De terugreis
Staplaats Meersburg aan de Bodensee
Dag 10: dinsdag 23 september 2008, naar Meersburg
Deze ochtend gingen wij na het ontbijt op weg naar het Noorden. Waar wij precies naartoe zouden gaan was mij nog niet duidelijk. Voor Ton en Toos ook niet.
Wel wisten ze dat ze richting het Bodenmeer op zouden gaan aan de Duitse kant van het meer. Afhankelijk van welke mooie staplaatsen ze zouden tegen komen zouden
ze vanaf Lindau alle plaatsen aandoen tot ze een plaatsje zouden tegenkomen die geschikt was.
Bij Sterzing stopten ze bij de delicatessenwinkel en sloegen wat cadeaux in. Ook bij het winkelstraatje sloegen ze nog een paar mooie keien in voor de kleinkinderen.
Na Sterzing reed Toos en kon Ton foto's nemen van de Europa Brug want op de heenreis was het niet goed gelukt.
De reis verliep voorspoedig en zonder moeite nam ik de twee passen zodat we al gauw in Duitsland waren. Ton reed per ongeluk het stadje Füssen binnen i.p.v. er om heen te rijden. Maar ja zo zie je ook weer wat.
Voor Kempten gingen we van de snelweg af en reden over Isny naar Lindau. Ton vond het een mooie weg maar ik vond het maar niks. Ik reed in mijn vijf maar 80 km omdat het toch een vrij steile weg was die wel 10 km lang was.
Ik haalde wel een andere camper in die nog meer moeite had.
Na het hoogste punt van de weg bereikt te hebben daalden wij af richting het Bodenmeer. Het weer klaarde op en voor Lindau scheen de zon al weer.
Ton en Toos besloten naar Meersburg te gaan omdat je daar, volgens het boekje, voor 3 Euro per dagdeel kon staan.
Maar voorbij Lindau bleek de weg redelijk druk te zijn. En plotseling zaten wij in een file. Het werd veroorzaakt door een klein ongeluk met een vrachtauto. Die was aan de kant van de tweebaans weg gaan staan. Maar omdat
de weg toch te smal was om met z'n drieën te gaan gebruiken moesten wij wachten tot er gen verkeer was van de tegenoverliggende kant.
Maar na een tien minuten konden wij die vrachtauto toch passeren.
Wij volgden de borden richting Meersburg en toen wij daar aankwamen volgden wij de staplaats borden. Het eerste staplaatsbord
hadden Ton en Toos nog gezien maar de volgende was niet zo duidelijk zodat ze eerst nog naar beneden, naar de veerpont reden.
Toen gingen ze weer naar boven en zagen ze het staplaats bord. En na een paar minuten zagen zij dat er twee staplaatsen waren. Een bij de rotonde en één even verderop.
We gingen op de eerste staan op de uiterste plaats het dichtst bij de rotonde. Er werd daar reclame gemaakt voor de botententoonstelling in Friedrichshaven.
In de avond gingen Ton en Toos naar beneden wandelen naar de oude stad. Het bleek een mooi oud handelsstadje te zijn en zij
besloten om er de volgende avond daar te gaan eten.
Toen zij in de steile hoofdstraat naar beneden gingen hoorden zij boven hen een ambulance van boven naar beneden rijden. Die bleef ergens boven hen staan.
Toen zij later weer naar boven wandelden zagen zij dat er twee auto's daar midden op straat stilstonden.
De eerste auto was de ambulance. Daar lag een man in aan een infuus. De tweede auto was van de hulpdienstarts, dat konden ze op
die auto lezen.
Met de gedachte dat het de volgende dag een leuke dag en avond zou worden gingen zij daarna in mij naar bed.
Het plaatsje is heel mooi voor voetgangers
Dag 11: woensdag 24 september 2008, tweede dag in Meersburg
De ochtend begon voor ons zodra er meer verkeer over de rotonde begon te rijden. Ik zag ze al aankomen maar Ton en Toos werden er wakker van. Het waren merendeels forensen die per auto naar een volgend dorpje moesten rijden.
De fietsers waren minder in aantal en die hoorde je ook niet, maar ik zag ze wel.
Na het ontbijt gingen Ton en Toos naar het stadje wandelen.
Bij daglicht en zonnig weer zagen zij dat zij onder de hoofdweg door konden lopen via een superschone voetgangerstunnel.
Er waren zelfs twee tunnels, de één die van de stad naar de rotonde bij ons leidde en de ander ging vanaf de stad naar het
noord-oosten, naar een weg die in een boog naar de tweede camperstaplaats ging.
Later dacht Ton na waarom een weg in een boog om een berg van A naar B ging. Dat was natuurlijk omdat de kortste weg wel is waar
ook in een boog omhoog ging maar voor fietsers en voetgangers veel te steil zou worden.
