Spanje/Frankrijk 2007
Bij het begin van de vakantie was het weer prachtig zonnig
Het begin
Dag 1: maandag 7 april, tweede Paasdag, naar Monthermé in de Franse Ardennen
De vakantie begon echt pas nadat de 3 T's in de ochtend na de dag te voren vertrokken te zijn uit Breukeleveen en bij de broer van Toos in de avond van de eerste Paasdag gearriveerd te zijn de volgende dag nog een heerlijke douche genomen hadden.
Toen Ton en Toos hun ontbijt bij Toos' broer en zijn vrouw genuttigd en van hen afscheid genomen hadden, vertrokken we naar het zuiden richting Maastricht.
Het weer was voortreffelijk. Af en toe was er een sluierbewolking maar over het algemeen was het heerlijk zonnig.
Wij waren vrij snel door Maastricht heen gereden omdat het niet zo druk was midden op de dag. De files waren reeds opgelost.
En hoe zuidelijker we kwamen hoe mooier het weer werd.
Vera van Tomtom wees ons de weg. We gingen wel in Maastricht mijn tankje vol diesel laden want verder in Europa zou brandstof duurder zijn.
De eerste overnachting zou net over de Belgische grens in Frankrijk zijn. Volgens het camperplaatsen boekje zou er daar een serviceplaats zijn aan de rivier de Maas.
Het eerste stuk reed Ton en het laatste stuk ging Toos aan mijn stuur zitten.
Vergeleken bij de rechte wegen in Nederland was het rijden in de Ardennen op de secundaire wegen een andere ervaring. Ik moest natuurlijk mijn best doen om de hellingen te nemen maar met mijn gereviseerde motor hoefde ik bijna nooit terug naar mijn tweede versnelling.
Na de Maas overgestoken te zijn reden wij een hele poos door een bos en daarna door het dorp Monthermé waar wij eerst bij het servicepunt boven de oever van de Maas gingen staan. Maar uiteindelijk gingen wij naar beneden aan de oever van de rivier staan tegenover een camping. Wij stonden tussen de vissers die de hele dag aan het vissen waren.
De stoelen en tafel werden uit de kist gehaald. Daar stonden wij met z'n allen op de eerste vakantiedag in de stralende zon aan de kant van de bruisende rivier.
Voor het eten gingen de 3 T's eerst nog een Chemin (nauw steil straatje ) op en dat kwam uit op een gebouw dat eigendom was van een schietvereniging want dat was wel te zien aan de beweegbare schietschijven en de berg zand erachter.
In de avond bleven de vissers links van ons nog staan want zij hadden een tent bij zich en bovendien mochten zij daar ook 's nachts vissen stond op het bord. In de avond kwam er ook een Hollander in een Peugeot Streamline camper naast ons staan en later nog twee andere buitenlanders maar zij waren autochtonen van hun land.
Na het eten gingen de 3 T's een wandelingetje maken door het dorp. Zij staken de brug over en gingen tot de rand van het dorp de steile helling op. Zij kwamen ook langs de plaats waar de meeste campers stonden bij de brug.
In de avond ging Ton mij evenwijdig aan de rivier plaatsen zodat het uitzicht naar de rivier door de zijraampjes van binnenuit behouden bleef.
Later op de avond kwamen nog twee campers naast ons staan, we waren toen met z'n vieren.
Diep in de nacht hoorde je alleen het gebruis van de waterval bij de dam in de rivier nog en verder was iedereen in diepe rust, ook de vissers sliepen in hun tentje.
