op ons verhalen. Ik vroeg aan het vriendje van hem wat de P voor op zijn auto betekende.

Het betekende provisionary. Of wel voorlopig rijbewijs. Als hij medeschuldig  zou zijn aan het ongeval dan zal het waarschijnlijk nog langer duren voordat hij een echt rijbewijs zou krijgen. Dus toen hij vroeg of ik een verklaring wilde ondeertekenen dat ik de schuldige was schreef ik een verhaal hoe het allemaal gegaan was en dat het mijn fout was. Daarop namen wij elkaars gegevens over  en schudden elkaar de hand bij het afscheid. Al met al hadden wij een vertraging van anderhalfuur opgelopen.


Grootste Hostel van Australië

Maar daarna verliep de rit voorspoedig en waren wij in een uur in Melbourne. De zon scheen fel in onze ogen en met vier rijen naast elkaar rijen in een vreemde stad is het niet zo plezierig. José zag een bordje van een afslag die ook in het boekje Footprints of Australia in voorkwam. Die sloegen wij in en kwamen zo langs het Cricket Stadion de City binnen. Toen herkenden wij verschillende straten en na de Elisabeth street kwamen wij zo bij de YHA Hostel terecht . Het was de grootste hostel van Australië met 380 bunks/beds. Wij kregen een kamer voor 80 dollar en boekten voor 3 nachten.


Dit is het adres

"

Wij kregen een kamer op de 3de verdieping kamer 303. Er boven was nog een verdieping, de rooftop lounge. Het was een modern gebouw met een interieur dat tegen backpackers bestand was.


Zo was onze kamer

Onze kamer had een tweepersoons bed en een stapelbed voor twee. Normaal kost een bed 27 dollar maar omdat wij vier bedden in beslag namen waarvan maar  slechts 1 tweepersoonsbed  verschoond hoefde te worden kregen wij het voor 80 dollar.

Bij de receptie vroeg ik of ik naar het autoverhuurbedrijf kon bellen. Dan moet u 50 dollarcent in de gleuf stoppen bij de telefooncel in de lounge zei de dienstdoende baliemedewerker.


Op weg naar het centrum van Melbourne

Dat deed ik, maar een metalen stem zei dat ze het nummer niet herkende. Ik ging dus weer naar de baliemedewerker en die zei dat ik de eerste drie cijfers niet hoefde te gebruiken omdat het een lokaal telefoontje was. Hij zou het zelf van de balie voor me doen. Toen ik de medewerker van Apollo op die zondagmiddag aan de lijn kreeg zei hij dat ik een andere medewerker moest bellen waarvan het nummer bij de autosleutel te vinden was. Die had ik toen gebeld via de balie omdat dat nummer gratis was  en die zei dat ik het formulier in moest vullen en bij de teruggave van de auto moest  inleveren.


Via Victoria Market

Wij besloten daarna naar de stad   te gaan lopen. Wij kregen een bladzijde uit het kaartenboek van Melbourne City van de baliemedewerker en daarmede gewapend gingen wij in het donker de Elisabeth Street af tot wij bij het station Flinderstreet aankwamen. Het station was mooi verlicht in het donker maar helaas had ik geen camera meegenomen.

De Elisabeth Street is een van de drukste winkelstraten van Melbourne. Onderweg kwamen wij veel restaurants, motorfietswinkels, sport-outfitwinkels, banken, backpackershotels, zijstraten met winkelcentra en modewinkels tegen.


En hier ook

Bij de Mac kochten wij onze salades en gingen nog even op internet.

Moe en vol emoties over het gebeurde gingen wij naar bed.

Dag 28: Maandag 20 april 2009: In Melbourne


Wat is er zo indruk wekkend?

In de ochtend namen wij een douche in de toiletgelegenheden even verderop in het blok. Het was er niet druk. Daarna gingen wij in de eetzaal ontbijten. José maakte de zwarte koffie aan met heet water uit de heetwaterboiler in de grote gezamelijke keuken. Het was een luxe vergeleken met het heetwater maken met de dompelaar. In de eetzaal waren verschillende typen mensen aanwezig in allerlei leeftijden. Hoewel ik misschien de oudste was waren er toch ook gepensioneerden die met z’n tweeën of alleen de wereld rondreisden. Zo kwam er de man naast ons aan tafel zitten die wij de dag tevoren bij de lift hadden zien hinken. Hij had last van zijn been. Ik vroeg hem toen wat er mankeerde. Hij had te veel zeebanket gegeten zij hij. Het bleek een Malaysier te zijn. Hij was 54 en had een keer Nederland bezocht. Wij vertelden dat wij van een dorp bij Utrecht kwamen, onder Amsterdam. Hij kwam uit Kuala Lumpur.Na het ontbijt gingen wij de Elisabethstraat weer af tot de Lonsdalestreet. Daar gingen wij naar het winkelcentrum waar een oude munitiefabriek met een grote glazen kegel was omgeven. De kegel was wel twintig verdiepingen hoog en in het winkelcentrum middenin kon je vijf etages opgaan met een roltrap.


Deze overkoepelde oude pijpen en loden kogel-fabriek

Boven was er bovendien nog een bioscoop gevestigd op de hoogste verdieping.


St Pauls Cathedral


St Paul's van binnen

Daarna gingen wij naar het Flinderstreet station. Het was een mooi oud gebouw met veel ornamenten. Aan de overkant waren ook wat oude gebouwen van de laat negentiende eeuw. Bij de St Pauls kathedraal gingen wij naar binnen en bewonderden alle mooie beschilderingen en heiligdommen. Vooral een vergulde standaard voor de bijbel was een .pronkstuk. Bij het naar buiten gaan was ik plotseling mijn pet kwijt. Die had ik bij het betreden van de kerk afgedaan en toen ik fotografeerde was die uit mijn handen geglipt. Gelukkig lag hij daar nog waar ik voor het eerst de camera hanteerde, helemaal achterin in de kerk.


Tegenover de Tourist Info Office

Wij gingen ook bij het Tourist Info Center op de Federal Square op de stoep zitten in de zon tussen veel jongelui.


Op de stoep in de zon

Ik zag dat er een paar een laptop bij zich hadden. Ik vroeg hen of zij Internet Access hadden en zij zeiden yes tegen mij. Dus nam ik de mini-notebook ook te voorschijn en begon te mailen en te internetten.


Ik was niet de enige oudere met een notebook

In de late middag gingen wij over de brug bij het station naar de andere kant van de Yarra. Daar was eerst een rij terrassen met uitzicht op de hoge gebouwen in het midden van de stad. Daarna liepen wij door langs de Yarra tot wij bij de roeiverenigingen voorbij liepen. Ze waren allemaal zodanig gebouwd dat clubhuizen boven de botenhuizen waren. De grootste had vijf boten boven elkaar. Er waren zeker zes verenigingen.Voor de clubhuizen was de kade wel zes honderd meter lang.


