ZO SNEL ALS DE WIND(HOND), DEEL II
Welke avonturen ik met hem beleef
Het is voor mijn baas als voor mij even wennen aan elkaar. Mijn bewegingen zijn voor zijn
doen supersnel. Als hij toevallig over mij heen buigt terwijl ik snel aan het opstaan ben komt
zijn kin wel eens tegen mijn harde kop. Ik voel er eigenlijk niets van maar hij zegt dat het
pijn doet en dat ik moet uitkijken als ik opsta. Mensen zijn soms wel kleinzerig vind ik.
Maar een keer sprong ik tegen hem op terwijl hij net aan het ronddraaien was en mijn neus kwam
tegen zijn elleboog. Het deed zeer en ik gaf een gil. Mijn baas zei dat ik moest uitkijken wat ik deed.
Dat mensen niet zo snel zijn als honden wist ik wel, daarom vind ik het niet erg als ze een
hulpmiddel nemen om sneller vooruit te komen. Als het maar met menskracht gebeurt zoals de fiets.
Mijn baas heeft een sportfiets met race-stuur. Maar verder zit er alles op en eraan om in een
stad ook bij nacht en ontij veilig te fietsen. Tenminse zonder mij. Want de eerste de beste keer
dat ik met hem aan de riem mee mocht was naar die ijsbaan, waar in de zomer veel honden worden
losgelaten om er te kunnen rennen.
Maar aangezien ik op weg erheen de dochter van mijn baas met haar Jeepje en de twee Alaskanen erin
ons voorbij zag rijden zette ik de spurt erin. Daar had mijn baas niet op gerekend. Hij kon het stuur
van zijn fiets niet meer onder controle krijgen en zijn voorwiel botste tegen de trottoirband aan.
Het was wel is waar nog geen 50 km/h maar het was wel harder dan de toegestane 30 km/h. Want later
toen hij mij beter leerde beheersen hoorde ik hem altijd zeggen dat ik hem daar maar tot 30 km/h hard
mocht meetrekken. Want inmiddels had mijn baas het later ook al door. Als ik midden in de week, gegeten, gedronken,
geplast, gepoept en uitgelaten ben geweest en het is nog geen bedtijd terwijl ik nog zit te janken en piepen, dan
weet hij dat ik mijn energie nog even kwijt moet in een fikse renpartij.
Gelukkig voor mijn baas heeft hij in het verleden op Judoles valbreken geleerd zodat hij zonder
botbreuken of schaafwonden ervan af kwam. Dit soort voorvallen hebben wij nog zo'n keer of zes meegemaakt.
Later leerden wij hoe wij met elkaar moesten communiceren. Als hij met mij aan de lijn de weg wil oprijden
waarschuwt hij mij dat ik eerst halt moet houden. Hij kijkt dan of er auto's van links of rechts aankomen
en kiest dan de veilige kant om op het fietspad te komen. Hij zegt ook "naar links" of "naar rechts" als hij
een bocht bereikt want vroeger ging ik natuurlijk gewoon rechtdoor. Nu ook natuurlijk als hij
niets zegt.
Op het laatst was mijn baas ook slimmer geworden als hij met mij naar de postbus ging om brieven te halen.
Hij maakte een ronde met de klok mee zodat hij altijd aan de rechterkant van de straat bleef en mij dus
niet naar de overkant van de weg hoefde te laten oversteken. In het begin was het altijd wat spannender als
ik als een pijl uit een boog naar de overkant wilde en hij zijn stuur nog niet goed vast had.
Ik ben getraumatiseerd, dat zegt mijn baas. Want als ik alleen gelaten wordt terwijl hij in de buurt is
dan begin ik hard te piepen en te jammeren.
Hij neemt mij dan ook overal mee naar toe. In de tuin als hij aan het onkruid wieden is of in de auto
als hij voor een afspraak buiten de stad moet. Hij neemt dan de tijd om me zo nu en dan op een parkeerterrein
uit te laten. Daarna kan ik dan in de auto lekker weer uitrusten.
Terug naar boven
Lekker op schoot
Toen het in de herfst wat kouder begon te worden zat ik al gauw te rillen van de kou.
Ik ging naart de warmste plek van de kamer en dat was meestal de mat in de huiskamer als de zon scheen.
Maar 's avonds was die plek natuurlijk koud en zocht ik naar andere plekjes.
Ik ging dan naar de stoel waarin mijn baas zat en ging heel dicht tegen hem aan leunen want
ik wist dat mensen ook warmte uitstralen. Hij vond dat niet erg want dan werd hij ook warmer.
