PARIJS 2005


De Eifeltoren bij avond


Dag 1: ..............de heenreis
Dag 2: .........Saint Germain
Dag 3: .............Sacre Coeur
Dag 4: ........Champ Elysees
Dag 5: ..............de terugreis

Dag 1 : De heenreis
Het was een week uitgesteld, het uitstapje naar Parijs, omdat een week tevoren de kleinkinderen october vakantie hadden en Ton en Toos op hen zouden passen.
Maar uiteindelijk was het dan zover. Ton had op dinsdag alles al gereed gemaakt voor ons vertrek. Hij had zelfs nog nieuwe fietsklemmen gekocht waarmee hij de fietsen in een handomdraai op het rek of ervan af kon halen. Bovendien wiebelden de fietsen nu niet meer naar links of rechts.

Die woensdag zouden we zo vroeg mogelijk vertrekken. Het werd half negen toen wij vertrokken. De T-tag voor abbonnees van de toltunnel functioneerde niet en Ton kreeg bij de kassa te horen dat hij op het knopje moest drukken dan zou er iemand komen die hem zou helpen. Dat deed hij dus en een beambte controleerde het apparaat maar kon geen fout vinden. Zij bediende het apparaat handmatig en wij konden de tunnel in.

Wij reden verder via Zelzate en de ringweg om Gent naar Kortrijk. Daar werden wij via de snelweg naar Tournai omgeleid en om Lille heen naar Henin. Maar even voorbij de grens met Frankrijk nam Toos het stuur over. Wij volgden de snelweg tot afrit 16 en gingen toen naar Arras. Om de stad heen liep de RN 17 naar Bapaume en van daar naar Peronne. We kwamen borden tegen met verwijzingen naar het slagveld van de Somme tijdens de eerste wereldoorlog. Zonder oponthoud reden we over de vlakte en nadat we Roye gepasseerd waren nam Ton het stuur weer over. We reden over de glooiende streken van noord Frankrijk.

Nabij Parijs gaf hij mij weer over aan Toos. Want bij het binnengaan van de Peripherique kon Ton beter kaart lezen. Wij gingen door de voorsteden van noord Parijs, Roissy-en-France en le Bourget. En natuurlijk ook langs de vlieghaven Charles de Gaulle, thuishaven van de moedermaatschappij van onze voormalige KLM.
We kamen bij de Porte de la Villette op de Peripherique aan. Het was gelukkig nog geen spitsuur Wij reden op de buitenring naar het westen want de buitenring ging tegen de klokrichting in en de binnenring reed met de klok mee. Ton had op de routeplanner op Internet thuis al gezien dat camping Du Bois de Bologne ten westen van het zogenoemde bos lag en aan de Seine lag. Dus dacht hij dat hij bij Porte de Passy van de ring af kon gaan en dan door het bos naar het westen kon rijden Zo telde hij alle afritten vanaf de Porte de la Villette af en bij de Porte de Passy probeerde hij Toos naar het westen te laten rijden. Maar daar zag hij pas dat de wegen daar niet toegankelijk waren voor auto's. Dus probeerden wij de eerder gepasseerde Porte de la Muette weer te bereiken. Maar weer kwamen wij eenrichtingswegen tegen en het duurde even voordat wij Porte de la Muette bereikten. Daar was het bordje met de camping op 4400 m reeds te vinden. Maar even verderop waren wij die even weer kwijt. En al zoekende maakten wij de bocht naar links, de Allee de Longchamp op.
Maar in Parijs moet je niet treuzelen als het licht op groen staat moet je meteen vol gas geven dan heb je geen ruimte over in het verkeer. Dus voordat Toos het door had zag Ton een zware kraanwagen met zijn zware kraanhaak op ons af stormen. Geef vol gas, zei hij tegen Toos. En gelukkig remde de kraanwagen net voordat hij met zijn giek mij door mijn zijkant zou rammen. Ik maakte meteen dat ik weg kwam. Dat was op het nippertje.

Aan het eind van de Allee de Longchamp was het eigenlijk al dichtbij maar door de omleidingen moesten wij eerst nog een paar straatjes om rijden, gelukkig hoefden wij alleen maar de borden te volgen.

Ton melde ons aan bij de receptie en moest onze 4 overnachtingen vooruit betalen (103 Euro) en tevens zijn paspoort inleveren. Wij kregen een plaatsje toegewezen dicht bij het eerste washok.
De plaats was smal, het was op een helling gelegen en was onder een boom in de schaduw.

Ton nam de fietsen van het rek en ging meteen op zijn MTB de camping verkennen. Hij had ook een kaart van de camping meegekregen bij de receptie. Het was een tamelijk langgerekte camping dat direct aan de oostelijke oever van de Seine gelegen was en 650 plaatsen telde. De Seine stroomde daar van zuid naar noord en vertakte zich bij de camping om een eilandje heen. In de namiddag scheen de zon op de plaatsen in het midden terwijl de oostelijk gelegen plaatsen in de schaduw van de bomen waren.