Botenhuis met zes etages boten

Aan de walkant zaten of lagen veel mensen in de late zon nog na te zonnen


Het was nog zonnig aan de walkant


Maar de zon daalde steeds meer


Mooie weerkaatsing


Toen was het donker

Toen het donker werd gingen wij bij Koto de Japanner eten. Wij namen allebei een Sushi maaltijd. Ik dronk cola icecream en José coconut drink.

Moe maar voldaan gingen wij weer naar de hostel terug.

Daar had ik in de toiletten afdeling een bad met douche gevonden. Eerst ging ik in bad  liggen en toen ik voldoende ingeweekt en schoon was nam ik nog een douche. Daarna ging ik onder de douche de meegebrachte stukken ondergoed en sokken net als de Franse druiven persers, op de was stampen. Na een kwartier vond ik ze schoon genoeg en na een spoelbeurt deed ik ze in de meegebrachte plastic zak.

In de kamer had ik een waslijn gespannen tussen de kast en het stapelbed en José had mij de handdoek droogmethode geleerd die ik dus toepaste. Maar mijn methode om het heel hard uit te wringen vond ik beter maar daar gaan de vezels van kapot.

Dag 29: Dinsdag 21 april 2009: In Melbourne

‘s ochtends het zelfde ritueel. Wij gingen eerst uitgebreid ontbijten met koffie en vruchtensap. Keken weer naar de andere mensen.

Het gezin met twee grote kinderen een schoonzoon en zwangere dochter lieten het ontbijt uit het restaurant goed smaken. De heer met een dikke buik kocht weer een big breakfast voor 10 dollar  Naast ons kwam een oude dame haar cornflakes met melk nuttigen. Er kwam een stoere backpacker met een 100 liter rugzak achter en een 50 liter op zijn buik naar de keuken om wat eten klaar te maken voor onderweg.


Wat is er te doen in Melbourne

En zo bleef je maar naar de mensen kijken tot wij weg gingen.


Wie is de behulpzame Brabantse?

Voordat wij naar de stad gingen wilde ik nog een paar afdrukjes maken van de auto’s die op zondag beschadigd waren. Ik vroeg aan de receptionist of dat kon. Yes zei hij en ik kon de harde schijf waar ik de foto’s op had staan via de USB poort aan de voorzijde van de computer aansluiten. Maar hoe ik ook probeerde ik kwam niet op Windows, hij bleef maar om een code vragen. Ten einde raad ben ik weer naar de receptionist gegaan, die zei dat je een internet toegang moet aanschaffen. Een dollar per kwartier. Dat deed ik dan en stelde de commando’s in op de taal NL. Maar weer kwam ik er niet uit . dus ik ben maar weer naar hem toe gegaan en hij kwam er ook niet uit in de NL taal. Dus had hij de juffrouw die de taal wel sprak erbij geroepen en achteraf bleek zij uit Brabant te komen maar in Melbourne al 8 jaar woonde. Samen hebben wij toen drie foto’s in zwart wit voor de verzekering kunnen uitprinten.


Gratis dure wijn proeven

Daarna gingen wij te voet naar de stad bij stralend weer.


Was de groente goedkoop?

Wij gingen eerst naar de Queen Victoria market het dichtste bij voor ons. Daar zagen wij veel groenten soorten die ik van vroeger kende maar ook soorten die ik niet kende. Veel snuisterijen kraampjes en ook souveniershops voor toeristen. Tassen, riemen, boomerangs en fluitjes. Ook andere leuke dingen uit Australië. Wij vonden de prijsverschillen met de winkels groot, vooral bij de groenten.


Maar de soepkom duur?

Daarna gingen wij bij de Lonsdale Arcade kijken waar het grootste carillon van de wereld zou zijn. Bij de munitiefabriek was het niet maar een km verderop zou het wel moeten zijn. Het was even zoeken geblazen want we moesten door heel veel winkels lopen en veel straten oversteken. Eindelijk kwamen wij om vijf over drie daar aan. Twee grote pijnboom beelden uit de Griekse mythologie Gog en Magog zouden de hele en halve uren aangeven. Wij moesten dus vijf en twintig minuten in de buurt blijven. Toen het zover was, filmcamera in de aanslag, hoorden wij twee zachte tikjes en gingen Gog en Magog weer rusten. De verkoopster in de buurt eronder had het niet eens gehoord.


Wat voor groente is dit?

Wij waren niet zover meer van China Town. Het was slechts beperkt van omvang en te verwesterst. Alles was schoon.

Wij gingen daarna naar de Federal Square om te zonnen en  te internetten.


Zitten er wel vitaminen in?

Toen was het tijd om met de sightseeing bus door heel Melbourne te rijden en een uitleg te krijgen wat je zag. Federal Square was stop nr 3. De  bus stopte voor de St Pauls Cathedral waar al een groep of tien mensen er op zaten te wachen. Toen de bus er aankwam stapten wij in en konden wij maar net allebei een plaats krijgen. Wij zaten helemaal achterin.


Te prikkelig om te eten

De bus ging eerst naar het zuidoosten langs het Cricket stadion waar wij een paar dagen tevoren ook binnen kwamen.


Nieuwe wijk in het zuidwesten

Daarna reed de bus langs China Town waar wij een paar uur tevoren ook gelopen hadden. China Town in San Francisco vonden wij mooier. Hij vervolgde zijn route naar het noorden en kwam uit ten noorden van de hostel. Daar waren toch veel restaurants en winkels we dachten eerst dat daar alleen maar woonwijken waren.  Vervolgens kwam de bus langs Victoria Market, net die ochtend ook geweest. Nog een stop verder waren wij bij de Docklands, het was dus aan zee. Ze waren daar bezig een winkelcentrum te bouwen. Een gedeelte van het complex was al klaar met ook een gedeelte van de parkeergarages.


Oud gebouw in het centrum

Daarna ging de rit over de rivier de Yarra. Op een oude spoorbrug hadden ze van RVS een beeldengroep tentoongesteld voorstellende de reizigers.


Media gebouw


Flinderstreet Station

Niet lang daarna kwamen wij bij twee mooie parken die goed onderhouden werden. De beelden die daar stonden waren meestal bekende figuren uit de Australische geschiedenis. Wij stopten bij het National Federal Museum . Maar helaas was die op dinsdag gesloten. Wij liepen toen maar terug naar de Elisabethstreet en gingen bij Koto wat eten. José bestelde nr 117 en ik nr 108. Ik kreeg mihoensoep met drie soorten vlees en twee blaadjes chinese kool. De kelnerin herkende ons van de vorige avond en zei tegen mij dat het “a good choice” was. Wist ik al eerder van mijn studententijd in Delft. José kreeg nr 121. Een ander soort sushi dan zij besteld had. Eerst wilde zij het teruggeven maar daarna  nam zij het toch aan.