Hoe zuidelijker we kwamen hoe helderder de lucht werd
Dag 2: dinsdag 8 april, naar Clamecy ten zuiden van Auxerre
In de ochtend bleken wij met vier campers langs de weg te hebben gestaan. Het was wat nevelig maar niet lang erna was die opgelost. Ton en Toos gingen mij nog even naar het servicepunt brengen dat boven ons gelegen was. Daar stond een andere Nederlandse camperaar reeds moeite te doen om zijn watertanks te legen. Maar het vuile water stroomde reeds over de straat naar ons toe. De septic tank was vol. Dus maakten wij snel dat wij weg kwamen en nadat wij door het bos weer bij Revin aankwamen gingen wij ons niet lang daarna door het verkeer van Charleville-Mezieres mengen. Na wat getoeter van Franse auto's waren wij buiten de stad en gingen wij op weg naar Auxerre. Volgens het boekje zou daar en mooie plek aan een rivier dicht bij het centrum van de stad zijn.
Wij volgden de routes national en soms de nog smallere maar rustige RD wegen en kwamen zo langs of door vele Franse dorpjes.
Om de twee uur wisselden Ton en Toos van bestuurdersplaats en kon Tiga ook even naar buiten.
Tegen lunchtijd kwamen wij in het centrum van Auxerre aan. Vera vanTom Tom had ons keurig naar de plek bij de brug geloodst.
Maar wij zagen geen enkele camper langs de rivier wel was de plek volgeparkeerd met honderden auto's. Het was een drukke dag daar in Auxerre. Wij konden geen enkele vrije plek vinden behalve bij de autobussen parkeerplaats aan de overkant van de rivier.
Daar gingen wij staan en namen de drie T's hun lunch.
Ook Tiga kreeg zijn lunch nadat hij het gras van het park had bemest.
Voordat wij Auxerre verlieten controleerden Ton en Toos of het wel de juiste plek was waar we naar toe gedirigeerd werden. Voor de zekerheid namen zij met mij ook nog de weg naar links van de brug maar toen kwamen wij bij het stadion uit en volgens de foto in het camperplaats boekje moest het dicht bij de kerk zijn.
Toen besloten zij om maar verder door te rijden.
Zij gaven Vera van Tom Tom het adres op van de volgende camperplaats in Clamecy en omdat het er twee waren gaven zij een adres in het centrum.
Wel sloten zij de tolwegen uit.
Zo reden wij verder naar het zuiden en kwamen tegen half vijf in Clamecy aan. Daar kwamen wij bij de oude brug aan van de buitenkant van de stad en reden er overheen maar direct erna gingen wij links af over de kade bij de sluis en moesten daar op de punt rechtsaf een groot parkeerterrein op. Dat bleek het centrum van het dorp te zijn.
Ton ging poolshoogte nemen, te voet. Hij zag dat er aan de kade bij de sluis een mogelijkheid was om te staan maar dat er ook een verwijzing was voor camperaars naar een andere parkeerplaats onder de bomen. Maar die zag er volgens hem er niet zo mooi uit. Hij kwam een stel Nederlanders tegen die ook op weg waren naar dat parkeerterrein waar zijn al stonden en hij zei dat hij misschien ook ernaar toe zou gaan.
Maar na overleg met Toos besloten zij om toch maar aan de kade te gaan staan.
Het was een mooi plekje waar veel gebeurde. De aankomende bootjes moesten geschut worden en dat kenden Ton en Toos nog uit hun botentijdperk.
Aan de overkant net over de brug was een kerk uit beton gebouwd en die stamt zeker uit de tijd direct na de tweede wereldoorlog want de kerk in Gennep waar de bevriende priester hen zou trouwen mocht niet aan andere priesters worden uitgeleend zo'n veertig jaar geleden. Die kerk was ook van beton.
Ook was er een paadje aan de overkant van het riviertje waar je kinderen zag fietsen en een sportieve dame ging er ook op de fiets langs en verdween uit het zicht.
Dat maakte Ton nieuwsgierig en bij het uitlaten van Tiga ging hij ook langs het paadje wandelen. Het liep langs de achterzijde van de huizen met grote achtertuinen en sommige hadden een poortje als achterom. Het paadje ging ook over zijriviertjes met smalle bruggetjes en liep uiteindelijk dood in een sportpark. Daar ging die sportieve dame dus heen.
