DE EIFEL


Op de markt van Monschau

Dag 4 : Woensdag 24 augustus 2010, Fietstocht naar Monschau
De ochtend begon met afwisselend bewolkt weer met zo nu en dan zonneschijn.
Maar Ton had via de Duitse zenders al gehoord dat het de laatste twee dagen beter weer zou zijn.
Zij besloten dan ook om een fietstocht naar Monschau te maken dat op nog geen dertig km afstand van Hellenthal lag.

Maar even later zagen zij de Duitsers en de Denen reeds vertrekken en waren wij alleen op de staplaats.
Maar nadat Ton en Toos met hun fietsen vertrokken waren was ik natuurlijk de enige camper die daar stond te wachten tot zij weer terug zouden komen.

Ton en Toos gingen de weg van de Oleftalsperre op.
Zoals te verwachten was was Toos al 15 m voor bij de eerste bocht van de weg naar de top van de dam.
Boven aan de dam stopte Toos en wachtte op Ton want die was al 100 m achter haar.
Maar toen ging het gelijk op want de weg langs het meer was nagenoeg vlak. Dat is tenminste als je het oppervlakkig bekijkt. Tons z'n banden vonden het helemaal niet vlak.

En dat bleek al gauw toen zij een paar groepen wandelaars ingehaald hadden waarvan een groep van twee van de Pössl afkomstig waren, liep zijn achterband leeg.
Hij schreeuwde naar Toos dat zijn band plat was en hij stopte meteen en voelde hoe plat het was.
Het was nagenoeg leeg

Hij zette zijn MTB onderste boven en haalde zijn gereedschappen uit zijn stuurtas.
Voordat hij zijn band kon lichten moest hij eerst zijn remblokjes los maken.
Toen dat los zat wilde hij zijn achterwiel eruit trekken.
Toen dat niet zomaar lukte trok hij het met een ruk eruit.
Maar hij vergat dat de twee versnellingskabels nog aan zijn naaf vastzaten. Hij trok dus een ervan los van de bevestiging. En die zat normaal vast met een 2,5 mm inbusbout.
En die had hij niet bij zich. Hij keek wat hij wel bij zich had en dat bleek een puntbektangetje te zijn waarvan de bek net het boutje kon vastpakken door de ene punt binnen en de andere punt buiten de bout te plaatsen.

Maar daarmee was hij nog niet klaar, want zijn fietspompje wilde maar niet werken. Het bleek dat hij het borgmoertje van zijn Frans ventiel nog niet had losgemaakt.
Maar toen dat ook los was en hij de binnenband kon oppompen kon hij het lek niet vinden.
Gelukkig had hij nog een reserve binnenband en die monteerde hij op zijn wiel.
Al met al was hij meer dan een half uur bezig en zag hij de wandelaars aan zich voorbij trekken.
Die maakten opmerkingen over de kleine pomp en dat je ook wel luchtpatronen had die je kon gebruiken om je band op te pompen.

Nadat de band voldoende was opgepompt reden zij voorzichtig verder en haalden de wandelaars weer in.
Bij het einde van het meer gingen zij even verderop naar rechts en reden een steile helling op.
Ton raakte al gauw achter en omdat hij af en toe stopte om lucht te happen was Toos hem zeker een half km voor toen zij bij een stapel omgezaagde bomen van 25 m zat te wachten.
Daar pauzeerden zij even en reden toen zig zaggend aan de provinciale weg naar Monschau de richting van Höfen op. Dat was een dorpje voor Monschau.
Zij reden soms over bospaden, dan weer over brede grove grafelwegen en kwamen zelfs tot aan de Belgische grens.
De eerste klim was ongeveer 250 m hoog en daarna hadden zij weer kleinere heuvels van 100 m hoogte te nemen.
Vlak voor Höfen kwamen zij uit het bos en daar op een hoogte waren een groep van zo'n twintig windmolens geplaatst.
Zij staken de provinciale weg naar Monschau over en volgden de fietsbordjes maar ergens raakten zij de richting kwijt.
Ton wilde een fietspad rechtsaf slaan maar Toos vertrouwde het niet.
Gelukkig kwam er een racefietser aan en die zei dat je het beste linksaf kon gaan en vervolgens de Provinciale weg volgen richting Monschau op het fietspad dat er langs liep.
Maar na Höfen was er weer een splitsing waar je linksom of rechtsom naar Monschau kon afdalen.
Ton stelde voor om eerst rechtsom te gaan en op de terugweg de andere route te nemen.
Zo suisdsen zij dus langs de vrachtauto ingang van Monschau naar dat dorp dat bijna 200 m lager gelegen lag. Maar gelukkig werden zij niet door vrachtauto's ingehaald.

Zij kwamen op de markt uit en kozen een zonnig terras om een biertje (Bitburg) en een kop koffie te drinken met ijsgebak.
Hun fietsen stalden zij bij een boom en keken naar de toeristen die allemaal daar zaten en wat ronddoolden.
Er reed ook een soort treintje op rubber wielen door de straten met toeristen erin.

Ton had pas later in de gaten dat je op een straat met kinderhoofdjes geen mooie scherpe foto's kon maken terwijl je op de fiets reed; 70 % van zijn foto's die hij gewend was van zijn rijdende fiets te nemen, kon hij daarna weggooien.
Maar je bent nooit te oud om te leren zegt hij altijd.

Na wat straten in het mooie dorpje bekeken te hebben en soms stilstaande wat foto's genomen te hebben volgden zij de fietsborden richting Hellenthal.
De borden gaven 26 km aan.
Volgens Ton en Toos hadden zij al meer dan 30 km gereden.

Maar toen zij de provinciale weg naar boven volgden was het toch 5 km lang en weer 200 m omhoog.

Door höfen was er weer een smal fietspad langs de weg en toen zij boven bij de windmolens waren hield het fietspad op.
Het rode fietsbordje wees hun de weg over de Provinciale weg, die zij dus maar met tegenzin volgden. Gelukkig was het niet druk, zo af en toe een auto of twee.
Toen zij in het bos, want de weg ging door een groot bos, drie borden zagen met Hellenthal er op kozen zij toch maar voor de Provinciale weg want die was 2 km korter.
Zij vroegen het ook aan een racefietser en die ging dus ook op de Provinciale weg fietsen.
Na nog een 50 m geklommen te hebben kwamen zij op het hoogste punt boven Hellenthal waar weer zo'n 15 windmolens stonden te draaien.
Zij hadden de wind mee en konden op een ventweg fietsen tot de splitsing naar Hellenthal. Als zij rechtdoor zouden fietsen zouden zij na 5 km Schleiden bereiken.

Maar toen konden zij 250 m naar Hellenthal afdalen. Op het laatste stuk was de afdaling zelfs 8% zoals het bord aangaf.
Ton noteerde bijna 50 km/h op zijn teller maar doordat hij af en toe moest remmen om te kijken of Toos wel meekwam daalde het weer tot 40 km/h dat hij wel op een foto vastlegde.

Het ging toen licht regenen maar de weg was nog droog.

Moe maar voldaan kwamen zij bij mij aan waar ik inmiddels weer twee Duitse campers als staplaatsgenoten had gekregen.

In de avond wandelden Ton en Toos nog even door het dorp om de hoofdstraat te bekijken.
Er waren genoeg restaurants maar het enige restaurant wat druk bezet was was een Turks restaurant.
Ook sommige winkelpanden waren leeg.

's Avonds merkte Toos op dat je van fietsen niet zo moe wordt als van wandelen. Maar dat wist Ton ook al.

Verder Terug Naar boven Home Page