Dicht bij het Japanse restaurant

Om te drinken bestelden wij de coconut drink van de dag tevoren door José heel lekker gevonden. Ik vond het te flauw.

Van daaruit zou ik nog een foto bij avond van het stationsgebouw  maken. Dus liepen wij een km terug.


Toch maar niet ruilen

Maar helaas hadden zij op  door de weekse dagen geen extra verlichting aan. Het was heel donker bij het station. Enigszins teleurgesteld gingen wij maar op weg naar de hostel. Daar gingen wij even naar de rooftop om die ook te zien.


Op de bovenste verdieping was een lounge met uitzicht op de stad

Het was een lounge van 15 bij 8 meter met nog een terras ervoor waar je in de zomer overdag heel goed kon zonnen en barbequen.


Melbourne by night

Wij zagen een heel mooi uizicht op de stad: Melbourne by night. De gebouwen waren bijna allemaal verlicht. Ik besloot om naar onze kamer te gaan, een verdieping lager om de camera’s te halen.


Melbourne by day

Met ieder een camera gingen wij foto’s maken van de stad bij nacht.

José had de canon, die kon ze op het muurtje vlak leggen. Ik moest met de Casio minstens een halve seconde de camera stil houden op de railing.

De verdere avond brachten wij door met voorbereiden voor de volgende dag.

Dag 30: Woensdag 22 april  2009: Laatste dag in Melbourne

In de ochtend hadden wij de koffers weer ingepakt en gingen toen voor de laatste keer naar de eetzaal om te ontbijten. Wij waren al zo gewend aan dit hostel leven dat wij het zelfs plezierig vonden.

Na het ontbijt gingen wij met alle spullen die wij bij ons hadden naar de auto. Die reden wij uit de garage en parkeerden die voor de hostel. In twee stappen i.p.v. zes rende ik de trap van zes treden naar boven en kwam net voor een jonge Japanner bij de deur.

Wij zouden volgens de kaart die Apollo aan ons gaf de weg naar hun moeten kunnen vinden. Maar José kon de afslag naar Harperstreet niet vinden en i.p.v. 15 km maakten wij uiteindelijk wel het dubbele ervan. Wij vroegen bij verschillende afslagen naar die afslag maar eerst vroegen wij het aan een stokoude man. Die begreep het allemaal niet zo goed meer. Ik besloot toen om maar de richting van Tullamarine, het vliegveld, op te gaan.

Daar konden wij nergens stoppen dus reden wij naar de departures afdeling en reden daar weer af. Het vliegveld leek op schiphol maar dan slechts op een derde ervan.

 Op de terugweg vroegen wij de weg  aan een jongeman in een bestelbus. Die verwees ons naar de westring. En dan moet je natuurlijk anders dan in NL de flyovers anders nemen anders kom je juist aan de andere kant terecht.

Eindelijk kwamen wij bij de Harperstreet aan en aan het einde ervan zou een tankstation zijn. Warempel het klopte. Wij lieten de tank vol lopen en wilden naar de derde afslag toe rijden. Maar weer klopte de kaart niet of ze hebben in de tussentijd meerdere afslagen erbij gebouwd. Wij besloten terug te gaan bij het tankstation en van daaruit de omgekeerde weg te volgen. Uiteindelijk kwamen wij toch bij Apollo terecht. Een firma die zich op een industrieterrein had gevestigd.

Ik reed de oprit op en was bezig om een parkeerplaats te zoeken. Ik hoorde toen een getoeter en iemand reed juist weg en wees naar de plaats waar hij gestaan had.

Ik parkeerde de auto en ging de office binnen. Daar was een man in sportkleding bezig een camper te huren. Toen hij klaar was kwamen wij aan de beurt. Ik liet de baliemedewerker mijn ingevulde schadeformulier zien en ging met hem naar buiten om de auto verder te bekijken. Het kost u de schadeherstel + 75 dollar administratie-kosten zei hij. Met een maximum tot het bedrag van de borg zei hij.

Dus nu maar hopen dat het allemaal nog mee zal vallen.

Gelukkig nog geen ziekte of letselschade  tot dan toe.

José was even weg naar de restroom toen een ander stel binnenkwam.

Een dame en heer van laat in de vijftig. Ze praatten wat tegen elkaar en ik dacht eerst dat het Denen of Duitsers waren. Where do you come from, vroeg ik aan de heer…. from Holland, zei hij. Nou dan kunnen wij beter in het Nederlands verder praten.

Zei ik toen weer.

Zij bleken uit Ridderkerk te komen en waren via Thailand en Sydney nu in Melbourne en wilden via Apollo met een auto verder naar Adelaide. Ze kwamen per bus en tram naar Apollo, het auto en camper verhuurbedrijf.

José kwam toen nog even erbij. Maar toen kwam de taxi,  die door de baliemedewerker voor ons was besteld, aan.

Het was een zwijgzame man, die taxichauffeur. Ik zei of hij ons naar het Holliday Inn hotel kon brengen bij de airport. Zonder boe of ba te zeggen knikte hij even en probeerde mijn blauwe koffer in zijn kofferbak te krijgen. Met een reserveband erin lukte dat niet. De kofferdeksel kon niet dicht. Geen nood. Hij had een stuk spanelastiek met haken en daarmee hield hij de koffer en deksel toch op zijn plaats. Hij wist  een sluiproute binnendoor naar het hotel en ik zag de teller bij maar 17,60 dollar eindigen.


Ons laatste onderkomen in Australië

Wij werden weer zonder te veel poeha door hem bij de ingang van het hotel afgezet en sleepten onze bagage door de draaideur naar binnen. Bij de checkin balie zei ik mijn naam en zei dat ik een reservering had. Zij vroeg om mijn paspoort en voucher maar die had ik toevallig niet zo bij de hand. Geen probleem zei ze, bij het uitchecken kunt u het nog brengen. Wilt u gewekt worden en gebracht worden met de shuttle naar het vliegveld  Ja zeiden wij en wisten nog niet dat het tegen extra kosten was.

Wij kregen room nr 327 op de derde etage  in een van de hoeken van het drie puntige stervorm gebouw. Het was zo later bleek moeilijk om je te kunnen orïenteren

als je uit de lift kwam.


Kleurrijke schilderijen hingen aan de wand bij de ingang van het vliegveld

Omdat het mooi weer was,  22 graden, wilden wij buiten gaan wandelen. Maar het bleek niet zo eenvoudig om de snelwegen rondom een vliegveld te voet te kunnen oversteken. Wij besloten dan maar naar het vliegveld, zo’n 400 m verderop te gaan wandelen om te kijken hoe wij de volgende dag kunnen inchecken. Ik dacht eerst dat Holliday Inn het dichtste bij gelegen hotel was, want ik zag verderop ook Formula 1 uit ons raam maar het bleek het Hilton hotel te zijn die op nog geen 50 m van het vliegveld stond, boven op een parkeergarage.