Van lieverlee kwam ik zo dicht bij hem dat ik alleen met mijn achterpoten nog op de
grond stond. Mijn voorlijf was dan reeds bij hem op schoot. Toen hij dat ook niet erg vond ben ik dus hup,
direct op zijn schoot gaan zitten.
Omdat ik 25 kg weeg en harde botten heb houd hij het niet lang vol. Maar hij heeft ook een
manier ontdekt wat hij langer kan volhouden. Ik mag naast hem komen zitten!
Ik leun dan lekker tegen hem aan en kan zo de gesprekken ook goed volgen.
Na het knappend vuur van de open haard vind ik dat toch de fijnste plek om
lekker weg te doezelen.
Helaas heeft deze pret maar een paar jaar geduurd. Omdat de stoel waarin mijn baas zat bedoeld was om er alleen in te zitten en niet met nog een hond er naast heeft de webbing aan de zijkant van de stoel het af laten weten. Voordat er nog meer schade aan de stoel zou ontstaan heeft mijn baas mij er vanaf dat ogenblik verboden om bij hem op de stoel te gaan zitten.
Terug naar boven
Rondjes ijsbaan
In mijn jongere jaren, zo tot mijn vierde mensenjaar, was ik heel erg fanatiek om op het grasveld te gaan rennen.
Ik moest wel de ruimte hebben en daarom neemt mijn baas mij altijd mee naar de ijsbaan die als het niet vriest
eigenlijk een soort grasveld is. Mijn baas neemt dan meestal zijn sportfiets mee. Als wij de garage verlaten begint de pret eigenlijk al. Ik trek hem natuurlijk zomaar de weg op. "Dat is veel te gevaarlijk!" zegt hij dan en zet de rem erop. Dus word ik tot voorbij het drukke kruispunt eerst in toom gehouden. Daarna houdt hij mij met zijn rechterhand aan de lijn. Met zijn linkerhand stuurt hij en bedient hij zijn voorwielrem. Aangezien ik normaal 55 km/h kan rennen trek ik hem met gemak tot over de 40 km/h op zijn fiets achter mij aan. Hij waarschuwt mij dan vaker dat ik maar 30 km/h mag rennen in die wijk.
Enfin, hij laat mij dan aan het begin van het hertenkamp los en dan ren ik vast vooruit.Zo af en toe laat ik hem voorbij komen dan heb ik tijd om de geurtjes van andere honden die er geweest zijn goed in me op te nemen. Ik kijk wel goed tot waar hij gekomen is. Want als hij tot driekwart van de lange zijde van de baan gekomen is moet ik beginnen te rennen. En als hij tot de bocht gekomen is neem ik de binnenbocht door het gras en haal ik hem zo in. Dat gaat zo vijf rondjes door. Dan vind ik het welletjes en mijn baas gelukkig ook. We hebben dan 5x500 m+2x1500m = 5,5 km gefietst en gerend dat vinden we wel genoeg zo.
Als het koud weer is vind ik het niet zo erg, maar als het hartje zomer is met temperaturen van boven de 25 graden dan duik ik zo af en toe in de eendensloot. Dat vindt mijn baas niet zo leuk. Hij stopt mij daarna in bad, maar dat vindt zijn vrouw weer niet zo leuk als ik me daarna flink afschud.
Terug naar boven
Een prooi laat je nooit los!
Het gebeurde op een koude winterdag toen de Alaskanen met hun bazin bij mijn baas en bazin kwamen logeren.
We gingen toen naar de dijk bij de Oosterschelde om daar te gaan wandelen in de sneeuw. Het was wel winderig en koud en het zeewater was hier en daar al bevroren.
Op sommige plekken was door de oostenwind het ijs op de dijk gaan kruien. We gingen met z'n drieën op het bevroren gedeelte achter elkaar rennen. Het was wel moeilijk voor mij om op het gladde ijs op de been te blijven. Die Alaskanen hebben haren onder hun poten zodat ze op het ijs mij de baas zijn bij het rennen.
Maar boven op de dijk, in de sneeuw, kunnen zij alleen mijn achterkant zien als ik hun voorbij gerend ben.
Daar zag ik een vogel, een meeuw, in de sneeuw op zijn rug liggen Het was een net doodgevoren vogel. Ik vond het een buitenkansje om hem snel op te peuzelen. Maar dat vonden de Alaskanen natuurlijk ook. Wij stoven gedrieën op onze prooi af. Ik was er natuurlijk als eerste bij. Ik nam het dier bij zijn nek en sleepte het achter me aan. Ik werd behoorlijk vertraagd, maar kon nog wel harder rennen dan mijn twee achtervolgers.
