Proefreis met Gullivert,
het verslag van de zoon van mijn baas over zijn eerste camperovernachting

Je hebt kampeerders en camperaars, kampeerders die later camperaar worden en kampeerders die nooit camperaar zullen worden.
Wat precies het verschil tussen die twee inhoud is moeilijk zoniet onmogelijk aan te geven.
Waarschijnlijk een kwestie van mogelijkheid en timing, het een een gevolg van het ander (het duurt vaak even voordat je de mogelijkheid hebt). Enfin, zo hadden wij als redelijk verwende kampeerders (ruime tent en luxe kampeeruitrusting) de mogelijkheid om het rondtrekken met de camper te beproeven.
Na een aantal sterke (maar met een veelheid aan foto's bewezen) camperbelevenissen beluisterd te hebben begonnen wij ons tenslotte af te vragen of ook wij uit dit soort hout gesneden waren.
Eer wij ons zelf aan een langere reisonderneming met de camper zouden wagen mochten wij van onze ouders hun vrij complete doch compacte Volkswagen camper voor een weekendje uitproberen. Het relaas van deze proeve leest u hier.

Het was een spontane ingeving, onze vakantie stond voor de deur en concrete plannen hadden we nog niet gemaakt.
Zouden we eens een weekje de camper mogen lenen om de Noord-Franse kust af te zakken? Of misschien een minder verre rondreis door Nederland? Er zaten voordelen aan het met de camper reizen boven kamperen met de tent, daar waren we al van overtuigd. Maar om een beetje wegwijs te worden toch maar eerst een proefreisje maken. En dan niet alleen maar een ritje maken, ook eten, slapen en wakker worden moest eerst even op proef worden ervaren. Een dag voor vertrek kreeg ik een uitgebreide uitleg over de werking van de uitrusting en nuttige tips voor gebruik. Een korte proefrit leerde me dat rijden met dit voertuig niet al te veel problemen op zou leveren, hoogstens de manoeuvres rondom het in- en uitparkeren zouden wat lastig kunnen zijn. Met een tweede persoon buiten het voertuig die de juiste aanwijzigingen kon geven was ook dit probleem echter te overkomen. Met al deze informatie moesten we ons toch aardig kunnen redden.

De volgende dag gingen we tegen de middag op weg. Onze dochter (van bijna drie) vond het reuze spannend, alleen toen ze er na vijf minuten achter kwam dat er geen K3-cd in de camper aanwezig was veranderde de oorspronkelijke stemming vrij snel. De avond tevoren hadden we al een doel uitgestippeld. Het moest niet te ver rijden zijn, een officiële camperplaats betreffen en een redelijke kans op nog een vrije plaats bieden. We kwamen uit op een stek aan het Oostvoornse meer, waar volgens de info plaats was voor tien campers. We konden onze dochter aldus tevredenstellen met de mededeling dat de reis hooguit nog een uurtje zou duren. De rest van de rit naar Oostvoorne verliep voorspoedig. Had ik er overigens nog niet bijverteld dat het weer op het moment van vertrek zeer bewolkt was en weinig aanleiding gaf tot hoop op zon later op de dag? Oostvoorne zelf was een leuk bedrijvig plaatsje, het Oostvoornse meer gesitueerd aan de rand van de maasvlakte met uitzicht op de industrie en haven van Rotterdam tesamen met de nog altijd grauwe lucht waar nog geen straaltje zonlicht doorheen kwam kon ons een stuk minder bekoren. Het (volgens mij enige) autostrand van Nederland lag er verlaten bij. Dat wil zeggen, er waren wel wat mensen (zelfs een paar campers en in zwemkleding gestoken buitenlandse toeristen die perse een duik wilden nemen omdat ze van ver waren gekomen), maar die konden het strand niet vullen. Ook de van klandizie gespeende en lawaaiige frietkraam (er stond een airco luid kabaal te maken) slaagde er niet in voor een gezellige strandsfeer zorgen. Daar kwam nog bij dat het een heel eind rijden was vanaf het dorp naar het strand waarbij je slechts stapvoets kon rijden. Tegen de tijd dat we midden op het strand stonden hadden we eigenlijk alweer zoiets van: wegwezen hier! Maar we waren er toch en het was tijd voor de lunch zodat we op oma's wijze koffie gingen zetten (heet water koken en langzaam door een filter heengieten) en een paar botenhammen smeerden. Na een kwartiertje reden we weer terug naar het dorp.