Wij zagen veel Indiërs met tulbanden op en zonder tulband het vliegveld verlaten.

Zeker net een vliegtuig uit Karachi geland, dacht ik naderhand.

In het hotel hadden wij de beschikking over een koelkast met minibar, een grootbeeld LCD TV en internet via de kabel.


Even uitrusten en lezen

Wij kwamen langs de zijkant van het hotel en zagen daar een paar bankjes in de zon staan. Wij besloten daar in de zon te gaan zitten. Maar eerst wilde José nog een boek meenemen vanuit de hotelkamer.


Ook maar proberen

Niet lang daarna gingen wij in korte broek languit op de zonnebanken bij het zwembad liggen zonnen. Maar toen de zon achter de parkeergarage aan de overkant schuil ging  werd het toch voor mij te koud. Ik ging eerder dan José weg van het zwembad  en wilde door de draaideur naar binnen. Er waren twee openingen. Een kleine links en een grote rechts. Ik probeerde snel door de kleine opening naar binnen te gaan maar de deur was sneller dan ik. Op het moment dat ik erin wilde stappen ging de draaideur naar links dicht en kwam ik met mijn lichaam klem te zitten. Mijn rechter schouder ving de klap op en ik kon nog net terugspringen. Maar mijn linkerhand bleef nog even in de gesloten deur klem zitten. Toen ik die toch eruittrok zag ik wat velletjes van mijn hand gestroopt worden. Het begon ook meteen te zwellen. Er liepen een paar mensen van het hotel in nette pakken naar mij toe en vroegen of het goed met mij ging. Ik zei yes en dat ik gewend was om van de fiets te vallen. Ik kon natuurlijk niet in drie seconden vertellen dat ik elke woensdagavond als ik ga badmintonnen wel tien keer  op mijn schouder op de grond val.

Maar zij zeiden dat een compress met ijs wel goed zou zijn. Dus had ik mijn linkerhand  onder de kraan gehouden en daarna een zalfje er op gesmeerd. Het hielp wel.

Toen José boven kwam heb ik het verhaal aan haar verteld. Natuurlijk was haar reactie dat ik geen twee minuten zonder haar bescherming kon zijn.


Concept 2 indoor rower uitproberen

Maar na wat achter de notebook  gezeten te hebben en ook wat op internet geupload te hebben gingen wij rond half acht maar weer naar de Mac aan de overkant. Wij bestelden  onze salades maar de Ceasar salade van José was zonder tomaten. Wij hadden  zowel in Amerika als elders in Australië altijd tomaten in de salade gekregen dus ging José haar beklag doen. En na wat stevige discussies kreeg zij toch haar tomaten erop want anders hoefde zij het helemaal niet.

Wij waren al bijna op onze kamer toen ik zei dat ik nog naar de fitness room wilde kijken. Die was alleen toegankelijk met een keycard. En toen wij binnenkwamen zagen wij een fiets, een Concept II roeimachine, een jogging machine en wat gewichten.


Einde van de haal

Wij probeerden alle machines uit. Bij het roeien kwam José op 175 Watt, ik op 350 Watt.

Dag 31: Donderdag 23 april  2009: van Melbourne naar Washington

In de ochtend werden wij inderdaad om half acht gewekt maar ik was een kwartier eerder al op. Ik nam een douche en schoor me met de krabber want mijn Eltron (Braun) scheerapparaat uit New York van 1983, had het in Hurricane begeven.

Toen aten we alle sneetjes brood en dronken koffie met fruitsap erna.

Om kwart voor negen checkte ik uit. Heeft U nog wat uit de mini bar genomen vroeg de baliemedewerker. Nee zei ik. Anders nog wat gebruikt? Alleen Internet. Dat kost u dan 27 dollar zei hij weer. Ik realiseerde me dat ik niet gecheckt had of het inderdaad gratis was. Waarmee wilt u het betalen vroeg hij weer. Schrijf het maar van mijn kaart af. Totaal met wekservice en shuttle naar het vliegveld kost u het 32 dollar.

Zo kom je wel gauw van je dollars af.

Een kleine chauffeuse bracht ons met een minibus naar het vliegveld.

Wij waren vroeg want ons toestel  zou pas om 11:20 vertrekken.

Het was niet zo’n mooi vliegveld als San Francisco. Het leek meer op die van Sydney.

Wij kwamen aan bij de UA checkin balie en zagen eerst weinig mensen inchecken. Dat bleken business class en 1st class passagiers te zijn. De Economy Class reizigers waren al dik vertegenwoordigd. Wij sloten ons bij hun aan. Na een kwartier waren wij aan de beurt. De koffers waren exact ieder 23 kg. Wij kregen drie boarding pasjes tegelijk: een voor Sydney, een voor Los Angeles en een voor Washington. Toen moesten wij door de screening poortjes. José had met haar heup toch wel meer last van de röntgen apparaten. Ze had haar boarding pass en paspoort ook in haar tasje laten zitten die toen al onder het scanapparaat lag. Dat gaf ook wat oponthoud Maar uiteindelijk was zij er ook door.

Toen waren wij dus binnen en zag zij nog iets leuks om mee te nemen. Nou dat moet je zeker doen want wie weet wanneer wij weer in Australië terugkomen.

Toen stapten wij niet lang daarna in een Boeing 747-400. Die was maar voor 30% bezet.

Wij zaten op nr 59 A en B. Bijna helemaal achterin aan bakboord. De vlucht naar Sydney duurde niet lang , het was een afstand zoals Rotterdam Genevé.Wij zagen bij de landing de Harbour Bridge en het Opera House, nu van boven.


Harbour Bridge van boven gezien

In Sydney verwisselden wij van Boeing 747. Want die van Melbourne ging naar San Francisco. En wij moesten via Los Angeles.

Daar in Sydney hoefden wij dus niet door de poortjes. Wel moesten wij weer even wachten voor de volgende Boeing 747 – 400.

Naar LA ging de zon vlug onder en werd het dus snel nacht maar ook snel dag.

In LA was het dag toen wij weer door de douane en door de poortjes moesten.

En het werd weer donker toen wij in Washington bij Dulles International  aankwamen. Eerst weer de immigration check waar je je groene kaarten in moest leveren en het flapje op je paspoort werd geniet. En ook weer de fingerafdrukscan van alle tien vingers. Eerst je vier rechterhand vingers dan de duim van je rechterhand. Dan de vier vingers van je linkerhand daarna de duim van je linkerhand. Het was allemaal om je veiligheid te waarborgen stond er ergens op een plakkaat, dus word a.u.b. niet boos of ongeduldig. De bagage claim afdeling was in een ander gebouw. Je moest er heen per rijdbare platform. Een soort grote bus van 4 x 20 meter waar wel 100 mensen  in konden zitten of staan om van het ene gebouw naar het andere te gaan.