Iedere keer schrokte ik een hap van de meeuw naar binnen voordat de twee anderen bij mij kwamen. Dat ging wel tien keer op deze manier verder.En gelukkig werd de meeuw merkbaar kleiner en lichter. Zo af en toe bleef er een vleugel of ander stuk van het dier op de grond achter. Daar stortten mijn achtervolgers zich op en had ik weer een grotere voorsprong en kon ik meer dan drie happen naar binnen schrokken.
Na een paar minuten had ik het grootste deel van de vogel naar binnen gewerkt en kon het me niet zoveel meer schelen of die anderen meer stukjes vogel konden bemachtigen.
Kort daarna was er niet veel meer over van de vogel dan een spoor van bebloede veren.
Terug naar boven
Wie is er de sterkste?
Toen ik nog jong was, zo'n drie of vier mensenjaren, moest ik zeker twee of drie keer in de week hard rennen om mijn energie kwijt te raken. Als mijn baas niet met mij had gefietst moest hij dat op een andere manier merken. Ik trok dan heel hard aan de lijn om toch wat calorieën kwijt te raken.
Vooral in de buurt waar ze wat brood voor de vogels gestrooid hadden moest hij het ontgelden. Ik trok dan zo hard aan de lijn dat hij op het natte gras terecht kwam. En toen had ik het veel gemakkelijker. Het bleek dat ik mijn nagels veel efficienter in de grond kon planten dan hij zijn gladde schoenen. Wat hij ook deed, ik won de eerste keer het potje touwtrekken en had ik in zes seconden een paar sneetjes brood naar binnen gewerkt
Sindsdien heeft mijn baas altijd schoenen met rubberen zolen aan als hij mij uitlaat en liefst trekt hij schoenen met ribprofielen zolen aan
Bovendien laat hij zich snel zakken zodat zijn zwaartepunt bijna even hoog als de mijne komt.
Hij blijft het sportief spelen, want hij laat mij meestal 5 m, zo lang als de lijn is, uitlopen. Hij moet dus heel goed uitkijken of er geen fietsers van achter over de weg komen en de voetgangers niet over de lijn struikelen.
Als het gesneeuwd heeft, heeft mijn baas meestal geen kans. Ik geef plotseling een ruk aan de lijn en aangezien hij geen grip heeft op het gladde oppervlak wordt hij meegesleurd. Hij laat zich dan op zijn zij vallen en draait een driekwart slag om zijn lengteas zodat hij uiteindelijk op zijn buik een eindje door de sneeuw wordt voortgetrokken. Maar uiteindelijk komt hij wel tot stilstand.
Terug naar boven
Een rondje langs een paar dorpen
Toen ik jong was liet mijn baas mij vaak uit met zijn fiets. Hij leerde mij ook wat links en rechts was zodat ik niet tegen z'n fiets aankom.
Voordat hij de bocht omging zei hij eerst: naar links of naar rechts!
Hij liet mij aan de binnenzijde van de weg lopen terwijl hij mij aan zijn rechterhand aan de lijn vasthield. Met zijn linkerhand kon hij nog zijn voorrem bedienen.
Zo gingen we op een zondag een rondje fietsen, dwz. mijn baas fietste en ik liep er naast.
In het begin was er een fietspad langs de weg naar het eerste dorp aanwezig. Maar na het verlaten van het dorp was er maar een asfaltweg zonder fietspad. Ik moest dus toelaten dat alle auto's vlak langs ons raasden. Ik vond het niet leuk want die auto's gingen heel hard, veel harder dan ik kan hardlopen. En zij maakten heel veel lawaai.
Gelukkig gingen wij daarna naar een zijweg waar bijna geen auto's reden, alleen maar af en toe een fietser. En die konden wij met gemak inhalen als wij hen achterop reden.
We gingen langs een paar gehuchten en later gelukkig door een bos. Daar mocht ik even mijn eigen tempo hardlopen want ik was los. En dat was wel tweemaal zo snel als mijn baas op zijn sportfiets.
Na een eindje door een industrieterrein gelopen te hebben kwamen wij doodmoe maar voldaan weer thuis.
Terug naar boven
Door het raam naar buiten
Toen ik bij de beer en berin mocht logeren speelden we vaak in de tuin want die was groot genoeg om in rond te rennen. Er waren gelukkig weinig bloemen en hondgevoelige planten. Slechts hier en daar waren er borders met bloemen erin. Meestal waren het ook nog grote struiken die er wel tegen konden.
