Het vakantiegebied 2008, de Dolomieten
Het uitzicht en weer was magnifiek op de eerste dag
Dag 4: woensdag 17 september 2008, naar Sankt Ulrich en terug
Ton had van de bibliotheek in Bilthoven een wandelgids Dolomieten van de ANWB geleend en had verschillende tochten uitgezocht om uit te proberen.
De eerste tocht had hij die met als vertrekpunt Sankt Ulrich uitgekozen. Die was vrij licht en had als vertrekpunt de kabelbaan in Sankt Ulrich.
Ik zou in het dorp op hun blijven wachten. Maar eerst moesten wij nog naar dat dorp rijden dat zo'n kleine dertig km van Brixen verwijderd was.
Maar toen wij in Sankt Ulrich naar een parkeerplaats zochten duurde het zeker een half uur voordat wij er één gevonden hadden.
In de straat voor het hotel aan het begin van het dorp stond al met grote letters dat mijn soort er niet welkom was.
En bij het begin van de kabelbaan was een parkeegarage voor gewone auto's tot 2 m hoogte. Dus moesten wij weer terug naar beneden in het dorp, waar gelukkig een plek voor een huis voor mij gevonden werd.
Al met al een driekwartier vertraging.
Gelukkig was de kabelbaan bijna niet bezet en ging alles vlot naar boven voor Toos en Ton. Zij gingen met de stoeltjeslift zonder Nordic sticks naar boven.
Daar kwamen zij meer wandelaars tegen die bijna allemaal wel een stokje of twee meenamen.
Zij gingen eerst naar een punt ten noorden van het eindstation van de lift om van het uitzicht te genieten. Toen ze genoeg rond
gekeken en foto's genomen hadden volgden ze de route van de wandelgids.
Na een korte stijging en afdaling door een bos, kwamen zij op een open bergweide gebied met veel uitzicht op de bergen van het
natuurpark waar Reinhold Messner in zijn jonge jaren was begonnen met bergen
te beklimmen. Ton en Toos gingen het pad af tot zij bij de zadel kwamen waar zij pauzeerden om van het uitzicht te genieten. Daarna gingen zij nog naar de Brögleshütte afdalen om vandaar pad nr 3 te nemen.
Maar omdat pad nr 3 er niet meer was moesten zij weer terug naar de Bröglessattel om van daaruit het pad nr 5 naar St. Ulrich te nemen.
Dat ging steeds omlaag door het bos en over een rivier en uiteindelijk onder de andere lift, de gondellift, door.
Zij stopten nog bij restaurant Annadal om een verfrissing te drinken. Voor Ton was dat een groot glas bier en voor Toos een kop koffie.
Moe maar voldaan kwamen zij na zes uur na hun vertrek weer bij mij terug.
Ik bracht hen weer naar onze staplaats in Brixen terug, nu reed Ton over een kortere weg naar de S12 maar een langere afstand over die grotere weg
Na het eten gingen Ton en Toos bijna direct naar bed.
1000 m lager stond ik maar te wachten
Dag 5: donderdag 18 september 2008, de berg ten oosten van Brixen
Deze dag begon met mooi weer . Aangezien de berg ten oosten van Brixen zorgde voor een vertraagde zonsopgang en de boom naast
ons veel schaduw gaf hadden Ton en Toos de vorige dag al besloten mij naar de overkant te verplaatsen waar de zon eerder op de parkeerplaats scheen.
En toen Toos en Ton opstonden merkten ze dat er een Duitse Volkswagen Westfalia California Exclusive camper,
een bijna tweeling van mij dus, aan de overkant was neergestreken. Het had ook een metallic kleurtje maar minder fel groen als de mijne. Hij was wel omhangen met een surfplank aan bakboordzijde en een paar
kokers om de mast en zeilen in te doen aan stuurboord. Bovendien zaten er op het fietsrek een kindermountainbike en een grotere fiets met een kinderzitje achterop.
Er kwam een jong gezin uit: een moeder met een wandelwagentje en een zoon van twee en een meisje van zes.
Ze zag ons en kwam naar ons toe. Ze sprak eerst met Toos en nadat Ton uit het toilet kwam, ook met hem.
Even later kwam de vader, een sportieve dertiger, zich ook bij haar voegen.
Ze waren net terug van vier weken vakantie in Sardinië. Ze waren heel tevreden over hun camper. Eerst hadden ze een Mercedes
kleinere camper met drie slaapplaatsen. Maar in mijn tweelingzusje kon je met z'n vieren slapen.