In de avond, na het eten gingen de 3 T's een eindje wandelen. Ze gingen naar de andere camperplaats en zagen dat er autochtonen stonden. Ze zagen ook een bordje met een plaatje voor een wandeling langs het water aangeduid met "balade des bords de l'eau". Het zou rond het dorp en langs de kerk gaan. Maar even verderop raakten zij de weg al kwijt en kwamen zij op een vieze industrieterrein aan. Ze maakten rechtsomkeert en gingen een weg in die naar de kerk liep. Vermoedelijk was dat dus wel de goede weg want zij kwamen ook langs het water. Net als in Amiens waren de grachten hier en daar afgedamd en dienden als irrigatiekanalen. Zij liepen rond deckerk die op het hoogste punt van het dorp gebouwd was en gingen een steil nauw straatje naar beneden naar het centrum. onderweg zagen zij dater al jonge mensen op een terrasje in een donker hoekje al gezellig met elkaar praten.
Niet lang daarna kwamen zij weer bij mij terug.
Later op de avond , toen Ton en Toos nog zaten te computeren en te lezen terwijl Tiga al sliep, hoorden zij een andere camper achter mij stil staan en hoorden zij even later een gekef van een klein hondje. Die werd dus uitgelaten, maar wat de volgende ochtend bleek, alleen maar net buiten de camper op straat.
Ook de derde dag was er nog geen vuiltje in de lucht
Dag 3: woensdag 9 april, naar Aiguisperre niet ver van Clermont Ferrand
Vroeg in de ochtend maakte Ton en Tiga een wandelingetje aan de overkant van de rivier terwijl Toos nog in bed lag.
De zon scheen al over het oude dorpje. Ton maakte foto's van mij van de overkant tegen de achtergrond van mooie huisjes bij de sluis en achter het parkeerterrein op de heuvelrug. Ik stond er alleen nog maar met de bestelbus want de late camperaar was al vroeg verder getrokken
Na het ontbijt gingen wij ook op weg via de tolvrije wegen naar Vichy want daar zou aan de river een camperplaats zijn.
Zonder problemen kwamen wij over de brug en vlak bij de Universiteit was een lange promenade langs de brede roeibaan met tribunes aan de overkant.
Daar zou de staplaats zijn zonder services. Toos vond het maar niks en zij besloten om naar de volgende camperplaats te gaan. Dat zou Aiguisperre zijn dicht bij Riom en Clermont Ferrand. Het was daar een vulkanisch gebied dicht bij de bekende Puy de Dome.
Vera vroegen wij om de weg te wijzen maar toen zij bij een rotonde een verkeerde richting aangaf nam Ton het over want Toos reed mij.
Ze probeerde ons te laten omkeren maar Ton hield voet bij stuk en hield de weg aan die op de Europawegenatlas van de ANWB te lezen viel. En daar stond haar route niet in. Zij ging waarschijnlijk via een rechtstreekse kleine binnenweg erheen. Het was gelukkig niet ver om.
Wij kwamen via een rotonde in het dorpje aan en toen wij de hoofdweg volgden en voorbij de kerk waren merkten Ton en Toos dat zij het dorpje al bijna voorbij waren. Dus sloegen zij een zijweg naar rechts in en vroegen aan een Fransman de weg naar de plaats waar campers mogen staan. Toute droit, zei de man, six cent metres. Dat begreep Ton direct en inderdaad was de camperplaats snel gevonden. Het bleek een van de vele pleintjes te zijn waar auto's overdag mochten parkeren en 's avonds de campers kwamen.
Wij waren de eerste camper en hadden dus eerste keus. Toos vond dat wij wat verder weg van de servicepaal moesten gaan staan met de deuropening in de ochtendzon.
Naast ons stond nog een vrachtautootje met een laadbak van een shovel achterop, Maar zoals later bleek ging die ook later weg maar eerst kwam de shovel toch eerst zijn laadschep ophalen.
