Spanje/Frankrijk 2007
Het was er niet koud in Spanje maar de zon bleef weg
In Spanje
Dag 5: vrijdag 11 april, naar Castelldefels
De volgende ochtend was het nog steeds droog maar het was wel bewolkt weer.
Bij het uitlaten van Tiga besloot Ton om over het loopbruggetje naar de overkant van de rivier te gaan. Van mijn standplaats uit kon ik het goed zien waar zij liepen.
Maar even later kwamen zij al weer terug en gingen wij naar Lidl. Die bleek zo gevonden te zijn. En daarna was het weer de weg op richting Spanje.
Net over de grens bij Perpignan was het tijd om te pauzeren en de lunch te gebruiken. De drie T's deden zich te goed aan de Franse stokbroodjes terwijl ik stond uit te rusten.
Ton vroeg zich af waar de provinciale weg ons naartoe zou leiden, want hij had Vera de opdracht gegeven om de tolwegen te mijden.
Zij leidde ons via de kust, waar de vakantie apartementen leeg stonden, via bekende stranddorpen zoals Calella en Badalona.
Op een mooi plekje op een parkeerterrein aan de kust stopten wij even om Tiga de gelegenheid te geven zijn poten te strekken en konden wij ons aan het uitzicht op de zee, de palmen en de agave-planten te goed doen. Maar aan alle rustperioden kwam ook een eind en weer verder gingen we.
Badalona herkende Ton niet meer terug sinds 1979. Het was volgebouwd met betonblokken, die noemen ze flats. Er was bijna niets meer van het vissersdorpje over gebleven.
Tot overmaat van ramp nam Ton een verkeerde afslag want Vera gaf de weg niet duidelijk genoeg aan. Zo kwamen we in een woonkazerne wijk terecht. En wat ze in de Bijlmer fout gedaan hadden herhaalde zich daar weer. Het was er troosteloos.
We maakten snel dat wij er vandaan kwamen.
Gelukkig mochten wij even van de snelweg gebruik maken en kwamen zo met een boog door Barcelona heen naar het Olympisch Dorp dat ze dicht bij de Mont Juich hebben neergezet. Veel van de omgeving zagen wij niet want de meeste stukken waren door tunnels of onder flyovers.
Na een halfuurtje waren wij buiten de stad. Het was net als Rotterdam in de jaren zestig van de vorige eeuw. Overal lagen hopen zand en opgebroken wegen en half afgemaakte constructies. Ook Vera was de weg kwijt want veel wegen waren nieuw. Ze hield wijzelijk haar mond en Ton besloot naar een nabijgelegen pompstation te gaan om de weg naar "Camping Tres Estrellas", te vragen. Na enig overleg met zijn collega gaf één van de twee pompmedewerkers een gebaar dat hij het wist.
Nog twee km de weg volgen dan zou het aan de overkant te zien zijn. Maar toen wij het bord zagen was de enige weg over de snelweg drie km verderop. Dus waren wij er eigenlijk 8 km er vandaan. Maar uiteindelijk kwamen wij bij de receptie van de camping aan.
Ton beduidde dat wij met camping Cheques betaalden en de man aan de balie zei dat het OK was. Wij mochten doorrijden en zelf een plekje uitzoeken. Het was er niet druk op die camping. Wat wel lawaai maakte waren de vliegtuigen die om de tien minuten laag over de camping scheerden. Wij stonden aan het eind van de startbaan van het vliegveld van Barcelona!
Na een goede plek gevonden te hebben, niet ver van het sanitaire blok en de wasgelegenheden, gingen Ton en Toos de camping verkennen.
Het bleek een gesloten camping te zijn, je kon er niet uit behalve door de ingangspoort.
Wel waren er mooiere plaatsen, die dichter bij de zee waren.
Maar die waren meestal bezet door NL camperaars, op een enkele plek na.
Ton vond voor Tiga een mooie plek om hem uit te laten. Niet ver van mijn staplaats maar toch binnen de camping omheining. Het was bij de heg tegenover het zwembad die nu gesloten is.