Als het te warm was met z'n vieren hadden ze nog een klein tentje.
Ton vertelde dat hij en Toos met mij het zesde seizoen ingingen en dat ik een bijna nieuwe motor had.
Toen ze weg wandelden zochten ze naar een glasbak, omdat ze al ver weg waren maakte Ton gebaren dat het aan de andere kant was bij de ingang van de busstopplaats.
Na het ontbijt besloten ze de berg ten oosten van Brixen voor zover ze konden te beklimmen.
Er liep een pad naar het dorp St. Andrea dat 500 m hoger lag en verder zagen ze op de Tabacco kaart nr 30 dat er een pad nr 4 vanaf de kinder skilift naar boven ging.
Die zouden ze proberen te volgen tot het voldoende was.
Ze namen afscheid van mij en ik zag hen richting de brug achter het sportstadion verdwijnen.
In de avond, tegen etenstijd kwamen zij bij mij terug.
Ze vertelden tegen mij dat ze het pad 4-5 naar St. Andrea hadden genomen dat begon bij de Karl Promenade ten oosten van de stad.
Het pad liep vrij steil omhoog zodat ze al na anderhalf uur in St. Andrea waren. Volgens de kaart en bordjes zou het pad nr 4 vanaf de weg voor de kerk omhoog gaan. Maar zij konden het pad niet vinden en Ton stelde voor om naar het begin van de kinderskilift te gaan en via het veld naar boven te lopen naar het einde van de lift en daar het pad nr 4 weer op te pikken.
Nadat ze dat gedaan hadden zagen ze via pad nr 4 twee mountainbikers naar beneden afdalen.
Later zagen ze overal bordjes met aanwijzngen voor mountainbikers in het Frans. Het bleek een Franse mountainbike groep te zijn die met aanwijzingen van een verkennersgroep het pad nr 4 konden afdalen.
Ton en Toos zeiden dat ze verschillende wegen en skipistes kruisten op hun weg naar eeen alpenweide op ongeveer 900 m hoogte boven mij volgens de kaart.
Ze gingen nog een twee honderd meter een onbenoemd bosweggetje op en pauzeerden op ongeveer 1000 m boven mij op een net kaal gekapt stuk bosperceel.
Daar hadden ze drie uur over gedaan.
Na een half uur pauze en wat genuttigd te hebben gngen ze naar het centrum van de stad.
De terugweg deden ze in twee uur
Daar in het centrum zaten ze een uurtje onder het genot van een biertje en een kop koffie op een terrasje.Het waaide daar nog zo hard dat een pot met een sierplant omwaaide. Ton heeft die nog recht gezet. Na dat uurtje waren ze dus weer terug bij mij.
Gewoon blijven genieten van het mooie weer zolang het kan
Dag 6: vrijdag 19 september 2008, naar Cortina d ' Ampezzo
Ton en Toos besloten deze dag naar Cortina d'Ampezzo te gaan, een bekende wintersportplaats vijftig km naar het oosten van waar wij stonden.
Daar had Ton in het wandelboekje een mooie wandelroute gezien en die was vanaf de plaats waar we naar toe zouden gaan direct te bereiken via een skilift.
Wij gingen dus na het ontbijt op weg er naar toe.
Ton reed mij en alles ging goed tot een km of tien later Toos opmerkte dat er veel damp uit de verwarmings rooster van de achtercabine kwam,
De dag tevoren hadden wij al last van water over de vloer bij de keuken. De matjes hadden zij al te drogen gelegd want ze dachten dat er met water in de keuken gemorst was
Ton stopte twee keer langs de weg en kroop onder mij om te kijken waar de damp vandaan kwam.
Voor zover hij het kon oordelen kwam het uit de verwarmingsunit die nodig was om tijdens het rijden de achtercabine warm te
krijgen. Maar die was niet eens aangezet. Zou het automatisch aangaan als je de voorkant verwarmde?
Omdat de ruiten besloegen was die ook een paar keer aangeweest.
Het werd wel wat minder na verloop van tijd.
Hier en daar stopte Ton ook om mooie foto's te maken van het fraaie zicht op de bergen.
Bij Cortina reden ze eerst voorbij de camping en gingen in het dorp een kijkje nemen waar ze eventueel konden staan met mij. Dat bleek minder mogelijk
te zijn aangezien vlakke parkeerplaatsen niet overvloedig zijn in een bergdorp.