Toen wij dus de koffers hadden moesten wij nog  vervoer vinden voor het Hotel Channel Inn. Ik wist wel waar het ongeveer was via Google opgezocht maar niet hoe je er het voordeligst kon komen.

Wij gingen naar de Info balie maar die was net dicht. Een manspersoon die er buiten stond vertelde aan omstanders dat hij bepaalde zaken wel uiit het hoofd wist maar dat hij daar niet meer werkte.

Toevallig was de medewerkster van de balie, een oudere indiase dame van origine, nog net buiten het hokje aanwezig. Ze vertelde aan ons op de vraag waar we vervoer naar ons hotel konden vinden dat er een shuttle te vinden was onder in het gebouw ergens onder de plek waar er boven een kiosk stond, de supershuttle. Wij gingen dus met de roltrap naar beneden en ik schatte in dat er daar een bus zou moeten staan. Maar op de aangewezen plek was er maar een lege ruimte in de hal. Ik dacht ook dat er nooit een bus door de deuren in de hal naar binnen zou kunnen gaan. Dus besloten wij naar buiten te gaan. Daar zagen wij verschillende soorten bussen staan die vol stroomden met mensen. Grote en kleine bussen. Bij de grote bussen stonden geen namen met supershuttle erop. Wel met die van personnell  XXX en andere firmanamen. Toen zag ik een groep stewardessen onze kant oplopen. Een herkende ik als die ons in het vliegtuig geholpen had, die met het vrolijke gezicht. Ik vroeg aan haar waar de supershuttles stonden. Dan moet u daar zijn en zij wees ons terug naar de overkant van de straat die door een verkeersregelaar voor de voetgangers een oversteekplaats beschermde. Wij gingen weer over de straat  terug en kwamen na ongeveer vijftig meter een groep kleine bussen tegen waarop te lezen was dat zij supershuttles waren. Aan de voorste buschauffeur vroeg ik of wij met hem naar het channel Inn hotel meekonden. Dan moet u daar binnen een kaartje kopen zei hij. Dus wij gingen met onze koffers achter ons aan weer het gebouw binnen en wij zagen inderdaad dat er een balie was met een man erachter die tickets verkocht en een klant ervoor. Hij kon ons zo helpen en zei dat de bus over een kwartier ging. Wij waren de tweede groep in de bus die plaats bood aan 9 passagiers. Toen kwam er een Chinese dame binnen met een kleine koffer. Daarna nog een stel en waren wij met zeven passagiers. Maar toch vertrok de bus.naar Washington.


Hier moest de shuttle ergens zijn

Het bleek toch een afstand van 40 km te zijn over snelwegen en later in de stad over grote brede wegen. Maar wij waren de laatste groep die de chauffeur naar ons hotel bracht. Via de Garmin Navigator kon hij ons hotel natuurlijk snel vinden.

Het hotel bleek, zoals ik met google maps had uitgezocht aan het water te liggen. Een inham van de Potomac rivier.  Het was een hotel met een oud koloniale sfeer. Toen wij incheckten bleek de voucher op een verkeerde datum te zijn gezet. Op de 25ste inchecken en de 27ste uitchecken. Maar wij kwamen de 23 ste aan en moesten de 25ste uitchecken. Ik loste het probleem op door eerst op mijn creditcard te boeken en de volgende ochtend zou ik dan kontakt opnemen met WRC.

In de hal hoorden wij al dat er een negerband wat liedjes ten gehore bracht in de danszaal.

Wij gingen met de lift naar onze kamer 223. Op de tweede vloer naast de lift.

Wij keken uit via een kamerbreed balkon op een jachthaven beneden ons. Wij hoorden vliegtuigen van het vliegveld Reagan  op 3 km afstand af en aan komen.

Na onze koffers uitgepakt te hebben besloten wij naar de zaal beneden ons te gaan. Daar zagen wij een half dozijn mensen aan de bar en aan tafeltjes zitten en een band van drie mensen en een zangeres voor de mensen spelen. Wij bestelden ieder een glas rode wijn. De barkeeper pakte twee kleine flessen rode wijn in zijn ene hand opende die bij de schroefdop, pakte in zijn andere hand twee wijnglazen en schonk de twee flessen wijn tegelijkertijd in de glazen. Ze waren natuurlijk bijna vol. Met de twee glazen liep ik naar José toe die bij de muur op de muurbank zat. Wij keken naar negerband die vrolijke liederen speelde. Het is net Fado in Portugal maar dan op een vrolijke melodie.  Na nog een glas wijn gedronken te hebben gingen wij daarna naar onze hotelkamer en daarna in bed.


A double Romantic Room!

2 dagen Washington:

Dag 32: Vrijdag 24 april  2009: eerste dag in Washington

In de ochtend na onze koffie ging ik eerst proberen contact op te nemen met WRC. Met mijn mobieltje lukte dat niet en daarna probeerde José haar prepaid mobieltje op te waarderen. Na een tijdje in de handleiding gekeken te hebben lukte het haar om het nog een paar tientjes in Euro’s  op te waarderen.


Uitzicht vanaf het balkon

Ik kreeg contact met WRC en vertelde hun dat wij in Washington zaten en dat de voucher misgedateerd was. Zij zeiden dat ze vanuit Nederland geen contact konden opnemen met Allied Tourist en dat wij het moesten doen. Maar dat zij het zouden proberen en als het lukte zouden zij ons bellen op José’s mobiel. Wij gaven het nummer aan hun maar het nummer dat wij hen gaven klopte niet er ontbrak ergens een 2 . Toen was  de verbinding verbroken want de 20 Euro’s waren op. Ik had ze daarna weer gebeld en verteld dat ze maar het telefoon nr van Allied Tourist moesten doorgeven.  Toen ze dat doorgegeven hadden was de kaart weer op.


Uitzicht vanuit de lucht met Google

Ik besloot aan het eind van de dag aan de receptie te vragen of het goed gekomen was.

Bij de receptie vroeg ik aan de dienstdoende receptionist, een oudere man, of wij met een shuttle naar het vliegveld konden gaan de volgende dag. Dan moet u deze firma vanuit uw kamer bellen, zei hij, en drukte mij een kaartje van de firma Super Shuttle in de hand.