In de avond hadden wij volop stroom van het electriciteitsnet, maar doordat de aansluiting in het kastje niet zoals in NL was had Ton een verloopkabel nodig. En daardoor kon hij mijn achteraansluiting niet gebruiken. Hij gebruikte de tweeaderige kabel die hij door de onderkant van mijn zijdeur naar binnen voerde.
De verdere avond brachten ze door met lezen, SMS-en en computeren terwijl Tiga heerlijk zat te slapen.
En mooie palmbomen kunnen een blauwe lucht niet vervangen
Dag 6: zaterdag 12 april, naar Miami Platja
We hadden de volgende ochtend moeite om de weg naar het zuiden te vinden, want de camping stond aan de zijde van de snelweg die naar het noorden ging.
Doordat veel wegen ontoegangkelijk waren vanwege de omleidingen en aanleg van nieuwe wegen was het voor Vera ook niet mogelijk om ons goed de weg te wijzen. Ze zei staads maar probeer om te draaien wat wij natuurlijk al lang aan het doen waren maar veel wegen liepen uit op een zandhoop. Maar na enkele km om gereden te zijn vonden wij toch een oprit die ons naar de andere kant van de snelweg leidde.
Niet lang daarna moest ik de 20 km lange rit door het kustgebergte voor Sitges getroosten. Toos en Tiga werden beiden bijna wagenziek, maar Ton moest mij wel door de haarspeldbochten heen wurmen.
Maar ook Sitges was niet meer zoals het er 40 jaar geleden uit zag. Dus reden wij steeds verder tot wij bij de volgende camping die Camping Cheques aannam, arriveerden. Het was Miami Platja voorbij Taragona, Salou en Cambrils.
Het was een super de luxe camping met veel palmbomen en veel permanente bewoners. De dienstdoende jongeman bij de receptie zei meteen dat hij net twee dagen daar werkte en nog niet alles wist. Want toen Ton vertelde dat hij met Camping Cheques betaalde moest hij het toch weer eens vragen aan de wat oudere dames of het wel kon. En toen Ton vertelde dat hij een hond bij zich had moest er weer geconfereerd worden in het Catalaans. Ton verstond nog wel het een en ander want hij had veertig jaar geleden twee maanden in Barcelona gewerkt als stagiair dus begreep hij dat hij eerst te voet de situatie kon bekijken en daarna kon zeggen welke plek hij gekozen had.
Ze gingen dus te voet de camping door, onder de spoorlijn en verder naar de uiterste noordgrens van de camping. De camping was grotendeels achter de spoorlijn gesitueerd tot het strand. Ne noordgrens was ook de zuidgrens van een andere camping. De laan waar de staplaatsen voor hondenliefhebbers was was ook de uitsterste rij in het noorden. Ton en Toos wandelden tot het strand en zeiden dat dat wel een goede plek was waar ik kon staan. Maar toen zij bij receptie van de camping zeiden dat zij plek dicht bij het strand wilden benutten zei de jongeman na enig gevraag aan de oudere dames dat het vier Euro's meer kostte. Daar hadden Ton en Toos geen zin in en dus gingen wijn naar de eerste de beste plek in de achterstev rij van de camping waar wij wel mochten staan.
De wielblokken moesten er aan te pas komen. Die werden onder mijn voorwielen gezet en ik moest er tegen op rijden. Maar omdat mijn wielen vol modder zaten duurde het even voordat ik goed horizontaal stond.
Maar toen wij ons hadden gesetteld moest Tiga eerst nog uitgelaten worden. Dat deed Ton dus en daarbij kwam hij langs een onderkomen van een van de schoonmakers van de camping. Dat stond achter het sanitaire blok, het was niet meer dan een kamertje met een veranda ervoor. En zoals de Spanjaarden het ook al van ons wisten, de schoonmakers komen uit het zuiden, van over de Middellandse Zee dus.
Daarbij zag Ton dat de schoonmaakster water uit de waterslang gebruikte om de vloer schoon te spoelen. Is dat water drinkbaar vroeg hij in het Spaans. Ja zei ze maar boven is er een plaats waar u water kunt tanken.