Achteraf moet ik bekennen dat we waarschijnlijk de officiële camperplaats van Oostvoorne nooit hebben bereikt, maar de stemming was al zodanig dat we ons heil toch maar verder gingen zoeken. Alleen waarheen dan? Op goed geluk reden we maar alvast richting Rotterdam, waar we onderweg ondervonden dat het met een camper - die toch wat minder snel optrekt als een personenauto en bovendien een stuk langer is - toch lastiger is om een druk kruispunt over te steken als je je nog niet op de doorgaande weg bevind. Met de officïele campergids op onze knieën om ons een nieuwe staanplaats te vinden reden we verder. Maar de dag vorderde snel en we wilden ook nog wel iets (monumentaals, pitoresks danwel toeristisch) zien. Toen kregen we geruzie over het type staanplaats (aan het water: zee, meer of rivier? of toch maar bij een bosrijke omgeving? op de camping of niet?) want het was inmiddels warm geworden en daarmee werden ook de gemoederen verhit. Opeens zien we op de kaart dat Kinderdijk ('s Neerlands plek met de meeste molens per vierkante kilometer) helemaal niet ver rijden meer is. En daarmee is onze nieuwe bestemming bepaald. De rit voert ons langs en door tal van bekende steden (Ridderkerk, Papendrecht, Alblasserdam) waar we echter nog nooit eerder zijn geweest. Uiteindelijk rijden we langs het water een klein dorpje in totdat we door een jongeman met een felgekleurd verkeersregelaar hesje aan de rand van een parkeerterein tot staan worden gebracht. Het is duidelijk, hier moet je parkeren om de molens te zien. Alleen zorgt de hoogte-boom ervoor dat wij met onze camper niet het parkeerterein op kunnen. Dat riekt toch een beetje naar discriminatie van de camperende medemens. Gelukkig kunnen we een straat verder ons voertuig kwijt. Het inparkeren gaat makkelijk: één keer achteruit insteken en daarna nog iets naar voren om rechtuit te komen. Voor de zekerheid is vrouwlief uitgstapt om de operatie van de zijlijn kritisch te bekijken maar serieuze ingrepen blijken niet nodig te zijn.

De beroemde molens van Kinderdijk zijn verder lopen dan we dachten, maar we volgen de meute en komen daarbij langs allerlei toeristisch ingestelde etablissementen. We kopen een ijsje, lopen richting molens, keren halverwege (omdat we al eens vaker een molen van dichtbij hebben gezien) toch weer terug en strijken neer op een terrasje vlakbij de camper om een lekker witbiertje te consumeren. Aangezien het al tegen zessen loopt bestellen we daarna een lichte maaltijd: we waren toch al niet echt van plan om in de camper te gaan koken (daarvoor hadden we ons niet voldoende voorbereid). Na het eten stappen we weer in de camper en de volgende vraag dient zich aan: waar gaan we slapen? We hadden een eindje terug in Alblasserdam een aantal campers bij elkaar op een plein zien staan op wat volgens de officiële campergids een officiële camperplaats bleek te zijn. We zagen het eigenlijk toch niet zitten om ons tussen al die andere camperaars te begeven: camperen betekent vrijheid om te gaan en te staan waar je wilt. Dus wij kozen ervoor om niet op de officiële plek te gaan staan. De weg langs het water voerde langs een dijk en aan de andere kant waren huizen gesitueerd. Aan die weg onderaan de dijk was ook een kleine parkeerplaats waar nog twee plaatsen vrij waren. Een ideale overnachtingsplaats zo dachten wij: vrij en toch in de bewoonde wereld en met een uniek uitzicht over het water (als je de dijk overging).

Toch bleken wij niet de enigen te zijn die op die plaats aan de dijk vertoefden. Aan de waterkant waren twee vissers in de weer die - zo bleek later - ook 's nachts hun favoriete sport bezigden. Verder kwamen er veel fietsers langs, want aan deze kant van de dijk liep het fietspad omhoog schuin de dijk op, dus iedere fietser die de dijk op wilde ging hier naar boven. 's Avonds toen het donkerder begon te worden bleek onze stek zeer in trek bij de jongere generatie Kinderdijkers en leek het erop dat wij pal aan het einde van Lovers' Lane stonden. Zo ook een wat ouder (echt)paartje dat vanaf zeven tot negen uur het bankje bezette dat uitkeek over het water en de daarop varende vaak zeer imponerende vrachtschepen. Eén van de vissers kon onze aanwezigheid niet erg waarderen, getuige de norse blikken die regelmatig onze kant werden uitgeworpen. De reden daarvoor werd echter al snel duidelijk, het bleek dat wij vlakbij het plekje stonden dat hij als pisplaats gebruikte. En doordat de flesjes bier in een aardig tempo naar binnen werden gegoten was de aanwezigheid van zo'n plaats een vereiste. Uiteindelijk leek hij er niet meer om te malen of wij hem steels in de bosjes zagen verdwijnen of niet. Mensen wennen uiteindelijk wel aan elkaar, dat blijkt.