Zo renden we achter elkaar door de tuin en om het huis en toen de deur open stond ook een keer door het huis. Maar dat vond de dochter van mijn baas niet goed. Zo maak je er een hondezooi van zei ze en joeg ons de deur uit. Tenminste dat deden de andere honden maar ik zag dat er ook een raam open stond. En omdat ik wist dat het een bungalow was kon ik dat gerust doen. In een sprong was ik buiten en moesten de andere honden nog de gang en de voordeur door voor zij buiten waren.
Zo was ik even alleen in de tuin voordat de andere twee weer achter me aan zaten.
Een hele tijd later toen de oude bungalow vervangen werd door een nieuw huis was er voor de Alaskanen een houten hek geplaatst en die was ook bedoeld om de kleinzoon van mijn baas binnen de hekken te houden en niet in de Loosdrechtse plas te laten plonzen. Maar voor mij was het geen barrierre. Ik sprong er steeds overheen.
Weer een hele tijd later hebben de dochter van mijn baas en haar man een dubbelhoog hek geplaatst waar alleen vogels overheen konden vliegen.
Helaas was de pret voor mij over.
Toen mijn baas dus zag dat ik zo goed kon springen heeft hij mij dat natuurlijk vaker laten doen. Hij liet mij vaker over boomstammen die op de grond lagen of over struikjes in het gazon springen. Nou dat deed ik natuurlijk met gemak. Dus zocht mijn baas wat hogere obstakels om mij eroverheen te laten springen. Dat vond hij in de buurt waar wij altijd ons rondje deden in de vorm van een Japanse Ligusterheg die door de gemeente plantsoenendienst keurig op hoogte en breedte werd gehouden. De minste hoogte was 90 cm bij een breedte van 80 cm. Dat sprong ik natuurlijk ook met gemak. En als het al een tijdje niet geknipt was sprong ik wel 110 cm hoog bij een breedte van 90 cm. En als de kleinzoon van mijn baas in de buurt van de heg bij de kinderspeelplaats was deed ik dat kunstje uit eigen beweging wel driemaal.
Terug naar boven
Uit logeren
Mijn baas en bazin hadden een vliegreis naar Istanbul geboekt maar helaas kon ik niet mee. Ze zeiden tegen mij dat zij een keurig logeeradres voor mij hadden uitgezocht waar ook meerdere honden vaak naar toe gingen. Zij zouden slechts een paar dagen wegblijven hadden zij beloofd.
Een dag voordat zij vertrokken brachten zij mij naar dat adres.
Het bleek een oude boerderij te zijn die als hondenhotel was ingericht. Zij lieten mij kennismaken met de hondenhoteleigenaar en diens vrouw.
Zij lieten mij ook de hondenkamers zien en de hondentuin waar ik vrij mocht rondlopen als ik gelucht werd.
Ik vond het maar bedroevend klein en bekrompen, zodat ik het met een treurige blik in mijn ogen aan mijn baas en bazin liet merken.
Die probeerden mij te troosten en te kalmeren en ze zeiden dat het echt niet lang zou duren.
Met die woorden namen zij afscheid van mij en lieten zij mij bedroefd achter.
Hoe ik het uitgehouden had in dat pension wil ik liever niet meer weten. Het feit dat ik heel hoog tegen mijn baas opsrong toen hij mij kwam ophalen en als een gek tegen hem aan schuifelde spreekt eigenlijk meer dan genoeg.
Gelukkig begreep mijn baas waar ik behoefte aan had. Na mijn hotelrekening betaald te hebben mocht ik meteen naast hem in de auto zitten want het was een stille boerenomgeving. Hij reed en ik likte hem zo vaak als ik maar kon in zijn gezicht.
Hij reed mij direct naar de dichtsbijzijnde dijk en liet mij uitrazen. Dat vond ik natuurlijk heel prettig van hem. Ik schoot als een pijl uit een boog naar het ene eind van de dijk en rende rakelings langs hem heen naar het andere eind en weer terug. Als ik langs hem kwam probeerdehij mij te grijpen maar dat lukte natuurlijk niet, daarvoor was ik te snel. Na een klein kwartiertje was ik uitgeraasd en kon hij mij knuffelen. Hij had mij ook gemist zei hij.
Terug naar boven
Verder
| Terug naar Tiga's homepage
| Zijn Homepage met zijframes