Wij gingen weer naar de kamer en ik keek wat er op het apparaat te lezen stond. Als je de receptie wilde hebben drukte je op knop 1. Als je naar een andere kamer wilde bellen drukte je eerst op knop 2 en dan het kamer nummer. Als je area code 023 wilde hebben drukte je op knop 3 en dan het nummer dat je wilde hebben. Als je area code 043 wilde hebben drukte je eerst op knop 4 en dan het telefoonnummer. Ik keek op het kaartje en zag ergens dat er een 023 voor een telefoonnummer stond dus drukte ik op knop 3 en toen dat nummer dat erachter stond. Een metalen stem zei dat als ik een reservering had en inlichtingen wilde hebben dan moest ik op het cijfer 1 drukken.Als ik inlichtingen nodig had over vertrektijden dan moest ik op 2 drukken. Als ik een medewerker nodig had moest ik op 3 drukken.

Dat deed ik dus en ik zei dat ik een shuttele wilde bestellen voor morgen om 13 uur voor twee personen naar het viegveld vanuit het Channel Inn Hotel on the waterstreet. Wat is uw naam . Ik zei het op z’n Amerikaans en spelde het ook voor haar. Uw roepnaam. Ik spelde mijn paspoort tweede naam.

Welk vliegveld vroeg de juffrouw. Dulles zei ik toen. Met welke maatschappij vliegt u vroeg zij weer. United Airlines was mijn antwoord. Welk vluchtnummer heeft u. Wacht even zei ik dat zoek ik even op en griste in mijn schoudertas naar de Electronic tickets die ik had. Daar stond UA 946. Dan gaat uw vlucht om  17:20 uur en komt de shuttle u ophalen om 13:45 uur verstond ik.

Wat is uw creditcard nr. Dat las ik op en ook de expire date. Dan is uw bestelnr het volgende. Wacht even mijn vrouw is een pen aan het opzoeken zei ik. Ze wachte keurig en ik schreef het nummer op

Ik las nog even voor wat ik gehoord had en ook de tijd en legde de hoorn neer.

Daarna gingen wij het hotel uit.


Voorbij het ministerie: van wonen en stadsontwikkeling


En het ministerie van onderwijs

Wij gingen toen de weg voor het hotel uitlopen en gingen richting de stad. Van de receptie had José reeds een stadsplattegrond meegenomen. We volgden de grote weg tot we over de snelweg kwamen. Daar gingen wij rechtsaf. Toen weer links en toen weer rechts. Wij kwamen op die manier veel regeringsgebouwen tegen. Ik maakte  veel foto’s van alles wat wij zagen. Na een half uurtje kwamen wij in de buurt van het kapitool. Wij hadden al sinds de middag van de vorige dag niet gegeten zodat ik hunkerde naar een ontbijt.


Het Capitool voor ons


Dit is de westzijde

De eerste de beste tent waar wij wat te eten konden krijgen zouden wij aandoen. Vlak in de buurt van de noordelijke China Town zagen wij een Mac en was het weer die keten wat aan ons verdiende. Na 800 kcal ingenomen te hebben kon ik dus weer 10 uur tegenaan. José nam met wat minder kcal genoegen.  Wij gingen daarna door China Town en gingen verder door naar het Witte huis. Daar bleek alles afgezet te zijn. Je kwam helemaal niet meer langs het eerste hek. Er was een tweede barriere  erom heen gebouwd. Overal waren wachtposten en politieauto’s. Er was zelfs een continu bewaking met een helicopter die boven het hoge gebouwen gedeelte van de stad vloog. Dat is de buurt ten Noord Westen er van. De mogelijkheden om met een auto binnen te komen zijn  minimaal. Vroeger kon je bij de ingang de palen van het huis nog zien aan de noord zijde. Nu is het met een zeil afgedekt.


Ingang van China Town

Toen wij aan de westkant waren gekomen zagen wij dat er een soort Amsterdamse palen als obstakels overal om het gebied was ingeplant. Maar deze palen zijn groter, het zijn volgens ons Washingtonners.


Hier komt het nieuwe stadscentrum


Hier woont Barack Obama

Toen wij een paadje naar het hek aan de zuidkant wilden lopen en al een honderd vijftig meter waren gevorderd  werden wij opeens de verdere doorgang geweigerd door een agent. Alle anderen die toen achter ons kwamen werden ook teruggedreven. Wij gingen toen een hek verder naar het Witte Huis kijken. Maar net toen wij daar waren werden wij ook van daar weggejaagd. Het bleek dat er  wat activiteit te verwachten was in het huis. Wij maakten gekscherend de opmerking dat de dochters van Obama nu van school zullen komen om de hond uit te laten.


Daar werkt hij in The Oval Office


Daar dus

Met de telelens maakte ik nog foto’s van het witte huis en zag dat er op het dak twee veiligheidsagenten op wacht stonden en de buurt in de gaten hielden.


Het Washington Monument: Een Obelisk van 169 m


Water voor de vogels

Wij zagen ook hoe de auto’s die binnenkwamen eerst moesten stoppen en na de achterklep te hebben geopend en gecheckt, mochten doorrijden. Maar ergens verderop was er weer een check met een hond.


Zo hoog is hij dus

Toen wij dus door verschillende dranghekken van hout naar het zuiden liepen kwam van die zijde een groep cadetten in smetteloos witte uniformen onze kant opgelopen. Mensen uit onze groep waarschuwden hen dat de toegang verder afgesloten was.

Verder in het zuiden kwamen wij in de buurt van de naald monument. Die fotografeerden wij van verder weg omdat de zon in het zuiden stond.


Lincoln Memorial


Dit is wat Lincoln elke dag ziet

Vanuit die plek gingen wij verder naar het Lincoln monument, een Grieks aandoend gebouw waarin Lincoln werd geëerd door hem vijf maal zo groot in een stoel af te beelden in een steensoort, waarschijnlijk marmer.

Bij het naar boven lopen van de ongeveer dertig treden. Probeerde ik weer drie treden tegelijk te springen maar aangezien de treden soms in groepen van zeven treden waren waarna weer een vlak stuk was, lukte dat niet. De eerste drie van zo’n groep lukte wel maar daarna bleven er nog vier over die nam ik dan in twee keer.


Vanaf zijn zetel


Maar hij houdt van de mensen

Maar José die rechts van mij liep zag mij ineens niet meer. Ik was al eerder boven. Maar ja als het 5000 treden waren geweest was zij natuurlijk eerder boven dan ik.


Iedere staat zijn eigen steen


Zij komt dus uit Nebraska

Van het Lincoln  monument gingen wij terug richting het naald monument. Maar onderweg bij het monument van de Amerikaanse staten stopten wij even en keken hoe de Overwinningen van Amerika tijdens de 2de    Wereldoorlog in brons en steen werden vereeuwigd. Wij liepen weer verder naar het oosten tot wij bij het Naaldmonument aankwamen. Van de zuidzijde gezien was het beter te fotograferen vanwege de zonnekant ervan. Langs de noordelijke kant van het 2 km lange stuk naar het Capitool gingen wij zoveel mogelijk onder de bomen lopen want ondertussen  was het bijna 23 graden. Ik had er last van.