Tegen acht uur wilden we dochterlief naar bed brengen. Het gebruikelijke ritueel van pyamaatje aandoen, tandjes poetsen en boekje lezen verliep aanvankelijk zonder problemen. Hoewel we haar vantevoren al een beetje aan het idee hadden laten wennen om boven te gaan slapen, kregen we het toch niet voor elkaar om haar daar te laten slapen. In haar fantasie leken de in het dak gemonteerde luidssprekers van de radio op kooitjes waar een vogeltje in zou kunnen zitten. En dat vond ze dus best eng. Daarom mocht ze beneden slapen, met voor ons alle nadelen van dien. De achterbank werd getransformeerd tot een bed, maar zonder de verhoogde randjes waar we bij haar eigen bed thuis op konden vertrouwen. Dat betekende regelmatig kijken (ook 's nachts) of ze nog wel recht lag en nog een lakentje over zich heen had. Maar voor het zover was moest ze nog in slaap komen. En dat bleek niet eenvoudig. Met alle spanning van de reis hadden we verwacht (of tenminste gehoopt) dat ze zo moe was dat ze snel in slaap zou vallen. Niets was echter minder waar. Alleen slapen was eng. Dat papa naast haar kwam liggen vond ze natuurlijk leuk maar absoluut geen reden om alsnog de ogen dicht te doen. Allerhande dreigementen sorteerden eigenlijk hetzelfde effect. Uiteindelijk zijn de ouders met de deur van de camper open ernaast gaan zitten op een handdoekje om een kaartspelletje te gaan spelen. Door het geluid van onze stemmen vlakbij en met de deur open die zorgde dat de benauwdheid een stuk minder was viel ze uiteindelijk toch in slaap.

Inmiddels was het al donker geworden buiten. De vissers waren nog steeds aan het vissen, nu met lichtgevende hengels. Mensen kwamen voorbij, stelletjes gingen een beetje romantisch staan doen en wij moesten ons kaartspel noodgedwongen afbreken omdat we de opschriften niet meer konden lezen. Daarom leek het ons het beste om ook maar onder zeil te gaan. Het tandenpoetsen was geen probleem door de ingebouwde wasbak en een toilet aan boord was ook geen overbodige luxe als je bedenkt dat we midden in stedelijk gebied stonden. Ook in bed klimmen (we sliepen immers boven) was voor ons niet moeilijk en hoewel de slaapruimte beduidend minder breed was (1.10) dan we thuis (1.60) of in de tent (1.40) gewend waren hadden we vreemd genoeg toch voldoende ruimte om elk afzonderlijk te kunnen draaien en keren. Misschien kwam dat ook wel doordat de van muskietengaas voorziene ramen door de frisse lucht die erdoorheen kwam een natuurlijke aantrekkingskracht op ons uitoefenden zodat we in plaats van tegen elkaar aan te liggen (waardoor het nog warmer werd) juist tegen de koele buitenwand van camper gingen liggen. Het in slaap komen zelf was moeilijker. Buiten hoorden we mensen praten, roepen, schreeuwen, scharrelen en vloeken waardoor het moeilijk was de slaap te vatten. Pas toen het werkelijk stil was buiten (het moest al tegen twee uur 's nachts zijn) vielen we in slaap. En dan had je nog het probleem van onze dochter beneden die af en toe kreten slaakte in haar slaap, soms zelfs wakker werd. En dan moest één van de ouders toch naar beneden klimmen om haar te troosten en of recht te leggen. Al met al een nacht met hindernissen dus.

