De terugreis
Dag 15: maandag 19 april 2010, weer naar Ulm
De ochtend na het ontbijt gingen Ton en Toos bij de super aan de overkant van de parkeerplaats wat boodschappen doen. Maar zij hadden lang niet alles kunnen krijgen wat ze wilden.
Zij besloten met mij maar te vertrekken. Bij Lidl even uit het centrum van de stad op de weg naar de Brenner kunnen wij stoppen om het ontbrekende in te slaan.
Doordat Ton niet meeging kon hij de leuke foto maken over het Nederlands van de Italianen.
Ton reed verder over de Brenner en door Innsbruck en over de Fürzenpas. Onderweg stopten wij bij een parkeerplaats, het bleek net boven een steile skipiste te zijn die 200 m diep ging.
Na Memmingen werd ik weer volgetankt en Toos nam het stuur over.
Van deze kant zou de route over Neu-Ulm het dichtste bij zijn naar de staplaats. Maar de eertvolgende mogelijkheid was toch over de Stadtmitte en zo naar de Messe Halle en via Lidl naar de parkeerplaats.
Ton en Toos parkeerden mij op de mooiste plek dat uitzicht gaf op het park
Die plek was vlak en gaf zowel in de ochtend als in de avond zon .
Mijn matjes werden uitgeklopt en de natte matten werden op de heg naast ons te drogen gelegd.
Daarna besloten zij langs de Donau te gaan wandelen en omdat het nog zonnig was de stad verder van boven te bekijken.
Zij gingen de kruising waar de trambaan naar links ging een eind langs de trambaan en bogen direct daarna nog verder naar links .
De weg liep omhoog langs volkstuintjes en kwam uiteidelijk op een grotere weg uit.
Daar hadden zij uitzicht over de stad want Ton schatte in dat zij bijna even hoog waren als de kerktoren in het centrum.
Net toen zij een zijweg overstaken kwam er een jongeman met een mountainbike en een helm op de grote weg oversteken en reed rakelings langs hen heen en daarna over het trottoir het talud van de weg af.
Hij verdween onder aan de dijk een zijweg in want Ton en Toos zagen hem niet meer nadat hij de steile helling afgegaan was.
Zij volgden toen de grotere weg die vrij steil naar beneden ging richting het centrum.
Ton zag een jonge vrouw naar boven fietsen, dat wilde hij de volgende dag ook proberen.
Via een fietspad dat onder een enkel-spoortje ging kwamen zij op een parkeerterrein uit en dat was dicht bij de staplaats.
Maar de drukke bocht kwamen zij moeilijk over want de auto's reden daar toch wel hard.
Gelukkig kwamen zij heelhuids weer bij mij terug.
Ook Italianen kunnen nog wat leren
Dag 16: dinsdag 20 april 2010, nog een dag in Ulm
Ton en Toos besloten deze dag een fietstochtje te maken langs de Donau naar het oosten en vervolgens met een wijde boog
via het zuiden naar Neu-Ulm te rijden en zo weer bij mij terug te komen.
Zo gezegd zo gedaan. Zij reden via het park naar de Donau en kwamen bij de voetgangersbrug uit en gingen de rivier stroomafwaarts volgen.
Zij kwamen roeiers tegen die door een coach in een volgboot werden geïnstrueerd.
Zij kwamen bij het kruispunt waar de trambaan linksaf ging en zij dus nu rechtdoor gingen.
Het fietspad liep langs de weg parallel aan de Donau en aan de overkant van de weg liep het enkelspoor naar het volgende dorp.
Even later zag Toos aan de overkant een huis op een heuvel aan de andere kant van het enkelspoor .
Het leek precies op het spookhuis van Hitchcock in de film Psycho.
Het was niet druk op de weg of op het fietspad. Ook niet op de Donau.
Wel zag Ton dat er hectometer borden langs de rivier stonden. Het was 2450, 7 km tot de Zwarte Zee.
Bij het volgende dorp aan de rivier was een brug maar die gingen zij niet over.
Zij bleven de rivier aan de noordkant volgen. Het geasfalteerde fietspad veranderde in een grindpad dat boven op een dijk lag.