Toos ging meteen in de zon zitten terwijl Ton eerst Tiga uitliet en daarna op de fiets het dorpje ging verkennen. Daar was hij in tien minuten al helemaal uitgekeken. Daarna zei hij tegen Toos dat hij het heuveltje verderop ging proberen te beklimmen. Dat deed hij eerst voorzichtig want bij de eerste de beste afslag ging hij er al vanaf en kwam zodoende al gauw weer in het dorp terecht. Vervolgens ging hij het nog een keer echt proberen en ging recht door het heuveltje op. Hij fietste net zo lang tot hij de top bereikte maar dat was nadat hij alle 28 versnellingen gebruikt had.
Doordat de weg naar beneden toch een paar bochtjes had kwam hij niet harder dan 54 km/hr.
In de avond, na het eten, besloten de 3 T's een wandeling te gaan maken naar de chateau op de heuvel even verderop naar het westen. Het zou een wandeling van 3 km zijn, maar na drie kwartier waren zij nog niet bij het kasteel en het begon al donker te worden. Dus gingen ze terug. Ze moesten weer door het dorpje terug waar zij net doorheen waren gegaan en door de rij huizen die bewaakt werden door soms twee honden per huis. Het gaf wel weer een blaf- en kef concert als de 3 T's weer er langs gingen. Maar na anderhalf uur waren zij weer terug bij mij onder de platanen.
Voor het slapen gaan gingen Ton en Toos nog wat op de laptop doen en een boek lezen terwijl Tiga het al lang voor gezien hield. Maar toen hij nog even uitgelaten werd rook hij toch een kat in de buurt.
Maar de vierde dag wisten we wel waar de nattigheid vandaan kwam
Dag 4: donderdag 10 april, naar Pézenas
Toen Ton Tiga die ochtend uitliet zag hij waarom Tiga zo op de aanwezigheid van een kat reageerde. Er lag een dode kat op straat, aangereden.
Het was voor iedereen een makkie. Vera leidde ons de weg over de tolvrije snelweg om Riom en Clermont Ferrand heen naar het zuiden. Om de beurt reden Ton en Toos mij over de weg.
Als Ton niet reed maakte hij foto's van de omgeving waardoorheen wij reden
Ton wilde de nieuwe tolbrug bij Millau wel zien en overheen rijden. Dat kostte ons 8 Euro voor die 2,2 km lange brug. Maar hij maakte wel tien foto's dus het viel toch wel mee.
Na de laatste afdaling gingen wij in de vlakte rijden en kwamen wij meer dorpjes tegen. Uiteindelijk gingen we de stad in het werd Pézenas, waar we op een groot parkeerterrein zouden kunnen overnachten.
Het was er tjokkevol met auto's en wij zagen dat er ook al een paar campers stonden. Maar het duurde enige tijd voordat wij een plekje gevonden hadden waar wij konden staan.
Pas tegen de avond gingen de auto's weg en bleven de campers staan.
laats waar wij stonden
De plaats waar wij stonden was niet ver van de rand van het terrein onder een van de vele platanen. Het terrein grensde aan een rivier waarvan de bedding met gras begroeid was. Het werd ook met een muurtje van de rivier gescheiden. Ton liet Tiga uit en omdat het overal modderig was klom hij op de muur en liep zo boven Tiga langs de rand van de parkeerplaats. Toen Tiga uitgelaten was gingen Ton en Toos eerst de Office du Tourisme zoeken. Daar vroegen ze waar de dichtsbijzijnde supermarkt was.
Je had er drie, zei de dame in het Engels. Een kleintje vlakbij en nog twee aan de rand van de stad. De eerste de beste bezochten ze dus en bewaarden de tweede voor de volgende morgen bij ons vertrek.
In de avond, na het avondeten, was het weer zodanig slecht dat de drie T's besloten bij mij te blijven.Ze vermaakten zich wel met een boek, een laptop en een botje.
Pas heel laat in de avond hield de regen op en kon Tiga weer uitgelaten worden.
Verder Terug Naar boven Home Page