Dus gingen ze uiteindelijk toch terug naar Camping Olimpia, die drie km terug was.
Maar het was net half één dus siesta tijd. Wij gingen een zonnig plekje opzoeken terwijl Ton in de Volkswagen T4 documentatie zat
te spitten hoe het mogelijk was dat er damp uit het rooster kwam. Hij werd er niet veel wijzer van.
Ton ging daarna de camping op en zag een Nederlander met een caravan op het terrein staan. Hij zei goede middag tegen de man en
raakte in een gesprek dat zijn kinderen dachten dat het weer hier zo slecht was maar dat het juist heel erg mooi was.
Zijn vrouw die ook een zestiger was kwam even later ook met Ton in gesprek. Hij wist wel welke mooie plekken er waren op de camping.
Een kwartier voor drie uur kwam een juffrouw ons vertellen dat we ons konden inschrijven.
Ton vroeg of zij een wandelkaart had van de omgeving. Zij haalde een kaart van onder de toonbank te voorschijn en dat bleek een
Tabacco kaart nr 03 te zijn net de goede kaart. Maar dat wisten ze op de camping natuurlijk ook.
Die verdere middag besteedden Ton en Toos op een andere wijze.
De eerste haalde zijn mountainbike van het rek en ging de bospaden en wegen rondom de camping verkennen. Hij reed een km de ene kant uit
en dan weer terug en daarna de andere kant uit en weer terug. Maar het was steeds maar weer een steile weg waar hij tegenop moest
rijden. Daar had hij toen niet veel zin in. Maar als de camping in een dal ligt heb je niet veel keus.
Ten einde raad ging hij maar de Tabacco kaart nr 03 bestuderen en kwam zo er achter hoe de weg die ze de volgende morgen zouden
lopen langs zou lopen.
Ze zouden eerst met de fiets naar de kabelbaan gaan en daar de lift naar boven nemen.
Toos hield zich bezig met haar derde boek dat ze al weer bijna uit had.
In de avond, na het avondeten gingen zowel Toos als Ton een douche nemen. Die van Toos was lekker warm maar Ton vond het maar frisjes.
Voor het slapen gaan controleerde Ton de ruimte onder de wasbak. En toen wist hij waardoor de natte vloer werd veroorzaakt! De afvoerslang van de wasbak was losgeraakt. Die maakte
hij vlug weer vast en de vloer bleef toen natuurlijk droog.
Opgelucht ging Ton die avond naar bed.
En zoals Rik Felderhof reeds zei: "Halverwege de berg is het uitzicht ook wel mooi!"
Dag 7: zaterdag 20 september 2008, wandeling naar de Passo tre Croci
In de ochtend toen Ton en Toos opstonden, was de schaduw van de Monte Cristallo, de berg ten oosten van ons, nog over de camping.
Maar toen de zon eenmaal over de toppen scheen was het snel warm en gingen zij aanstalten maken om zich aan te kleden. Elke keer controleerde Ton of de afvoeslang nog wel vast zat.
Toen dat zo bleek was hij toch gerust.
Na het ontbijt gingen zij op de fiets naar Cortina. Onderweg stopten zij nog bij een bakker.
De weg naar het beginstation van de kabelbaan was een eenrichtingsweg, zodat ze eerst helemaal naar beneden moesten en toen via een omweg naar boven.
Toos riep dat haar versnelling niet werkte. Ze had alleen maar nr 1 en 2.
Dus liepen zij een stuk.
Bij het station aangekomen lazen zij tot hun ongenoegen dat de lift op die dag niet meer ging voor twee maanden.
Ze stalden hun fietsen tegen een hek met twee sloten op slot en twee kabels er om heen.
Na enig overleg besloten ze pad nr 210 en 206 naar de pas te lopen dat was twee derde van de route die ze eerst met de lift hadden moeten afleggen. En als ze het dus heen en terug deden
dan zouden ze in totaal een derde afstand meer erover doen en bovendien was het hoogteverschil dan meer. Ton rekende uit dat je dan 700 m moest stijgen en later weer afdalen.
En als je tussendoor nog naar een punt lager en weer omhoog moest zou de totale stijging dus wel 800 m kunnen zijn.
Maar dat zou geen bezwaar zijn na hun vorige wandelingen gedaan te hebben.