Aan de rechterkant de Donau en links soms een meertje dat via een duiker met de rivier in verbinding stond..
Zo nu en dan zagen zij wandelaars die uit het bos kwamen en het grindpad opliepen.
Bij de tweede brug gingen zij over de rivier en volgden een fietsroute nr 4 die je van beide richtingen kon rijden. Een linksom of rechtsom fietsroute dus.
In de dorpjes met eenrichtingsverkeer gaf dat soms verrassingen.
Want ineens wezen de borden soms een andere kant op als je om je heen keek als je een bord gemist hebt.
Ook de onderdoorgangen onder spoorlijnen en drukke wegen gaven soms onverwachte situaties. Soms konden zij de fiets lamgs een glijgoot langs
een trap meezeulen maar soms kon je ook via een fietspad naast de trap met een haarspeldbocht naar beneden of boven fietsen.
Zij gingen via de fietsroute de dorpjes door en kwamen soms via een open weideveld in de volle wind te fietsen.
Het was tegenwind en ze waren ook de fietsroute nr 4 ook even kwijt en waren via de aardappelroute naar het westen bezig te fietsen.
Ze moesten enkele keren autosnelwegen over en dat ging soms ook via steile opritten en rare kronkelingen.
Zij kwamen een oudere fietser tegen die ook beduusd keek dat je om aan de overkant van de snelweg te komen drier keer een flyover moest beklimmen.
Ton maakte foto's van Toos die achter hem tegen de wind in zat te zwoegen en achter haar weer een andere Duitse dame.
Via Neu-Ulm kwamen zij bij de Donau aan en ze konden kiezen of zij door de stad zouden gaan of via de overkant naar de voetgangersbrug.
Zij kozen voor hewt laatste maar namen het te letterlijk.
Want zij namen ook het voetpad in plaats van het fietspad en toen zij bovendien nog belden kregen zij boze gezichten van de voetgangesrs.
Via de voetgangersbrug gingen zij naar mij terug.
Maar niet voordat Ton een serie foto's maakte van Toos die de ronde brug opging en te laat merkte dat zij moest terugschakelen.
Ton ging in zijn drie heel snel de brug op en zijn planetaire tandwielen maakten zo'n hard geluid dat de man met een mountainbike en een karretje erachteaan die voor hem reed naar hem keek.
Hij haalde hem in en remde bij het einde van de brug heel hard af om vervolgens kalmpjes aan het fietspad op te rijden.
Niet lang daarna waren zij weer terug bij mij.
Na de lunch ging Ton in z'n eentje de heuvel op fietsen.
Hij startte direct bij de voetgangers loopbrug over de drukke straat en kwam via een paar fietspaden op het fietspad dat langs de enkelspoorlijn liep.
Ergens boven ging hij de grote weg op dat naar rechts ging. Het was de bekende weg waar zij de dag te voren gelopen hadden.
Hij moest naar de linkerkant van de weg want daar was het fietspad.
Het was een vrij steile klim en Ton had zijn derde versnelling ingezet.
Opeens werd hij ingehaald door een oude dame die rechtop op haar fiets zonder moeite te doen naar boven ging.
Zou zij een hulpmotor hebben vroeg Ton zich af.
Boven gekomen ging hij de zijweg naar rechts in waar zij de dag tevoren de mountainbiker tegen kwamen.
De weg liep naar het einde van een woonwijk dat aan de volkstuintjes grensde.
Hij fietste langs een paadje naar een plek boven de parkeerterreinen bij de volkstuintjes.
Hij zag het pad met drie haarspeldbochten naar beneden gaan. Hij zag ook een spoor van een mountainbike die recht naar beneden ging. Die volgde hij dus en was snel beneden.
Beneden stak hij de sneltrambaan over en kwam op het fietspad langs de Donau.
Verder ging hij via de Donau op het fietspad naar mij toe.
In de avond gingen zij uit eten in de stad.
Zij liepen eerst langs de weg die via de Congresshalle ging en daarna onder het voetgangerstunneltje naar de overkant van de drukke straat.