Daarom worden wegen in de bergen met haarspeldbochten langs de flanken van een berg geleid.
Ze gingen door de eerste tunnel naar de stad lopen en kwamen op een zijweg uit die weer op de steile hoofdstraat van de stadskern uitkwam. Daar mocht je zelfs niet fietsen, alleen voetgangers mochten er heen en weer wandelen.
De hoofdstraat liep door tot aan de winkels en restaurants aan de boulevard.
Maar eerst liepen zij een zijstraat weer in die naar het oosten liep en kwamen op een mooi pleintje uit zoals op de foto te zien is.
Aan de zuidkant van het pleintje is een uitzichtpunt met een mooi uitzicht op de Bodenzee.
Er was ook een trap naar beneden, naar de aanlegplaats van de rondvaart boten.
Zij gingen de trap afdalen en Ton ging demonstreren hoe je snel een trap naar beneden kon lopen. Hij werd wel door een jonge
man van een jaar of twintig aangekeken.
Beneden wandelden ze langs de kade en gingen langs de steile hoofdstraat weer naar het pleintje. Ze kwamen langs winkels,
restaurants, pakhuismusea en kerkjes.
Ze hadden een restaurant om die avond te bezoeken reeds uitgezocht.
Na nog een keer heel snel de trap afgedaald te hebben gingen ze op een terrasje een verfrissing nuttigen.
Ze hoorden hoe de kapiteins van de rondvaartboten hun vertrek aankondigden in het Duits en meestal nog in het Engels.
In de middag wilde Ton wel eens weten hoe steil de weg van beneden aan de haven bij het veer naar de eerste tunnel en vandaar
naar de rotonde bij mij was.
Hij haalde zijn MTB van mijn rek af en zette ook nog zijn fietshelm op, want dat is voor volwassenen in Duitsland voorgeschreven.
Naar beneden haalde hij snelheden van 45 km per uur maar omdat er op borden gewaarschuwd werd voor oliegevaar op de weg remde hij toch maar af.
Toen hij beneden aankwam bij het veer, keerde hij om en begon de stijging naar mij toe. Tot de tunnel haalde hij 10,5 km/uur en daarna zakte hij terug tot 8,5.
Maar hij kreeg toch wel meewarige blikken van leeftijdgenoten die het natuurlijk niet meer zagen zitten.
Na nog wat ere rondjes op de rotonde te hebben gereden, voor de foto's die Toos nam, ging hij een blik bier drinken om van deze
rit te bekomen.
In de avond zouden ze niet te vroeg naar het restaurant gaan zoals ze in Italië wel deden. Maar ze vergaten dat ze in Duitsland waren. Dus was het restaurant al
vol en konden ze aan de bar wachten tot er weer plaats was.
Na een kwartiertje werd hen een plaats aangewezen en natuurlijk naast een Nederlands stel dat met Duitse vrienden uit eten gingen.
Na een uur waren ze uitgegeten en gedronken en gingen zij het steile weggetje naar boven lopen.
Maar na twee dubbele glazen wijn per persoon waren ze al gauw voorbij de weg naar de eerste tunnel gekomen en kwamen zij bij de tweede voetgangerstunnel.
Die namen ze en gingen de weg op die aan de andere kant van de tunnel was. Ton zei dat die niet langer was dan de weg die zij
naar beneden liepen.
Toos voelde aan dat er iets toch niet klopte want na een kwartiertje waren ze nog niet bij mij. Pas na nog tien minuten lopen kwamen zij uiteindelijk
bij de tweede camperplaats en daarna pas bij mij.
Gedurende de wandeling en ook daarna bij mij werden er stevige discussies gevoerd over wie er nu beter de weg wist.
Maar uiteindelijk nam de rust in mij toch de overhand.
Bijna in de wolken maar het was er wel nat
Dag 12: donderdag 25 september 2008, naar Oberndorf Am Neckar
Deze ochtend was het weer minder mooi en toen wij naar de autosnelweg naar Stutgart zochten was het nogal triest.
Tot overmaat van ramp nam Ton, toen hij die gevonden had de verkeerde richting bij een kruizing zodat we bijna in Zwitserland terecht kwamen.
Hij besloot bij de eerste de beste gelegenheid om te draaien en dat bleek letterlijk mogelijk te zijn nadat wij na zo'n twintig km en twee
tunnels doorgereden te zijn bij een rotonde de weg terug te nemen.
Daarna volgden wij bij de kruizing de richting Stutgart.
Vlak voor Rottweiler gingen wij van de weg en wij volgden de aanwijzingen naar het stadion van die stad want daar was ook de camperstaplaats.
Wij kwamen vanuit het zuiden en daardoor moesten wij de hele stad door om bij het stadion te komen dat in het noorden van de stad was gelegen.