Ze liepen eerst via het fietspad naar het oosten tot aan de weg naar het Zwitsers schoonheidsinstituut naar pad nr 210. Die
liepen ze op richting het noordwesten. Het pad ging door een bos en waarschijnlijk langs de voet van de berg Faloria.
Ze liepen door tot het pad over ging in pad nr 206. Die ging onder de kabelbaan door en even later kwamen zij aan de rand van
het bos waar die over ging in een grindveld dat afkomstig was van de steile rotsen van de Faloria.
Daar pauzeerden ze en genoten van het mooie weer en het schitterende uitzicht op alle bergen rondom Cortina d'Ampezzo.
Het pad verder langs route nr 206 ging daarna naar beneden naar een rivier die ze via een bruggetje konden oversteken.
Daarna ging het pad langs de autoweg tot het skihotel en vervolgens via een skihelling tot aan de pas met de drie kruizen.
Daar stopten ze even en maakten foto's van de omgeving.
De terugweg verliep nog sneller want de meeste tijd liep de weg omlaag.
Ze merkten op dat pad nr 210 er van de andere kant er heel anders uitzag. Eerst twijfelden ze nog of ze wel het goede pad hadden
genomen maar uiteindelijk herkenden ze het via een schuine stok tegen een boom.
Bij de fietsen aangekomen te zijn begonnen ze alle stokken weer aan Ton's fiets te binden en toen reden ze richting de camping via het fietspad dat Ton gevonden had.
Het had een constante stijging van ongeveer 5% wat nog goed te befietsen was. Maar voor Ton betekende dat dat hij met 10 km/uur kon rijden en Toos kon wel 12 km/uur halen met haar gezondere longen.
Heel moe maar voldaan rusten ze eerst uit bij mij en gingen toen een lekkere douche nemen.
In de avond zouden ze in het camping restaurant gaan eten en daar hoorde zeker ook een fles wijn bij. Het werden Pizza's en een liter huiswijn van Olimpia.
In de avond was de koppeling van de wasbak nog heel.
Gewoon blijven staan en genieten van het mooie weer zolang het nog kan
Dag 8: zondag 21 september 2008, naar Montagna
Omdat het weer boven Cortina toch ging betrekken besloten Ton en Toos om vlak voor twaalf uur toch te vertrekken en zonniger oorden proberen op te zoeken.
Maar zolang de zon scheen probeerden ze toch de zonnestralen op te vangen
Daarom reden ze mij naar een plekje vlak bij de rivier waar geen bomen waren. Daar bleven wij meer dan een uur in de zon bakken.
Naast die plek stond ook een andere camper, een Nederlandse camper. Toen er een dame naar buiten kwam vroeg Ton aan haar of het een Pössl was. Nee, zei ze. Het is een zelfbouw camper maar dan wel door een bekende Friese bouwer.
Ton vroeg of het dan goedkoper was. Nee, zei ze weer, het heeft 65000,- Euro gekost. Maar dan heb je ook een toilet erbij.
Ton vertelde dat mijn soort in nieuwe staat 55000,- Euro heeft gekost. Hij vertelde er niet bij dat ik een derde handsje was voor
de helft.
Ze zei dat er aan de overkant van de rivier een camperplaats was waar ook veel campers stonden. Ja, zei Ton, maar daar betaal je ook 10,- Euro per overnachting.
Maar wij slapen boven zei Ton. Dat vond de dame maar eng.
Ze vroeg wel waar wij gestaan hadden. Brixen zei Ton. Daar wilde zij ook naar toe.
Twintig voor twaalf ging Ton mij servicen en Toos ging nog een douche nemen. Daarna rekenden ze af bij de receptie en waren wij weer onderweg.
De reis ging naar het zuiden, richting Venetië totdat wij de zuidelijke rand van de dolomieten bereikten en daarna bogen we af richting Trento.
Het weer werd steeds slechter. Van lichte bewolking werden het grijzere luchten en uiteindelijk begon het via motregen ook daadwerkelijk te regenen. Tot overmaat van ramp begon mijn cabine rooster weer te dampen en
toen Ton de slang van de wasbak controleerde bleek hij weer losgeschoten te zijn.
Ton probeerde de cabineverwarming aan te zetten toen wij stilstonden, met de motor aan. Hij schrok zelf ook wat er daarna gebeurde. Er kwamen stralen zeepbelletjes uit het rooster naar buiten en het leek even of het een kinderfeestje was.