Zij liepen eerst nog door een poortje dat uitkwam in de rozentuin waar Ton dacht dat er wel een doorgang aan het eind was, de vorige keer.
Toen waren zij bij het eerste restaurant, een Pizza restaurant, het tweede was een Turks restaurant. Daarna kwamen zij verschillende andere restaurants tegen.
Die waren niet zo gezellig en niet zo druk.
Toen ze bij een druk restaurant kwamen zagen zij een uithangbord met een goede maaltijd voor niet al te veel geld. Zij liepen een eindje verder langs een ander restaurant maar die was niet zo druk bezet.
Zij besloten terug te keren naar het drukke restaurant en gingen binnen. Er was nog wel plaats voor twee tot negen uur. In bijna twee uur konden zij wel een maaltijd nuttigen dachten zij.
Het bleek een restaurant te zijn met een bepaalde formule: goed eten tegen een lage prijs en in Universiteitssteden zoals Ulm, Bremen en Augsburg.
Het had de naam: John Benton.
Voldaan en goed gehumeurd kwamen zij niet lang daarna bij mij aan.
Op de Donau kun je goed roeien
Dag 17: woensdag 21 april 2010, weer in St. Goarshausen
De dag begon met een ontbijt voor Ton en Toos en vlak voordat wij vertrokken een servicebeurt voor mij.
Het was verder niet zo heel erg druk op de snelwegen.
Zo nu en dan een file vanwege wegwerkzaamheden tussen Stutgart en Karhlsruhe maar zonder verder oponthoud bereikten wij St Goarshausen om drie uur.
Bij Rudesheim kreeg ik nog een volle tank brandstof.
Ik was de eerste camper en had de beste plek.
Na wat gedronken te hebben gingen Ton en Toos in twintig minuten de negen haarspeldbochten naar Burg Maus lopen em daarna in achtien minuten naar de top van de heuvel boven de burcht.
Na wat foto's genomen te hebben van mij en van de valken bij de burcht waren zij in zeven en twintig minuten weer terug bij mij.
In nog geen anderhalf uur waren zij uitgewandeld.
Zij besloten de volgende ochtend voordat zij met mij naar huis zouden rijden nog een wandelingetje te maken , dan naar de andere zijde van de weg tegenover de burcht.
In de avond kwam er nog een andere Duitse camper bij onze staplaats mij gezelschap houden, maar hij stond vijftig meter achter mij.
Wij waren er het eerst en kozen daarom de mooiste plek
Dag 18: donderdag 22 april 2010, weer terug in Den Dolder
De ochtend begon met mooi weer en het rode autootje kwam in de buurt van mij staan.
Het bleek van een Aziatische werkneemster te zijn die aan de andere zijde van de weg werkte.
Na het ontbijt gingen Ton en Toos de andere zijde op. Het bleek een bos te zijn die met Bergbau aangeduid werd. Er liepen dus ook boswegen er doorheen en uiteindelijk
kwamen zij op 140 m hoogte boven mij op een weide uit. Er ging ook een pad naar het volgende dorp op 12 km afstand, maar daar hadden zij nu de tijd niet voor.
Zij kwamen niet aan de rand van de heuvel zodat zij mij niet konden zien staan.
Ongeveer anderhalf uur na hun vertrek waren zij weer terug bij mij.
Zij belden Toos broer om te vragen of zij langs konden komen in Wychen.
Nadat zij een bevestigend antwoord kregen vertrokken wij richting Koblenz en daarna via Keulen west en MönchenGladbach en Venlo naar Wychen.
Daar was het weerzien heel hartelijk en de avonturen van ons werden natuurlijk uitgebreid verteld.
Tot er aan de deur gebeld werd en een dame hen kwam vertellen dat mijn lichten nog aan stonden.
Ton en Toos bedankten haar en mijn lichten werden gedoofd.
Na het avondeten vertrokken wij en zonder oponthoud kwamen wij via het tankstation in Maarn bij mijn vaste stek in Den Dolder aan.
De ontvangst door Lief was heel hartelijk, zij ontving mij met bloemen!
Lief ontving mij met bloemen
Verder Terug Naar boven Home Page