De volgende ochtend werden we om acht uur gewekt door een vrolijk gehumeurde Elize die graag gezellig bij papa en mama in bed wilde. En dat terwijl ze de dag ervoor voor geen goud boven in het bed wilde liggen. En wat bleek. Zelfs met drie personen (nou ja, twee-en-een-half) kon je op zo'n klein oppervlak nog goed liggen. Het ochtendritueel was eigenlijk een herhaling van het ritueel van vorige avond maar dan in omgekeerde volgorde. Omdat we een beetje bijtijds op weg wilden gaan stelden we het ontbijt uit totdat we op de plek van bestemming waren. Het doel van deze dag was het recreatiegebied rondom de Grevelingendam te gaan bekijken. We konden ons namelijk nog herinneren dat je daar met je camper of caravan direct aan het water kon staan, dat leek ons dan ook leuk om uit te proberen. Moesten we natuurlijk eerst nog weg zien te komen. Was het inparkeren de vorige dag nagenoeg geen probleem (twee keer steken en klaar), het er weer uit komen was aanzienlijk lastiger. Met goede aanwijzingen van buitenaf en veel geduld kwamen we eindelijk na een kwartier pas los. Ondertussen maakte een gereformeerde familie aan de overkant zich op om ter kerke te gaan. En zij waren niet de enige, want van alle kanten kwamen net-geklede mensen aangereden om naar dezelfde kerk te gaan. Onze pogingen om op de vroege zondagochtend te ontsnappen aan wat voor Kinderdijk waarschijnlijk de meest romantische plek was om te vertoeven, leverde ons van hun kant slechts donkere blikken op.

De weg naar de Grevelingendam werd bereden door het halve autopark van Zuid-Rotterdam, getuige de vele knelpunten en files die we onderweg tegenkwamen. We waren zelfs getuige van een bijna-ongeluk toen een opgewonden Volve-bestuurder zijn wagen vollop in de strijd gooide teneinde te verhinderen dat andere auto's via slinkse wijze via de invoegstrook de file trachten te passeren. We vonden hem allemaal heel moedig toen hij stug vol bleef houden toen een grote duitse Volkswagen onder luid getoeter bijna recht op hem inreed. Pas toen de weg versmalde tot een enkele baan waren de gemoederen weer wat gesust. Al met al arriveerden we pas een uur na vertrek op de plaats van bestemming. Alhoewel, het plan was om direct aan het water te staan. Echter, dat bleek op de plaats waar we waren helemaal niet mogelijk. Vanaf de parkeerplaats (zoals bij de Meerkoet aan het Veerse Meer) moest je een stuk gras over en kwam je bij een klein vies strandje. En wat erger was, het gras was nog nat van de dauw waardoor onze handdoeken binnen een mum van tijd helemaal nat en doorweekt waren. Wat wel mooi was waren de vele catamarans die vlakbij het strand over het water joegen. Hier speelde ook wat leedvermaak mee, er was er een die de boot niet voldoende onder controle had en daardoor vlak voor onze neus op zijn kant ging. Of ze ooit weer recht gekomen zijn weten we niet, want al proberende en met hulp van enkele andere catamaranzeilers dreven ze uit het zicht. Eigenlijk verveelden we ons een beetje, en we baalden ervan dat we geen stoelen en parasol hadden meegenomen. Maar ja, doordat we slechts een proefrit gingen maken had ik bewust een aantal zaken thuis gelaten. Daarom besloten we tegen tweeën om maar weer terug te gaan naar huis. De terugreis verliep verder zonder noemenswaardige incidenten.

Wat hebben we tijdens deze twee dagen nu geleerd? Uiteraard de gemakken van het camperen: toilet, wasvoorziening en koelkast aan boord. De vrijheid om te gaan en staan waar je wilt (hoewel hier ook weer veel beperkingen zijn: hoogtebomen om campers te weren en het vinden van een geschikte overnachtingsplek). Het comfort waarmee je reist zodat je onderweg wat kunt lezen, schrijven of iets anders doen. Een aantal dingen hebben we helaas nog niet kunnen ervaren, zoals: het gebruik van een camper-servicepunt, het koken in de camper en het leven in een camper als het de hele dag alleen maar regent. Maar als je voor wat langere tijd op pad gaat komt dat vanzelf aan bod. Het slapen was zeker niet ideaal maar ook daar moet je natuurlijk aan wennen en je weg in vinden. We vonden het wel een gemis dat we geen fietsen, buitenstoelen en tafel hadden meegenomen, je bent op die manier heel beperkt in je activiteiten rondom de camper.

En of we nu potentiele camperaars zijn of altijd kampeerders zullen blijven? Het is op dit moment nog te vroeg om hier iets van te zeggen. Met een langere proefrit van een paar dagen beleef je het campergebeuren veel meer en is dus iets wat we zeker nog wel een keer willen proberen. Hoogstwaarschijnlijk weet je het dan nog niet, want zowel camperen als kamperen bieden zo hun eigen voordelen. Voor de komende vakantie beginnen de plannen al een beetje vaste vorm aan te nemen. Het trekken trekt ons wel, maar dan met relatief weinig spullen en een kleine tent alleen om in te slapen. Ons eigen autootje heeft ons al met veel gemak en in korte tijd op zoveel plaatsen gebracht, daar kan vooralsnog geen camper tegenop.


Verder Terug Naar boven Home Page Idem+zijframe