OBJECT |
Zaak, ding, concreet voorwerp |
OBJECTIEF |
Onbevooroordeeld, geen partij trekkend |
OMGEVING |
De plaats waar de individu of de organisatie zich bevindt met
alle aanwezige eigenschappen en aanwezige personen. |
ONDERBEWUSTZIJN |
De tweede laag onder ons bewustzijn, volgens Robin Groeneveld
|
ONDERNEMERSCHAP |
Het ondernemen; attitude die van huidige managers wordt verwacht.
|
ONTWIKKELING |
Graduele verandering in een bepaalde richting die men gepland heeft. |
OPLEIDING |
Opgedane kennis via gestandaardiseerde methoden van kennistransfer binnen reguliere instellingen zoals BO, VO, WO, PostDOC enz.; het ijlt achter bij de snelle veranderingen van deze tijd |
OPVOEDING |
Volgens Dewey is dit een zodanige reorganisatie en reconstructie van de ervaring
dat daardoor de betekenis van de ervaring vermeerderd wordt en dat het vermogen om
toekomstige ervaringen te beheersen toeneemt. |
ORGANISATIE |
Wettelijke vorm van naar buiten gerichte groep van mensen met een missie; bv.
Profit-, nonprofit-organisaties; het richting geven aan complexe zaken |
OTHER PEOPLES VIEWS |
Een gereedschap van de Bono; door het betrekken van anderen bij iets wat je doet krijg je zo respons. |
OVERTUIGING |
Het als de juiste situatie beschouwen en daarna de gekozen oplossing als de
beste waarderen zodat men daarna met maximale motivatie zich er voor wil inzetten. |
OVERZICHT |
Het in zijn totaliteit overzien van een BEDRIJFSPROCES of situatie |