Toen Ton dus langs de receptie wandelde vroeg hij terloops waar hij op de camping water kon tanken. Er kan hier geen water getankt worden kreeg hij te horen. Dat klopte dus niet met de informatie die hij eerder kreeg. Ton besloot op onderzoek uit te gaan. Daarbij kwam hij op een gedeelte van de camping bestemd voor mensen die een vakantiehuisje gehuurd hadden en waar je wel water kon tanken uit de kraan. De dag erna zouden wij al vroeg vertrekken en dan is er niemand om ons de weg te wijzen.
Daarna gingen Ton en Toos een wandeling langs het strand maken. Tiga mocht niet op het strand komen. Het was vloed en de breedte van het strand varieerde van 5 tot 0 meter. Iedere keer als er een golf kwam moest je maken dat je hogerop kwam. Maar dicht bij de uitgang van de andere camping varieerde de breedte van 1 tot 0 meter. Er was practisch geen doorkomen aan zonder natte schoenen te krijgen. Nou daar hadden ze geen zin in, dus gingen ze de ingang naar de andere camping maar op. Daar zagen zij een Nederlandse kampeerder bij zijn caravan wat aanrommelen. Ton ging naar hem toe en vroeg hoe lang de man daar al stond. Twee weken hoorde Ton hem zeggen. En twee weken slecht weer. De vooruitzichten waren ook al niet zo best zei de man. Nou daar hadden Ton en Toos geen zin in om met dat weer aan het strand te verblijven. Bovendien konden ze ook niet op de weg naar het dorp fietsen want die was veel te druk. En van openbaar vervoer moesten ze niets hebben want Tiga mocht daar niet mee vervoerd worden.
Ze besloten om de volgende dag uit het gebied te vertrekken en om zonniger oorden op te zoeken
Die avond brachten zij de tijd in mij door om de verdere reisroute uit te stippelen en om met het thuisfront te communiceren via SMS.
Gelukkig scheen de zon in het westen van Spanje nog
Dag 7: zondag 13 april, naar Mendigorria bij Pamplona
De volgende ochtend, na het ontbijt gingen wij meteen water tanken en na het pasje voor de slagboom bij de receptie ingeleverd te hebben gingen wij op weg het binnenland in. Het was vrij heiïg en toen wij een poosje door het kustgebergte moesten werd het ook mistiger. Gelukkig hadden wij zowel Vera als een goede wegenatlas van Spanje bij ons zodat wij na een uurtje de vlakte van de Ebro bereikten waar het met de bewolking al meeviel.
Zowel de provinciale weg als de tolweg volgden de rivier het binnenland in naar het westen. Het was op zondag zeker niet druk en vooral geen vrachtauto's op de wegen. Wij hadden het hele binnenland voor ons alleen. De 3 T's hadden overal hun toiletgelegenheden langs de weg.
Toen ze Zaragozza naderden was het zonnig weer en Ton en Toos besloten om de stad binnen te gaan om er een kijkje te nemen.
We reden op aanwijzingen van Ton, want die zag van ver reeds dat er een groepje kerktorens boven de bebouwing uitstak. Dat moest wel het centrum van de oude stad zijn. Want steden in de Spaanse hoogvlakte kon je van ver reeds zien liggen.
En zo kwamen wij inderdaad tot de rand van het oude centrum, maar daarna was het voetgangersgebied. Toos kon mij nog net een plekje geven voor een jeugdhotel waar jonge paartjes uit kwamen die er een overnachting hadden geboekt.
Na een paar foto's van de omgeving te hebben gemaakt en wat genuttigd te hebben gingen wij weer op weg. Toos reed nog steeds. Ton gaf aanwijzingen wat er allemaal te verwachten viel. De weg ging vaak onder of over de tolweg door en ging vaak toch om de dorpen heen. Wat hij vanuit de kaart kon lezen gaf hij aan Toos door zoals Vera het gezegd zou hebben. Het varieerde van neem verderop de afslag of u nadert een rotonde, neem de derde afslag tot aan uw rechterhand ziet u het dorpje Taffala.
Zo kwamen wij tegen siesta tijd bij camping Moulina te Mendigorria aan. De recepcion was gesloten maar bij navraag door Ton verwees men hem naar Ana die in het café was. Aangezien het café in het zelfde gebouw was was zij snel gevonden. Ton beduidde in het Engels dat hij een nachtje op de camping wilde staan met mij. Dat kon zei ze als u uw paspoort afgeeft, na siesta tijd kunt u zich inschrijven. Dat deed Ton dus en het hek naar de campingplaats werd voor ons op afstand bediend, opengemaakt.
