KENNISMACHT |
De machtsuitoefenig vanuit een positie waar unieke kennis de doorslag geeft
bv. kennis over de productie van de atoombom |
KENNISMAKELAAR |
Bemiddelaar of adviseur die tussen KENNISBRON en KENNISVRAGER diensten aanbiedt.
|
KENNISMANAGER |
Degene die de (deel)kennis binnen de organisatie moet beheren en de verdere ontwikkeling in stand moet houden.
|
KENNIS REPRESENTATIE |
De manier waarop EXPLICIETE KENNIS vastgelegd en voor anderen beschikbaar wordt gesteld.
Zie ook SEMANTISCHE NETWERKEN, FRAMES, REGELS en CONCEPTEN.
|
KENNISMANAGEMENT |
Het beheren en beheersen van kennis; een vakgebied dat momenteel sterk in de
belangstelling staat. Overlapping van Beta, Gamma en Alfa-kennis. Het wordt momenteel
bestudeerd vanuit de economische, de bedrijfskundige, de technologische, de psychologische, de sociale en de maatschappelijke invalshoek. |
KENNISMANAGEMENT AUDIT |
Een onderzoek naar de bijdrage die kennismanagement voor de organisatie
kan betekenen. Naar Groen (Groen, 97) onderscheidt men twee fasen: voor welk deel van de organisatie
is het rendement het hoogst en hoe kan men door goed kennismanagement het operationeel
functioneren van de afdeling verder verbeteren.
|
KENNISMANAGEMENT SCENARIO |
Volgens Bair (Bair, 97) is de verwachting van een organisatie die bezig is
kennismanagement te implementeren in het begin te optimistisch. Na een val herstelt zich
de waardering voor het proces en zal zich afvlakkend naar de toekomst begeven.
Zie ook verwachtingspatroon van KENNISMANAGEMENT |
KENNISMANAGEMENT TRAJECT |
Organisaties gebruiken INFORMATIE ( opgeslagen als DATA ) verwerken deze tot KENNIS
en na een BESLISSINGSPROCEDURE komen zij tot HANDELINGEN die de beoogde DOELEN
nastreven. Sommige trajecten worden eenmalig doorlopen maar sommige deeltrajecten
kunnen een repeterend karakter hebben door terugkoppelingen. Zie ook het KENNISMANAGEMENT TRAJECT volgens ALL WELL Thinkware |
KENNISNETWERK |
Tot een zelfde groep behorende personen en/of organisaties die elkaar hun kennis delen met het doel sneller en/of kwalitatief/kwantitatief betere kennis te vergaren; deze methode wordt tegenwoordig gepropageerd dmv speerpunt projecten zoals: "Plato", "Vlechtwerken", " Maak kennis met" |
KENNISNIVEAU |
Mate van kennisbeheersing; bv. gradaties volgens regulier onderwijs: BO, MO, VWO, WO, PAO |
KENNISOBJECT |
Zaken die binnen een organisatie met kennis te maken hebben |
KENNISOFFENSIEF |
Een boek van Dany Jacobs (Jacobs, 96) dat gaat over slim concurreren in de
kenniseconomie in de KENNISDELTA gebaseerd op zijn ELF KENNISLAGEN MODEL |
KENNISONTWIKKELING |
Het verbeteren van bestaande kennis in een bepaald vakgebied of kennisdomein;
dit is de derde stap in de KENNISWAARDE-KETEN |
KENNISOVERDRACHT |
Het doorgeven van KENNIS aan anderen dmv. workshops, instructies, oefeningen, KENNISGEVINGEN,
besprekingen, enz; Zie ook KENNISTRANSFER |
KENNISproductIVITEIT |
De mate waarin kennis ontwikkeld kan worden gemeten
in kwaliteit en kwantiteit. |
KENNIS-RETRIEVAL SYSTEEM |
Een systeem waarmee de EXPLICIETE- en IMPLICIETE-KENNIS snel gevonden kan worden.
Zie ook KENNISSYSTEEM.
|
KENNISREVOLUTIE |
De hoge veranderingssnelheid die momenteel heerst wordt door veel mensen
als een te abrupte verandering gezien en spreken dan van een revolutie. |
KENNISREVOLUTIE-TIJDPERK |
Door sommigen wordt het einde van de jaren negentig van de 20e eeuw gezien als het begin van een nieuw tijdperk: het KENNISREVOLUTIE-TIJDPERK waarin mensen met methoden, technieken en hulpmiddelen hun denkprocessen kunnen versnellen. Door het bovendien toepassen van verschillende versnellende factoren zoals ATTITUDEN en VAARDIGHEDEN kunnen deze processen ook daadwerkelijk worden geconcretiseerd. |
KENNISSAMENLEVING |
Een maatschappij die voor een groot gedeelte afhankelijk is van de bij hen aanwezige kennis |
KENNIS SCAN |
Kort onderzoek naar de aanwezige kennis binnen een organisatie |
KENNIS-STEWARD |
Degene die de kennis als dienst van de bron naar de afnemer brengt. Bij kennisintensieve organisaties die deze kennis aan derden willen overbrengen is deze functionaris een steeds belangrijker wordende figuur.