Toen wij bij de staplaats aankwamen bleek die gerenoveerd te worden. De plaatsen waren al klaar maar de Sani zuil functioneerde nog niet
helemaal.
Aangezien wij behalve ons overtollig vuilwater moesten lozen ook nog schoon water moesten tanken besloten Ton en Toos daar alleen te pauseren.
Zij zouden naar het centrum wandelen en daarna met mij naar de Lidl gaan die wij onderweg zagen, niet ver van het stadion.
Zij sloten mij af en gingen via het fietspad naar de stad.
Maar het pad was ook nog niet helemaal klaar. Daardoor moesten zij via een omweg naar de stad lopen. Maar die omweg bleek een hele echte omweg
te zijn.
Ze gingen eigenlijk juist weg van het centrum want zij liepen het dal uit en vroegen aan voorbijgangers waar het centrum of het station was. Een heer
vertelde hun dat zij de weg helemaal omhoog moesten lopen dan kwamen zij langs het station en zouden zij bij het centrum komen.
Dat deden ze en na nog een uur gelopen te hebben kwamen zij weer terug bij mij. In totaal hadden zij een wandeling van bijna twee uur achter de rug.
Het frappante was: zij hadden geen enkele Rottweiler gezien!
Na bij de grote Lidl nog wat proviand gekocht te hebben gingen wij verder naar het plaatsje Oberndorf. Daar werden we naast het zwembad heen gedirigeerd
doordat we de staplaatsborden volgden.
De Sani zuil functioneerde prima en voor één Euro kregen wij water.
Het weer was miezerig en Ton ging achter z'n laptop zitten terwijl Toos zat te lezen.
Ze besloten na het eten het zelfde te doen en na het slapen de morgen af te wachten.
Dat hebben we wel geweten!
Dag 13: vrijdag 26 september 2008, naar Pforzheim
In de ochtend was het nog een beetje mistig. Maar na een uurtje kwam de zon toch door de mist heen schijnen en toen was de wereld minder grauw.
Wij zagen een groep schoolkinderen uit het zwembad komen en kennelijk wachtten zij op de bus. Zij zaten wat met elkaar te stoeien maar alles ging gedisciplineerd.
Toen de bus er aan kwam waren zij heel snel ingestapt en uit het zicht verdwenen.
Ton en Toos gingen eerst ontbijten en gingen daarna naar het centrum. Maar eerst gingen ze naar het sportveld en lazen dat daar in de zomer ook gekampeerd mocht worden. Later volgden
zij de borden naar het centrum, die bleek op de heuvel te zijn.
Het voetpad er naar toe liep via een soort wentelpad dat ook voor fietsers was maar die moesten wel afstappen.
Na een paar wentelingen kwamen zij aan de straat die naar het centrum leidde.
Daar liepen zij wat rond en bezochten de dorpsmarkt die toevallig gehouden werd.
Na een uurtje kwamen zij bij mij terug en reden wij weg richting de snelweg.
Maar het duurde wel even voordat wij die gevonden hadden.
Eenmaal op de snelweg was het een koud kunstje om de snelweg richting Stutgart en daarna Pforzheim te bereiken.
Daar konden wij staan op drie verschillende plaatsen.
De eerste de beste plaats die wij bereikten was die bij de stadsverwarmingsopwekkingsfabriek en zoals later bleek ook dicht bij de Biergarten.
Maar eerst zagen wij de Sani Zuil en de parkeerplaatsen waar wij als eerste camper neerstreken.
De andere plaatsen werden gedeeltelijk bezet door personenauto's.
Ton en Toos gingen de stad in en keken eerst hoe de andere staplaats er uitzag. Die bleek aan de overkant van de toegangsweg naar het centrum te zijn maar het was er triest en minder dan onze plek dus zouden zij niet verhuizen.
Het centrum was van na de oorlog en alles was er met naoorlogse haast gebouwd. Ze hadden waarschijnlijk een centum nodig.
Mooi is anders vonden ze.
Ze gingen een cirkeltje door de stad wandelen en keerden langs de rivier naar mij terug.
Het was er troosteloos vonden zij, een alochtonenwijk met woonkazernes.
Laat in de avond kwamen de feestgangers voor de biertent en vanaf een uur of elf tot twee uur 's nachts hadden we van het bierfeest kunnen genieten.
Daarna was alles weer in diepe rust.
Bijna einde van de vakantie 2008, bijna eind goed al goed!
Dag 14: zaterdag 27 september 2008, weer terug naar Sankt Goarshausen
Deze dag begon redelijk zonnig en weldra waren wij in goede stemming op weg naar onze tussenstop, Sankt Goarshausen.