Maar na de verwarming wat getemperd te hebben was de straal niet meer zo sterk. En Toos kon het overtollige water van de cabinevloer opdweilen.
Het betekende weer werk aan de winkel voor Ton die avond.
Maar eerst de reis om de Dolomieten.
Hoe westelijker wij kwamen hoe mooier het weer werd. Ton en Toos besloten ergens in een dorpje te gaan staan en wat koffie te gaan drinken. Tien km voor Trento deden wij dat en stonden op het dorpsplein bij mooi weer.
Ze besloten daarna naar Trento te gaan om daar een staplaats te zoeken.
Maar aangezien wij niet vanaf de snelweg Trento binnenkwamen waren de aanwijzingen van het camperboekje voor ons niet van toepassing.
Bij Trento scheen de zon volop en daar probeerden wij bij het station aan omstanders de weg naar de staplaats te vragen. Ze zeiden dat wij verkeerd waren en dat het wel drie km verderop was.
Maar aangezien de wegen vaak eenrichtingswegen waren kwamen wij niet verder dan de binnenstad.
Dus besloten Ton en Toos maar weer hun bekende stelregel toe te passen. Zoek een staplaats nooit in een grote plaats op.
Zo gingen we naar onze volgende staplaats: Montagna, een bergdorp ten zuiden van Bozen.
Daar bleek een grote parkeerplaats nog net niet verboden te zijn voor campers. De wegen er boven wel.
Wij zochten een vlakke plek uit naast een grote vrachtauto niet ver van een Italiaanse camper
Omdat het nog mooi weer was besloten Toos en Ton nog de omgeving te verkennen.
Wij stonden op een parkeerplaats niet ver van een schooltje en onder het gemeentekantoor en een bank en even verder de kerk en wat winkels en restaurants.
Aan de rand van de parkeerplaats waren infoborden met overzichten van de activiteiten in de omgeving.
Ze besloten de volgende morgen een wandeling naar het gebied boven het slot Enn te maken en te kijken hoever ze kwamen.
Tijdens de maaltijd kwamen de berijders van de camper naast ons bij hun voertuig terug. Het bleken drie Italiaanse mountainbikers
te zijn.
Bij het wegrijden zwaaide de bestuurder naar ons.
Na het eten ging Ton mijn wasbakslang koppeling beter vastmaken. Hij gebruikte daarvoor de bekende ducttape waar het eigenenlijk in dit geval natuurlijk de geeigende soort tape was.
Hij koos nog een paar mooie foto's uit voor mijn website.
's Nachts om een uur of vier hoorden wij de vrachtauto's naast ons vertrekken. Na de stilte in het dorp was dat een behoorlijke herrie in de ochtend.
Daar beneden, 1100 m lager, stond ik weer te wachten
Dag 9: maandag 22 september 2008, weer naar Brixen
De zon liet weer even op zich wachten vanwege de berg ten oosten van ons. Maar na het ontbijt verscheen hij toch in het dorp en
Ton en Toos maakten aanstalten om aan de wandeling te beginnen. Ze hadden geen detailkaart van dat gebied maar ze vertrouwden dat de bewegwijzering klopte. Ze volgden eerst pad nr 3 naar Slot Enn en daarna tot de rand van het bos.
Daar ging het pad over in pad nr 3C dat steeds steiler omhoog ging. Het bleek dat een stuk van het pad onbegaanbaar was geworden.
Daarom werd er een nieuw pad aangelegd dat soms gebruik maakte van traptreden die gemaakt werden van vers gezaagde larix planken.
Na ongeveer drie en een half uur gelopen te hebben vonden zij het genoeg en na een paar foto's genomen te hebben keerden zij terug.
Na ongeveer twee uur kwamen zij bij de dorpskern terug en gingen een verfrissing nemen op een terras.
Daarna gingen ze bij mij lunchen. Niet lang daarna gingen wij op weg naar Brixen.
De weg ernaartoe is bijna een routine voor mij want ik ben er wel drie keer overheen gereden.
Onderweg kreeg ik voor 300 km brandstof getankt, de diesel in Oostenrijk is goedkoper dan in Italië.
Wij gingen in Brixen op onze bekende plek staan.
Daarna gingen Ton en Toos boodschappen doen bij de plaatselijke supermarkt. Die bleek aan de overkant van het busstation te zijn.
Verder deden Ton en Toos alleen nog maar lezen en op de laptop foto's bekijken.
Verder Terug Naar boven Home Page