Ton en Toos zochten voor mij een vlakke plek uit dicht bij het sanitaire blok en zetten meteen mijn luifel uit en Ton moest van Toos een lange waslijn spannen.
Daarna werd Tiga uitgelaten aan de rand van de camping bij het snelstromend riviertje. Toen dat gedaan was nam hij zijn mountainbike van het rek en ging de hele camping verkennen. Zo zag hij dat er een zwembad aan de rand van de rivier was met een afbakening beveiligd bestemd voor kleine kinderen. Ook zag hij dat er mogelijkheden waren om te kajakken.
Na de siesta kon Ton ons inschrijven en maakte hij van die gelegenheid gebruik om aan de recepcioniste te vragen wat er allemaaal te zien was. U kunt naar een dorp aan de overkant van de rivier de weg volgen of naar een Romeinse ruïne gaan ook over het bruggetje bij de rivier maar dan de andere kant op. Ton besloot de ruïne te bezichtigen en nadat hij aan ons had gezegd dat hij even ging fietsen vertrok hij richting het zuiden.
Bij de brug zag hij een paar wandelaars langs de rivier lopen en maakte hij een foto vanaf de brug.
De weg ging steeds verder omhoog en even later kwam hij op een parkeerterrein waar auto's geparkeerd stonden. Het bleek dat de weg verder alleen maar verhard was en vol kuilen zat. Er waren een paar mensen die een kinderwagen voort duwden die naar boven gingen. Ze keken Ton medelijdend aan toen ze zagen dat hij over de hobbelige weg omhoog moest fietsen. Maar hij kwam toch sneller vooruit dan zij. En even later waren zij uit het zicht verdwenen.
Ton ploeterde nog een kwartier naar boven en kwam toen bij een vlakte terecht waar de Romeinen in het verleden een vestingmuur hadden gebouwd want de fundamenten stonden er nog. Andere bewoners hadden later de andere delen reeds voor eigen gebruik nuttig gemaakt.
Ton maakte foto's van de omgeving, de ruïne en van Bikey (zijn mountainbike) zodat hij het aan ons kon laten zien waar hij geweest was.
De terugweg ging vlotter want hij hoefde maar honderdvijftig meter hoogte verschil naar beneden te zoeven.
Bij de camping terugkomende nam Ton een andere ingang door het hek waar ook een kleine doorgang was. Hij dacht dat hij via een zijingang wel op de plek kon komen waar wij stonden. Maar hij kwam er bedrogen uit. De verschillende plaatsen waren door een haag van elkaar gescheiden. Hij kwam op een permanente staplaats voor vakantiehuisjes terecht.
Toos was haar boek aan het lezen want de was had ze al binnengehaald. Ze zei dat ik beter op de plek van de vorige camper kon gaan staan want dan hadden we meer uitzicht. Ton haalde de waslijn binnen en de electriciteitskabel. Maar deze laatste kreeg hij met moeite uit mijn achteraansluiting. En toen hij de kabel probeerde terug te doen was het nog moeilijker. Hij drukte met kracht de stekker in het stopcontact en na een paar pogingen lukte het hem om de stekker erin te krijgen.
Maar toen hij naar binnen ging om zijn laptop aan te sluiten rook Toos een brandlucht. Het kwam uit het zekeringskastje boven de huishoudaccu. Ton sprong meteen naar buiten en sloot de stroomtoevoer van de camping af. De rookontwikkeling hield op en alle functies van de huishoudaccu deden het nog. Blijkbaar was het 220 Volts trafo en gelijkrichter gedeelte kort gesloten. Ton besloot 220 Volt via de onderkant van mijn zijdeur binnen te halen zoals hij dat wel vaker deed.
Na het avondeten gingen de 3 T's de weg naar het dorp in. Zij namen de steilste route en die was beslist meer dan 16% omhoog. Maar boven in het dorp gingen zij via het centrum en de kerk weer terug naar mij.
Zonder noemenswaardige verdere incidenten ging de avond voorbij en sliep iedereen rustig in.
Verder Terug Naar boven Home Page