Weer terug dus naar het oosten


Boomchirurg aan het werk

Op een bankje in de schaduw van een boom zaten twee lieve hondjes op een bank uit te rusten. Hun bazin zat er naast. Ik zei: “Oh wat are they nice dogs”, en maakte een foto van hen en hun bazin. Die lachte tegen mij.


Hier is het ministerie van arbeid zeker


Waar zou het ministerie van kunstwerken zetelen?

Wij besloten verderop niet naar het capitool te lopen maar naar het noorden richting Pensylvania avenue. Uit de foto’s die ik van de geschiedenisborden die aan de weg stonden had kunnen lezen, bleek die weg vroeger een belangrijke plaats te zijn geweest. Het was de plaats waar de markt gevestigd was. Waar de belangrijke ambtenaren na gewerkt te hebben,  op de markt een kip te hebben gekocht deze  onder de arm mee naar huis namen.

Wij dronken wat in een café. José nam een ijsje en ik vroeg om ice cream soda. Maar evenals in 1983 kenden ze die in de VS niet. In Australië had ik wel cola met ice cream gedronken. Dus vroeg ik om 7up. Die hadden ze niet. Wel Sprite. Nou dat was ook wel goed. Ik kreeg een blikje Sprite erbij. Ik mengde zelf de Sprite met het ijs en  kreeg zo toch mijn ice cream soda. Daarna hadden wij allebei toch genoeg gewandeld en wij gingen dus terug naar het hotel dat nog geen half uur wandelen ervan verwijderd  was.


Nog even vriendelijk zwaaien

Daar aangekomen vroeg ik aan José of zij nog een foto van haar op het balkon wilde hebben. Want de zon scheen nu mooi uit het westen. Dat wilde zij wel. Dus ging zij met haar keycard naar binnen via de voordeur terwijl ik om het hotel heen liep tot bij de kade van de jachthaven. Ik zag een man met een soort kleine camper uitstappen en die ging door een achterdeur naar binnen in het hotel. Dat is mooi dacht ik toen, dan hoef ik ook niet meer om het hotel heen naar de voorkant te lopen.


Onze kamer was rechts

Ik wachtte op José die zou binnen een minuut wel verschijnen . Maar het werden vijf minuten en ik zag haar nog niet verschijnen. Toen was ik maar naar binnen gegaan en zag haar bij de receptie haar kaaart voor een andere inruilen. Ze hadden ons twee keycards gegeven maar de tweede deed het niet. Ze kreeg toen een werkende.


En keek uit over deze boten

Er waren drie mensen achter de balie. Ik vroeg aan de best geklede Indiase heer of hij de General Manager was. Yes zei hij toen. Ik vertelde dat mijn voucher verkeerd gedateerd was en dat het reisbureau hun een goede zou sturen. Dat is inmiddels geregeld zei de dame die er ook bij was.

Dan is het goed zei ik toen. Maar bij het uitchecken moet ik natuurlijk vragen of zij mijn creditcard overboeking wel weer wilden terugstorten.

Ik ging dus weer terug naar buiten en José ging weer in de zon op het balkon poseren voor de foto.

Het was nog steeds warm weer zo’n 23 graden en daarom besloten wij voor het donker werd langs de boten aan de kade te lopen.

Het was een kade aan een jachthaven die ongeveer een km lang was. Het lag er vol met boten van 8 tot 20 m lengte. Ongeveer 30 % zeiljachten en de rest motorboten en woonboten. Er waren ook roeiboten die met peddels voortbewogen werden . Tien roeiers aan bakboord en tien aan stuurboord. Voorop en achterop stonden stuurlieden.


Laatste blik op de Channel

Ergens op 2/3 van de lange kade was er een clubhuis op het water en er werd feest gevierd want het was vrijdagavond. Even verderop was er een grote platte trimaran die als rondvaarboot dienst deed. Mensen in mooie uniformen trachten voorbijgangers een ticket aan te praten. Maar wij hadden van het balkon al genoeg gezien.

Verderop versmalde de kade en was het minder fraai. Wij besloten terug te keren.

Na ons verfrist te hebben zouden wij in het hotel gaan eten.

Dat bleek dus Pier 7 te zijn het restaurant van het hotel.

Het had ongeveer 100 zitplaatsen. Maar José telde 10 man bedieningspersoneel.

Er was een oberkelner die ons steeds vroeg of wij een keus konden maken. Wij moesten de menukaart natuurtlijk van A tot Z helemaal door nemen om een goede keus te maken. Ik koos voor een lekkere biefstuk die op z’n New Yorks gemaakt zou worden. Een vol pond als het van de koe afkwam. Maar het was toch flink opgedroogd als het op mijn bord terecht kwam.  Volgens het voedingscentrum 630 kcal. Dus genoeg om een 8 uur op te kunnen teren. Met de gepofte aardappel erbij en de Ceasar salade na was het wel 800 kcal. José koos voor een lekkere zalm. En zij vond het wel gezellig eten. Want wij kregen ook nog een slaatje van het huis.


Maar na bijna een halve wereldreis komt Klaasvaak stiekem langs

Dus met een volle maag gingen wij die avond naaar bed.

Dag 33: Zaterdag 25 april  2009: tweede dag in Washington dan naar Amsterdam

In de ochtend kleedden wij ons warm aan omdat in het vliegtuig het meestal vrij koud is vanwege de airco.

José bleef toch nog wat langer in bed omdat ze vast goed wilde uitslapen. In het vliegtuig kon ze niet slapen. Ik probeer als het kan overal waar het maar mogelijk is toch te slapen, dus ook in het vliegtuig.

Ik ging beneden bij de receptie vragen of wij al moesten uitchecken. De man zei dat het toen nog niet hoefde, het was pas tien uur. Dus bleven wij tot half één op de kamer. Toen werd er gebeld of wij roomservice wilde hebben. Nee antwoordde ik. Daarna om een uur of kwart over één belde de receptionist of wij wilden uitchecken. Wij hadden toen alles al klaar staan en zeiden ja we komen onmiddellijk.


Laatste blik ook op de roeiers

Beneden gekomen moesten wij nog afrekenen. Mijn creditcard betaling werd terug gestort. Maar de vier glazen wijn en het telefoontje naar de Super Shuttle konden wij beter cash afrekenen.

Wij waren daarmee net klaar toen er een man zich bij de balie aanmeldde om te zeggen dat hij de chauffeur was van de super shuttle. Hij was dus op de seconde nauwkeurig precies op tijd. Maar ik dacht dat hij pas om kwart voor één zou komen.

De kleine bus, die plaats bood aan tien mensen stond voor de ingang van het hotel. De chauffeur opende de deur en wij zagen dat wij het derde stel waren dat meeging. Het eerste stel was net als wij zijn oudere mensen, Amerikanen.

