Nederland 2006 1


Langs de Airborne fietsroute


Dag 7: Aan de Rijn 1
Na het ontbijt gingen de drie T's de omgeving al wandelend verkennen. Zij gingen eerst door de woonwijk waar wij stonden. Het bestond uit drie flats en verder vrijstaande woonhuizen op kavels van rond de zeven honderd vierkante meter.

Toen gingen zij door het natuurgebied dat aan een stuk bouwland grensde waar een boer het land aan het eggen was
Ton merkte op dat veel landerijen op de hellingen van de glooiende heuvels lagen.

Na alles gecontroleerd te hebben of alles vast zat gingen wij naar de staplaats bij het Drielse Veer. Het was elf uur en toen wij daar aankwamen stond er een ouder broertje van mij reeds op de beste plek aan de waterkant.
Wij waren de tweede camper.
Wij maakten kennis met de bewoners en die vertelden dat het hun meest geliefde plek was om te staan. Zij gunden ons ook een uitzicht op het water door iets naar voor te rijden zodat wij achter hun langs toch uitzicht op de Rijn hadden.
Zij zochten een nieuwere camper zo een als ik zelf ben en Ton gaf hun het tijdschrift die hij net bij het Bollenevent gekregen had.

Na Tiga weer uitgelaten te hebben gingen Ton en Toos eerst naar de VVV fietsen om een fietsroutekaart te kopen die zij die dag wilden fietsen. Zij vonden er één die wel leuk leek: de Airborne fietsroute van 30 of 44 km. Zij fietsten de lange route. De route startte in Oosterbeek en ging over Heveadorp, Ede , Wageningen, Wolfheze en weer terug. Ton kon alle heuvels met gemak nemen, bij de laatste moest Toos afstappen.
Onderweg stopten zij bij de verschillende gedenkmonumenten die langs de weg stonden en maakten foto's.

Het was zonnig weer en de temperatuur was tussen de twintig en vier en twintig graden, heel aangenaam dus. Vooral op de hei was het warm en Ton verheugde zich al dat hij in Oosterbeek een paar bolletjes ijs kon nuttigen. Dat zou hem slecht bekomen want hij ging een bol te ver. Toos nam er twee en hij drie maar de te sterke snelle afkoeling was slecht voor zijn keel. Wat drie en veertig jaar geleden gebeurde herhaalde zich weer. Ton kreeg het ineens te koud en werd de volgende twee weken verkouden.
Gelukkig herstelde hij zich na die tijd weer.

De buurman vertelde aan Ton dat bij de Vizier stuwdam en de ernaast gelegen sluizen een vistrap was waarbij de aanwezige vissen de rivier op en af konden zwemmen.
Je kon ernaar toe lopen langs het water.
Ton besloot er naar toe te lopen zoals de man zei dat het kon, maar het bleek dat hij bedoelde dat je langs de autoweg moest lopen en niet vlak langs het water want dan liep het pad dood bij de afrastering van het terrein.
Dus ging Ton op zijn mountainbike ernaar toe en zag hoe de vistrap met infoborden werd uitgelegd hoe het werkte.
Bij de terugweg ging hij via Heveadorp en het restaurant Westerbouwing weer naar onze staplaats terug.
Verder Terug Naar boven Home Page