Ton zag een paar goede plaatsen die tien keer beter waren dan de eerder toegewezen plaats.
Hij overlegde met Toos en die zei meteen dat hij van plaats moest proberen te ruilen .
Ton ging naar de receptie toe en vertelde dat hij in plaats van plaats nr C168 , nr C229 wilde hebben.
De dienstdoende baliemedewerker keek in de kast of sleutel nr C229 er nog hing en kwam niet lang daarna met de sleutel naar Ton. Hij zei dat hij de andere sleutel van de ketting die de toegang tot de plaats met een hangslot afsloot, wel van Ton zou terugkrijgen.
Op een door de weekse dag buiten het seizoen was de camping toen wij er aan kwamen om 16:30 uur slechts voor 30 % bezet. Laat in de avond kwamen er nog zo'n twintigtal campers bij. De meesten waren inderdaad campers. Slechts een klein percentage van de mensen waren met een caravan en wij zagen slechts vier tentjes.

De zon scheen nog net een uurtje. Ton en Toos zaten onder de luifel een aperitiefje te drinken terwijl Tiga op een kluifje sabbelde. Het was ongeveer 23 graden. Daarna ging Toos een maaltijd bereiden terwijl Ton Tiga uitliet.
Tegen het vallen van de schemering gingen Ton en Toos er met de fiets er op uit richting het centrum van Parijs.

Wat ze allemaal beleefd hadden hoorde ik later van hen toen ze gelukkig weer terug kwamen.
Ze sneden eerst het moeilijke stuk naar het westelijke punt van de Allée de Longchamp af door direct de omleidingsroute in te fietsen en daarna een stuk de Allée de Longchamp op te fietsen. Daarna gingen ze rechtsaf en kwamen op een weg door het bos waar geen fietspad langs liep. Dat merkten ze pas doordat het fietspad daar over ging in een zandpad langs de weg. Dat pad werd steeds hobbeliger en de verlichting van de weg was ook niet berekend op fietsverkeer in de avond. Tot overmaat van ramp viel eerst het achterlicht van Toos' fiets en toen Ton die steviger vastgezet had viel haar voorlicht van de fiets. Die kon Ton in het donker niet maken dus kreeg zij een zaklantaarntje van Ton in haar hand ter compensatie. Op de rijweg rijden durfden ze in het donker ook niet want de Parijzenaars waren in hun vehicules nog niet gewend aan fietsverkeer in de avond.
Maar al rijdende kwamen ze toch bij de Porte de la Muette aan en Ton vroeg aan een voorbijganger waar de Tour Eifel was. Tweede plein links, zei de man dan zie je het zelf wel. En inderdaad na drie km zagen ze het mooi verlichte kunstwerk uit 1875. En na de Seine overgestoken te zijn kwamen zij bij de toren aan.
Ton maakte er meteen foto's van en omdat de rij wachtende bezoekers maar een halfuur wachttijd lang was besloten ze om ook naar de hoogste etage te gaan. Dat was de derde etage.
Nadat ze hun fietsen op slot en aan een hek vastgeketend hadden gingen ze tussen de dranghekken in de rij staan. In minder dan een half uur hadden ze toegangskaarten voor de hoogste etage en nadat ze eerst nog werden gecontroleerd op explosieven mochten ze naar binnen. Na in totaal nog ongeveer een half uur in een wachtrij gestaan te hebben waren ze boven. Het uitzicht bij avond van de lichtstad was verbluffend. Ton maakte veel nachtopnamen met zijn digitale camera maar vanwege de harde wind waren de meeste foto's onscherp behalve de flitsfoto's van dichtbij.

Voor de terugweg hadden ze van bovenaf gezien dat ze het beste de weg over de brug over de Seine konden inrijden en vervolgens de rechte weg naar de Porte de la Muette te volgen.
Maar zo eenvoudig was het niet. Ze moesten eerst een heuvel op rijden, een eenrichtingsweg waar een opstopping was, proberen te omzeilen en daardoor een eind uit de koers kwamen. Maar uiteindelijk met wat vragen en op informatieborden kijken kwamen ze toch bij de Porte de la Muette aan. Van daar uit gingen ze weer door het bos en kwamen op de Allee de Longchamp aan. Die volgden ze tot het westelijke einde en volgden de borden naar de camping. Maar omdat het eigenlijk een bewegwijzering voor auto's was moesten ze meer km's fietsen dan eigenlijk nodig.
Maar uiteindelijk kwamen ze heelhuids bij mij en Tiga aan.
Verder Terug Naar boven Home Page