De weg erheen leidde eerst via Karlsruhe en de snelweg naar Frankfurt en daarna Wiesbaden. Dit moeilijke stuk reed Toos en Ton gaf aan welke afslagen ik moest nemen.
Vlak voor Rüdelheim mocht ik mijn tank vol diesel laten lopen en na nog een uurtje langs de Rijn gereden te hebben kwamen wij bij onze stopplaats te Sankt Goarshausen aan.
Het weer was nog steeds prachtig. En zo besloten Ton en Toos nog een laatste wandeling in de omgeving te maken. Ze trokken hun bergschoenen aan en namen hun stokken mee.
Ze gingen eerst naar Schloss Maus en daarna namen ze een pad die nr 3 heette. Die ging boven de dwarswerg op de Rijn naar het oosten. Af en toe was er uitzich op de Rijn en soms
op de dwarsweg beneden hen. Maar uiteindelijk ging het pad dieper het bos in.
Ton en Toos twijfelden of ze door zouden gaan of omkeren.
Ze besloten anderhalf uur het pad te volgen en als het nog niet uit het bos was zouden ze omkeren. Na een uur werd het pad breder en na nog een kwartier waren ze uit het bos.
Ze zagen een geasfalteerde weg in de verte en daar besloten ze naar toe te lopen. Daar konden ze kiezen tussen twee dorpen. Eén in het noorden en één in het zuiden.Ze besloten het
laatste dorp te kiezen en niet lang daarna kwamen zij bij eeen kerkje. Ze vroegen de weg aan een voorbijganger en die wees hun een bepaalde richting. Daarna vroegen ze de weg nogmaals
aan een man die aan kwam fietsen.
Omdat Ton te kortaf vroeg waar de kortste route naar Sankt Goarshausen was, corrigeerde de man hem. Per slot van rekening was het een vrije zaterdag en had hij de tijd. Hij zei
eerst goede dag en vertelde heel kalm en duidelijk welke mogelijkheden er waren en hoe je die kon lopen. Hij zag dat Ton en Toos goede bergschoenen aan hadden en hij zei dat ze het
steile pad naar beneden konden nemen.
Hij zei ook dat er verschillende mooie uitzichtpunten waren.
Ton bedankte de man heel vriendelijk en daarna vervolgden ze in de aangewezen richting hun wandeling.
Ze kwamen inderdaad bij een splitsing waar je kon kiezen tussen een weg door de wijngaarden of een pad steil naar beneden.
Deze laatste namen zij en ook was inderdaad een mooi uitzichtpunt dichtbij de TV-mast.
Onderweg nam Ton nog veel foto's van het uitzicht op de Rijn en de mooie herfstkleuren van de bomen waaronder zij liepen.
Uiteindelijk kwamen zij aan in het andere eind van Sankt Goarshausen want het blijkt een lang gerekt dorp te zijn. Maar na nog een half uur
langs deRijn gelopen te hebben kwamen zij eindelijk bij mij terug.
Ton zei tegen mij dat hij mij met zijn telelens al van twee km afstand had gefotografeerd.
Daarna gingen ze uitgebreid in het ondergaande zonlicht zitten uitrusten voordat ze aan de maaltijd gingen beginnen die door Toos gekookt werd.
Na het avondeten gingen zij nog lang van het mooie weer en uitzicht op de Rijn genieten.
Tegen de avond kwam een Duitse inwoner van het dorp die haar hond ging uitlaten dat wij niet midden voor de uitgang van het veer moesten blijven.
Want zo zij ze er kan soms een amphibievoertuig van de waterpolitie op het droge willen komen bij de oprit naar het vroegere veer.
Ton reed mij een eindje naar voren en daarna gingen zij naar bed.
Einde van de vakantie 2008, schoon goed al goed!
Dag 15: zondag 28 september 2008, weer thuis in Den Dolder
In de ochtend was het eerst nog mistig toen wij naar Koblenz reden.
De burgten die Ton wilde fotograferen waren soms nog niet helemaal zichtbaar.
Maar na Koblenz was het zicht goed maar waren de panorama's niet meer zo mooi.
We reden langs de westkant van Keulen richting Venlo. Daar kwamen we over de grens en op een parkeerplaats bij een benzinepomp stopten
we even om de lunch te nuttigen en de broer van Toos te bellen om te vragen of zij thuis waren en ons konden ontvangen bij de koffie.
Gelukkig waren zij thuis en konden wij even langs komen.
Bij mooi weer kwamen wij in Wijchen aan en konden Ton en Toos een uurtje hun verhalen kwijt over mijn en hun belevenissen in de vakantie.
Na nog een uur waren wij weer terug bij onze thuishonk en werd ik meteen leeggehaald en ontdaan van overtollige bagage.
Eind goed al goed, zou ik maar zeggen!
Verder Terug Naar boven Home Page