WINTERBERG 2006

Terug op een favoriete plek in Oosterbeek
Dag 10: Weer terug in Oosterbeek
De dag begon zonnig. Wij reden richting Coesfeld (D) en gingen daarna eromheen richting Winterswijk (NL). Toos stuurde en Ton gaf de aanwijzingen waar we heen moesten rijden.
Mijn brandstofmeter gaf geen informatie. Gelukkig wisten wij hoeveel km wij gereden hadden en hoeveel uur mijn standkachel op dezelfde brandstof had gebrand. Winterswijk moest haalbaar zijn. Wij werden weer om de stad geleid maar er was een pompstation op die ringweg. Wij stopten bij dat pompstaion en Ton keek eens rond. Hij zag dat er een parkeerschijf op de grond lag. Het was een Duitse kaart vermoedelijk van een Duitse automobilist die uit Duitsland kwam om hier te tanken, want in NL is het tanken goedkoper.
Toos reed mij nog steeds verder en Ton gaf precies aan welke afslagen ze moest nemen. Bij Duiven ging het over de noordelijke Rijnoever naar het centrum van Arnhem. Toen via het centrum en de Utrechtseweg naar Oosterbeek. Daarna door de zuidelijke woonwijk van Oosterbeek naar het Drielse veer bij de Veerweg. Maar later bleek de Veerweg nu generaal ... te heten, genoemd naar de Poolse generaal waarvan zijn diensten eerst door Montgomery niet werden gehonoreerd bij de slag om Arnhem maar later door Nederlanders toch wel werd gewaardeerd.
Er stonden al twee campers op de staplaats. Wij konden als derde staan.
Toos maakte de lunch klaar terwijl Ton Tiga uitliet.
Ton maakte ook een praatje met de eigenaars van de Westfalia Joker camper die naast ons stond. Het was ook een ouder echtpaar er zaten op de achterkant van de Joker tientallen stickers van de landen waar ze al geweest waren. Het verst waren ze in Egypte geweest, een rondreis van 18.000 km.
Dan is de Noordkaap of Sicilië waar ik ooit geweest was, nog vrij dichtbij.
Na de lunch gingen Toos en Ton naar Huissen fietsen, naar het dorp waar haar moeders ouders ooit gewoond hadden. Het was even zoeken naar de plaats waar het dorp lag. Het was nu, na veertig jaar, helemaal ingesloten door de nieuwe bebouwing.
Maar na een vraag aan een dame die op de bus stond te wachten was het centrum snel gevonden.
Toos herkende markante gebouwen. De kerk, een te koop staand pand waar vroeger een bakkerij gevestigd was. Een klooster, een rij oude bomen langs de weg. Ze zei ook dat de ouders van haar moeder een rij panden hadden gehad even buiten de stad. Na enig zoeken vond ze die wijk en de panden stonden er nog. In de één was een mini supermarkt gevestigd en in de ander een fietswinkel.
Toos vroeg of de supermarkt van haar oom was en de dienstdoende cassière beaamde dat. Ze vroeg ook of zij wist waar haar neef's dierenwinkel was. En toen zij te horen kreeg waar het was gingen zij er heen fietsen
De ontmoeting was allerhartelijkst en zijn bleven meer dan een uur in de dierenwinkel waar ze tussen de klanten bedienen door een gesprek hadden met haar neef en diens vrouw.
Naderhand gingen zij in het centrum een kop koffie met gebak nuttigen. Buiten zitten was er niet meer bij dus zaten zij meer dan een half uur achter glas naar de bedrijvigheid in het stadje te kijken.
De terugtocht ging over de dijkweg, het heette ook de Maasroute terwijl de rivier toch de Rijn was.
In het centrum van Oosterbeek deden ze nog boodschappen. Daarna was het suizend de heuvel af naar mij.
In de avond werd er in mijn interieur gelezen door Ton en Toos terwijl Tiga rustig lag uit te rusten.
Verder Terug Naar boven Home Page