Het tweede stel, jonge mensen die naar Parijs gingen, waren ook Amerikanen.

De chauffer opende en sloot het portier voor ons en laadde de koffers achter in de bus. Daarna reed hijnons via de snelweg naar het vliegveld Dulles. De weg was overdag beter te volgen. Het ging de eertse kilometers langs het veld waar het Lincolnmonument stond en daarna verder naar het noordwesten.

Onderweg deed de chauffeur nog de administratie van zijn passagiers. Ik moest tekenen dat ik met de shuttle werd opgehaald en dat ik al betaald had per creditcard.

Na een drie kwartier waren wij bij het langgerekte gebouw van de hoofd terminal. Bij de verschillende vliegmaatschappijen ingangen stopte de bus. Eerst bij die van het oudere stel, toen bij die van het jonge stel en uiteindelijk bij die van de United airlines helemaal aan het eind.

Wij bedankten de chauffeur en gaven hem nog een fooitje voor het vlot wegbrengen.

Binnen in het gebouw kon je via een incheckmachine inchecken. Er was wel een medewerster erbij die je hielp. Je hoefde alleen je paspoort in een gleuf steken en alles werd voor je geregeld behalve je plaats in het vliegtuig.

Je koffers kon je op de weegschaal leggen en een bewijs van inlevering van je bagage kreeg je ook in de vorm van twee barcodestickers.

De twee koffers bleken nu 50 kg te wegen i.p.v. 46n kg.

  Maar zonder problemen kwamen wij toch er mee weg.

Wij gingen daarna door de algemene persoonlijke incheckbalie die minder druk was en toch vrij vlot werkte. José moest voor de laatste keer gevisiteerd worden door een vrouwelijke beambte met een geigerteller.

Uiteindelijk waren wij bij het duty free gedeelte en konden wij ook weer eten want ons ontbijt was er weer bij ingeschoten. Onze Gate zou in het oostelijk deel zijn van het gebouw maar daar waren geen eettentjes die José goed genoeg vond . In het westelijke deel waren wel een paar tentjes waar Mexicaans voedsel werden verkocht. Wij kochten beiden een Burrito. Een pannekoek met vlees en groenten erin verpakt. Bovendien kreeg je er nog een papieren verpakking eromheen en een paar servetten erbij. José had er bovendien nog bonen erbij. Een compacte eenheid voedsel die je in grote happen op kunt eten want het leek op een loempia verpakt in een papieren zakje.

Toen de eerste helft op was bleek de pannekoek niet meer dicht te kunnen blijven en dreigt de inhoud uit het papieren zakje te vallen. Gelukkig hadden ze ook nog plastic vorkjes bij die California Tortilla tent.

Wij wachten bij onze gate totdat onze seatin nr 3 aan de beurt zou zijn. Maar toen ik op de boarding pass keek bleek onze zitplaatsen niet ingevuld te zijn. Ik ging naar de balie toe waar een beambte bezig was om aan verschillende mensen een zitplaats in het vliegtuig toe te wijzen. Hij zei dat ik om half vijf moest terugkomen. Om drie voor half vijf kwam ik het bij hem vragen maar toen was hij nog niet zover. Tien minuten daarna wel. Wij kregen helemaal achterin op rij 39 twee middenstoelen naast elkaar. Er waren families die er minder gelukkig aan toe waren die dus verspreid over het vliegtuig moesten zitten.

Het was weer een Boeing 767-300 waarin wij zaten. Het was helemaal volgeboekt. Toen wij in de lucht waren. Het opstijgen duurde 55 seconden. Kregen wij eerst wat te drinken, een uur daarna het diner. José nam pasta en toen ik aan de beurt was was er geen kip meer en kreeg ik ook pasta.

Ik probeerde de weblog af te maken maar doordat wij steeds geconfronteerd werden met een schommelend vliegtuig schoot dat niet erg op.

In de ochtend kregen wij een ontbijt.

De Nederlandse stewardess had belangstelling voor zo’n mini-notebook zoals ik had. Ik legde uit wat de voor en nadelen waren.

Doordat wij eerst de wind mee hadden waren wij een kwartier eerder op Schiphol. Bij de paspoort controle koos ik toevallig voor het goede loket en was ik eerder erdoor dan José die stond naast mij in een andere rij. Er was een chinese of Vietnamese dame die moeilijkheden had met haar paspoort.

Maar uiteindelijk ging zij ook naar de andere rij en was zij er toch doorheen gekomen. Net op tijd want de koffers kwamen er net aan. Ik maakte foto’s van de koffers op de band. José praatte met een paar die uit midden amerika kwamen . Zij waren drie maaanden daar geweest en reden met het openbare vervoer. Goed te doen zeiden zij en niet gevaarlijk.

Dag 34: Zondag 26 april  2009: aankomst Amsterdam 6:45, Den Dolder 8:45

Wij zochten eerst bij het Station Schiphol met welke trein we moesten gaan en waar je tickets kon kopen.

Het bleek een intercity te zijn naar Eindhoven die om 7:45 uur zou vertrekken van spoor 2 .

Pas 5 minuten voor tijd werden de infoborden bekend gemaakt.


Aankomst Schiphol bagage claim

De eerste stop te Amstelveen verliep rustig. Wij zaten bij de deur omdat het anders extra sjouwen zou zijn naar boven of naar beneden.

Maar bij de Bijlmer werden wij opgeschrikt door een menigte jongelui van 16 -18 jaar die massaal de trein in stormden. Zij waren net van een feest terug gekomen. En de trein was zo vol dat er niet eens iedereen er in kon.

Ze gingen naar boven en naar beneden en toen die al vol waren gingen zij op de trappen zitten en op het bordes waar wij ook waren.

Het was een drukte van belang. En toen er een paar naar het toilet moesten was het een gedrang om ze door te laten.

In Hilversum gingen er een paar uit maar het bleef vol. Uiteindelijk ging de grootste groep en ook wij er in Utrecht uit. De trein naar Baarn stond al klaar.

Maar toen wij in Den Dolder uitstapten bleek het te regenen.

De bloemen in onze tuin waren al in bloei en het gras stond al heel hoog.

Het was koel en kil in huis dus besloten wij de open haard aan te doen.

Maar eerst vertelden wij aan Judi dat wij veilig aangekomen waren.

Ook daarna belden Elly en Piet. Wij vroegen of zij langs kwamen want zij waren van Groningen onderweg naar Goes.

Maar eerst pakten wij de koffers uit en namen een bad.

Toen wij in bad waren geweest  en de open haard aan hadden gestoken voelden wij ons pas echt weer thuis.


Terug naar: Half round the world deel II | Terug naar welke reizen maak ik mee?