|
KENNISSTAD |
Een stad die het centrum vormt van een bepaald soort kennis |
KENNIS-SWOT |
Sterkten-zwakten-kansen-bedreigingen analyse mbt de aanwezige en toe te passen kennis voor een organisatie |
KENNIS-SYSTEEM |
Een samenstel van hulpmiddelen, zoals SOFTWARE, DATABASES, MODELLEN en REGELGEVING
dat ten doel heeft de aanwezige kennis efficient te exploiteren.
|
KENNISTECHNOLOGIE |
Toegepaste kenniswetenschap; technieken die betrekking hebben op kennis in het algemeen |
KENNISTERM |
Een woord dat specifiek binnen het KENNISMANAGEMENT KENNISDOMEIN
gebruikt wordt |
KENNIS-TOEPASSING |
Het actueel toepassen van de relevante IMPLICIETE KENNIS; dit is de vijfde
stap in de KENNISWAARDE-KETEN |
KENNISTRANSFER |
Het op een bepaalde manier verkopen of overbrengen van kennis; zie KENNISOVERDRACHT |
KENNIS VAN ZAKEN |
Het bezitten van de IMPLICIETE KENNIS in een bepaald vakgebied |
KENNISVASTLEGGING |
Het fixeren van kennis op verschillende media: papier, film, magnetische
dragers, optisch leesbare dragers enz. |
KENNIS-VASSTELLING |
De tweede stap in de KENNISWAARDE-KETEN, welke relevante kennis er wordt gebruikt. |
KENNISVERSPREIDING |
Het distribueren van kennis binnen of buiten de organisatie met een bepaald
oogmerk, met of zonder de hulp van KENNIS-STEWARDS; de vierde stap in de KENNISWAARDE-KETEN |
KENNIS VOOR MORGEN |
Het thema van het nationale KENNISDEBAT, kennis voor het jaar 2010 |
KENNISVORM |
Soort KENNIS; bv. SOCIOLOGIE, WERKTUIGBOUW, GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN
|
KENNIS-VRAGER |
De organisatie die kennis nodig heeft |
KENNIS-WAARDEKETEN |
Volgens Weggeman (Weggeman, 96) kan de kenniscyclus binnen een organisatie in een KENNISWAARDEKETEN worden voorgesteld: _inventarisatie, _ vaststelling, _ontwikkeling,
_toepassing, _verspreiding en _afstoting. |
KENNISWERKER |
Iemand die voornamelijk INFORMATIE / KENNIS bewerkt als PRODUCT of DIENST |
KENNISWERVING |
Het verkrijgen van kennis door ontwikkeling, acquisitie of andere methoden
|
KENNISZOEKER |
Degene die bepaald soort kennis zoekt.
|
KETEN |
Aaneengesloten rij van zaken, personen of organisaties of combinaties daarvan
Ketens geven een bepaald verband, dus sterkte |
KEY VALUES INVOLVED |
Een gereedschap van de Bono dat aangeeft dat de waarden die je belangrijk vindt het uiteindelijke oordeel beinvloeden |
KLANTGERICHT DENKEN |
Het tot in details nagaan hoe de klant het product of de aangeboden dienst ziet en
met deze kennis de organisatie zodanig opstellen en er naar handelen dat er nog betere
resultaten uit voortvloeit. |
KLIKKEN |
Een term stammende uit de drukknoop periode, het moet bij elkaar passen |
KNAPHEIDSDENKEN |
Het in de diepte nadenken binnen een eng gebied van de wetenschap of een probleem; dit is een term van De Bono |
KNOWLEDGE ANNEALING |
Een term van Neil Larson; samensmelting van KENNIS binnen een samenwerkende groep mensen m.b.v. HULPMIDDELEN.
|
KNOWLEDGE ENGINEERING |
Een Amerikaanse benaming voor kennisbouwkunde, wordt meer als toegepaste
wetenschap bedreven.
|
KNOW'S |
Degenen die weten |
KNOW NOT'S |
Degenen die het (nog) niet weten |
KOERS |
Algemene richting naar het doel, nog niet geoptimaliseerd |
|
KOESTEREN |
Goed verzorgen; methode om in een bepaald gebied kwalitatief goede resultaten te bereiken. |
KOOP |
Acroniem voor Klant Order Ontkoppel Punt, een veel gebruikt begrip bij de Just-in-Time
logistiek methode |
|